sekte
Still a lousy image because I'm still not feeling that well. I didn't really do that much today, except answering mails and cooking lunch and dinner. Oh, actually, I biked 4 kilometeres to the city today:) and 1km to the supermarket and another 4km. So in total, I almost bijed 10 kilometres today, which is huge for me:)

Liliane en haar gezin leefden in de greep van een sekte: ”Naar de dokter gaan, was verboden. Daardoor is mijn dochtertje nu aan één oog blind”

Door De Redactie

Een moeilijke periode, daar begon het mee. En voor Liliane het wist, was ze helemaal in de ban van goeroes die niets anders deden dan bidden en leven volgens Gods plan. Tot ze begon te twijfelen…

Liliane (53): ”Mijn verhaal begint jaren geleden, begin jaren 80, toen mijn man en ik door een zware periode gingen. Omwille van gezondheidsproblemen hadden de dokters Johan aangeraden zijn job op te zeggen. Als stukadoor in een familiebedrijf was hij allergisch voor ongeveer alle materialen waarmee hij werkte: van kop tot teen zat hij onder het eczeem. Voor ons was die diagnose een ramp. We waren beiden midden twintig, hadden twee jonge kinderen en ons hele toekomstbeeld hing vast aan dat familiebedrijf. Achteraf gezien waren we de perfecte prooi om geïndoctrineerd te worden: kwetsbaar, beïnvloedbaar en zo dankbaar voor elke strohalm van hoop die ons werd geboden.

Een vriend met speciale gaven

Het was mijn eigen zus die met de strohalm kwam aanwaaien. Nadine was veertien jaar ouder dan ik en altijd al bezig met het spirituele. Ze had gehoord over Johans diagnose en besloot langs te komen met haar nieuwe vriend Luc. Die was vertrouwd met alternatieve geneeswijzen en had zo – dat zei mijn zus – al veel mensen van hun kwalen verlost. Johan en ik waren geïntrigeerd. Als Luc ons kon helpen met Johans eczeem, was het misschien helemaal niet nodig om zijn job op te zeggen?

Luc luisterde naar ons verhaal, zegde een gebed en vroeg of we nog wel eens naar de kerk gingen. Wat dat ertoe deed, wist ik niet, maar ik moest toegeven dat het al een tijdje geleden was dat ik nog een kerk vanbinnen had gezien. In mijn kindertijd was dat wel anders. Ik was opgegroeid in een diepgelovig en conservatief West-Vlaams gezin. Van klein af was me ingeprent dat er een hemel en een hel bestaan en dat al je zonden door God worden gezien. Ik weet nog hoe dat idee alleen al voldoende was om me braaf in het gelid te doen lopen. Achteraf gezien hebben Nadine en Luc exact datzelfde gevoel gebruikt om ons voor hun kar te spannen.

Bidden voor genezing

Luc pikte naadloos in op mijn strengkatholieke opvoeding. Hij vertelde hoe je met je geloof bergen kunt verzetten. Hoe je door genoeg te bidden genezing kunt vragen aan God. Misschien was het eczeem wel een boete voor eerdere zonden? En was het gewoon een kwestie van terug op het rechte pad te komen? Vanaf dat moment kwamen Nadine en Luc geregeld op bezoek en de verhalen die ik kende uit de bijbel, vulden ze aan met hun eigen ’inzichten en ervaringen’. Ze vertelden hoe de mensheid op een afgrond aan het afstevenen was omdat er niet meer onvoorwaardelijk werd geloofd. Normvervagingen, oorlogen en natuurrampen zouden het gevolg zijn. Als we dit met z’n allen een halt konden toeroepen door weer meer te bidden en te doen wat God van ons verlangde, wilde ik daar met plezier mijn steentje aan bijdragen. Het toeval wou dat net Nadine en Luc diegenen waren die exact wisten wat God van ons verlangde.

Mijn zus en haar vriend hadden zichzelf uitgeroepen tot profeten van God. Ze stonden rechtstreeks met hem in contact en wisten zo meer dan een gewone sterveling. Daar hadden ook wíj profijt van. Ze bliezen ons omver met voorspellingen die ook nog eens uitkwamen en als de kinderen koorts of diarree hadden, dan verdween het weer zodra zij een handoplegging deden. Of ik zomaar geloofde in die speciale gaven? Natuurlijk niet. Maar tegelijk zag ik er ook geen gevaar in om te doen wat Nadine en Luc van ons vroegen. Op dat moment was er ook nog geen sprake van een sekte. Er was geen groep en er waren geen volgelingen: enkel mijn zus en haar vriend die ons hielpen en advies gaven. Achteraf gezien waren zij toen al bezig ons te indoctrineren; Johan en ik waren hun experiment. Het eerste experiment van twee nieuwe goeroes.

Bouwen aan een eigen kerk

De gemeenschap die Nadine en Luc zouden stichten, ontstond pas jaren later. Intussen waren er steeds meer mensen die ze onder hun vleugels hadden genomen. Toen we met een dertigtal gelijkgezinden waren, besloten Nadine en Luc een vzw op te richten. Het leek allemaal onschuldig, want elk lid mocht zelf kiezen welke bijdrage hij leverde. Toen de vzw een oud gebouw opkocht om er een eigen kerk van te maken, had ik daar oprecht een goed gevoel bij. Alle leden droegen hun steentje bij voor de renovatie van de kerk en Johan, met zijn stukadoorbedrijf waar hij dan toch niet mee had moeten stoppen, nam het voortouw. Hij bestelde de materialen die Nadine en Luc kozen en nam zelfs extra personeel in dienst.

Alleen toen de facturen betaald moesten worden namen Nadine en Luc afstand ’Ah nee, in onze gemeenschap worden geen facturen betaald.’ Ik wist niet wat ik hoorde. Wij hadden voor 500 000 frank aan openstaande facturen, allemaal op naam van het bedrijf van mijn man. Dat kon toch onmogelijk allemaal uit onze eigen zak komen? Van binnen wist ik dat dit allemaal niet klopte, maar wat konden we doen? Nadine en Luc hadden ons al die jaren al zoveel geholpen. Het ging om mijn zús: ze zou voor ons door het vuur gaan. Er zat niets anders op dan te doen wat zij en God van ons verwachtte.

Het plan van God

Vanaf dat moment gebeurden er steeds meer dingen waarvoor we zelf niet kozen. Ook al woonden alle gezinnen van de gemeenschap in hun eigen dorp en hadden de meesten op papier hun eigen zaak, in de praktijk werd er zo met vennootschappen geschoven dat er maar één persoon de touwtjes in handen had: Nadine. Zij beheerde de geldpot en lonen werden niet meer uitgekeerd. Elk van de gezinnen kreeg leefgeld en hoeveel dat was, hing – het perfecte drukkingsmiddel – vooral af van hoe sterk je geloofde. Er waren ook zoveel regeltjes waar ik zelf nooit voor zou kiezen. De kleinste kinderen mochten pas naar school vanaf dat er leerplicht was en de oudsten moesten al op hun 16de op leercontract.

Dokters- en apotheekbezoeken waren uit den boze en werden vervangen door handopleggingen en kruidenmengsels. Logisch, volgens de goeroes, want als je voldoende gelooft, krijg je bescherming van God en heb je geen dokter nodig. Inentingen tegen kinkhoest, de windpokken, zelfs tegen kinderverlamming,… Onze kinderen hebben er geen gekregen. Alles in mij verzette zich daartegen, maar zodra ik hardop mijn twijfels uitte, werd ik gewezen op welke desastreuze gevolgen dit kon hebben. Wie twijfelt er nu aan het plan van God?

Doordrongen van het kwaad

Maar omdat mijn achterdocht groeide, werd ik tegenover de rest van de gemeenschap in diskrediet gebracht. Als er iets misliep, was het mijn schuld. Werd er iemand ziek in de gemeenschap, dan was dat een straf omdat ík niet genoeg op God vertrouwde. Op den duur werd ik in quarantaine geplaatst: volgens de goeroes was ik zozeer onder invloed van satan dat afzondering de enige oplossing was. Mentaal zakte ik steeds dieper. Ook ikzelf kon niet meer omgaan met mijn eeuwige getwijfel. Bij alles wat ik in vraag stelde, werd ik overspoeld door angst en schuldgevoelens ten opzichte van God.

Misschien wás ik wel een slechte volgeling? Het erge was dat mijn man en kinderen ook helemaal mee waren in het verhaal. Ze waren ervan overtuigd dat mama het kwade in zich had en mijn man heeft meermaals geprobeerd dat kwaad hardhandig uit mijn lijf te slaan. Hij behandelde me alsof ik besmettelijk was: ik mocht de hoofdjes van mijn kinderen niet eens meer aanraken omdat ik hen met mijn slechte krachten zou kunnen bezoedelen… Ik heb me nooit zo eenzaam, verdrietig en boos gevoeld als toen.

“Op den duur zat ik in quarantaine: volgens de goeroes was ik zo onder invloed van satan dat afzondering de enige oplossing was”

Barsten in het geloof

Maar hoewel mijn man in zijn geloof dus veel gedrevener was dan ikzelf, kwamen er stilaan toch barsten in zijn onfeilbare vertrouwen. Dat gebeurde niet van de ene dag op de andere, maar over een periode van jaren. Nadat de goeroes ons wilden doen verhuizen naar Wallonië bijvoorbeeld – achteraf gezien een nieuwe poging om ons verder los te trekken van familie en vrienden die níet in de gemeenschap zaten. Maar we hadden net ons huisje gerenoveerd en wilden helemaal niet weg. Johan hield voor één keer voet bij stuk.

Zijn weigering om te verhuizen ging recht in tegen wat van ons werd verwacht en daarop werden we grondig afgestraft. Jarenlang is ons leefgeld teruggeschroefd tot het hoogst nodige: we hebben nooit honger geleden, maar een kapotte broek of een kapotte zetel werden gewoon niet vervangen. Eén van de andere barsten vloeide voort uit ons verbod een dokter te zien.

Johan en ik hadden intussen vijf kinderen en Olivia, onze jongste, sukkelde al jaren met haar oogje; iets wat Nadine en Luc altijd met kruiden hadden opgelost. Toen Olivia op haar zesde een longontsteking kreeg en de goeroes niet anders kónden dan een dokter toestaan, kwam het zo onrechtstreeks aan het licht: Olivia was al van haar derde blind aan één oog omdat ze niet was ingeënt tegen de kinkhoest. De koortsblaren hadden zich blijkbaar op haar oog gezet en door een gebrek aan behandeling is ze haar zicht kwijtgeraakt. Ik kan je vertellen: het schuldgevoel als je als mama zoiets hoort, is immens. Onze dochter was aan één oog blind omdat wíj haar niet de nodige zorgen hadden gegeven.

Toen rond diezelfde periode Monique, één van de andere volgelingen, overleed, voelden we het allebei: Monique had kanker, maar had geen reguliere behandeling mogen ondergaan. Ze werd verzorgd met kruiden en een speciaal dieet, maar is gestorven met Nadine en Luc aan hun zijde. We beseften dat als één van ons een ernstige ziekte zou krijgen, we hetzelfde lot als Monique zouden ondergaan. En het allerlaatste wat ik wilde, was sterven met Nadine en Luc naast mij.

”Naar de dokter gaan, was verboden. Daardoor is mijn dochtertje nu aan één oog blind”

Op naar een nieuw leven

Van een sekte kun je niet wegstappen. Daar moet je van wegvluchten. Zodra we voor onszelf de knoop hadden doorgehakt dat het zo niet langer kon, deden we alles in het geheim. Via via kwamen we in contact met SAS, een organisatie die slachtoffers van sekten helpt. We raadpleegden een notaris en een advocaat voor onze rechten en plichten, zochten een goedkoop huurhuis in ons geboortedorp, vonden tijdelijk werk waar we meteen na onze vlucht aan de slag zouden kunnen en vonden een opkoper voor onze inboedel om toch een beetje zakgeld te hebben als we opnieuw zouden beginnen. Terwijl Johan en ik de nodige voorbereidingen troffen, wisten de kinderen nog van niets. We konden het niet riskeren hen erbij te betrekken. Olivia was intussen acht en Thomas, de oudste, was 21. Hun hele leven was hen ingeprent dat de buitenwereld duivels was. Als ze wisten dat hun ouders daar opnieuw deel van wilden uitmaken, zouden ze ongetwijfeld naar de goeroes rennen voor hulp.

In de hoop de kinderen hun kijk te veranderen heb ik een gesprek aangevraagd met de muziekleraar van één van onze jongens. Hij behoorde niet tot de sekte waardoor ik hem in vertrouwen durfde te nemen over onze plannen: wil je Joris de komende muzieklessen vragen stellen en doen nadenken over het leven dat hij nu leidt? ’Hoe komt het dat je nooit hebt verder gestudeerd? Doe je je werk graag? Word je ervoor betaald? En: is dit wat je wilt voor de rest van je leven?’ Wat de muziekleraar precies heeft gezegd, weet ik niet, maar dát hij iets heeft gezegd, werd al snel duidelijk. En ik zal hem daar eeuwig dankbaar voor zijn.

Het verdriet om Thomas

De dag van ons vertrek stond alles klaar. Terwijl de jongens aan het werken waren en Olivia bij een vriendinnetje speelde, hebben we de aanhangwagen volgeladen met kleren en matrassen en na de lunch riepen we iedereen bijeen. Ik voelde de adrenaline pompen toen we het vertelden. ’Vandaag begint een nieuw hoofdstuk. We trekken een streep onder de gemeenschap.’ Met grote ogen luisterden de kinderen naar ons verhaal en toen we waren uitgesproken, stelde Thomas de vraag die ik had gevreesd: ’Zijn jullie wel zeker dat iedereen met jullie zal meegaan?’ Mijn maag trok samen, maar Johan bleef kalm. ’Dat zullen we zo weten,’ en onverstoorbaar ging hij het rijtje af. ’Ik ga mee,’ zei Joris. Ik kon zijn muziekleraar wel kussen. En ook de kleinsten knikten instemmend.

”Onze kinderen kenden geen leven buiten de sekte. De buitenwereld was duivels. En ineens kozen hun ouders om daar deel van uit te maken”

Maar Thomas was vastbesloten. ’Ik blijf hier, bij Nadine en Luc.’. Hij is naar zijn kamer gegaan, heeft zijn kleren, cd’s en zijn matras genomen en heeft zich zonder enige emotie te tonen in het werkatelier geïnstalleerd. Ik heb hem nog één keer kunnen omhelzen, maar de vijftien jaar die volgden, hebben we van onze zoon niets meer gehoord of gezien.

De rit naar onze nieuwe thuis was verschrikkelijk. Ja, we waren vrij. Ja, we waren erin geslaagd om ons los te rukken van de sekte. Maar een reden voor euforie was er niet. Enerzijds was er de angst dat de sekte ons nu op een andere manier zou raken. Maar nog veel erger was het verdriet om Thomas. We hadden onze vrijheid gewonnen, maar waren onze zoon kwijt. Ik was zo verscheurd dat ik dacht dat ik mijn verstand zou verliezen. Maar ik moést Thomas loslaten. Hij was meerderjarig, er zat niets anders op dan te wachten tot hij zelf zou terugkomen.

Ook de maanden die volgden waren ontzettend zwaar. Het vreemde aan een sekte is: als je erin zit, wil je ervan weg. En als je weg bent, krijg je af en toe die benauwende gedachte: wat als het nu tóch allemaal waar was? Hebben we dan met onze vlucht onze eigen ondergang getekend? In gedachten probeerde ik na te gaan waar het allemaal was fout gelopen: wanneer had ik moeten beseffen dat we in een sekte zaten? Het probleem was dat het woord ‘sekte’ enkel negatieve beelden bij mij opriep, terwijl ons hele leven er net om draaide het juiste te doen…

Bedolven onder vrijheid

Omdat ik de tijd toch niet kon terugdraaien, probeerde ik me zoveel mogelijk te focussen op ons nieuwe leven. Gewoon doen, zoals ‘normale mensen’. Gelukkig kregen we daarbij hulp van SAS. Die vereniging heeft ons door die zware periode heen geloodst. Ze zijn ook met de kinderen komen praten, maar schakelden al snel over op brieven toen dat beter bleek te werken. Onze kinderen waren het niet gewoon om hun gedachten en gevoelens met anderen te delen.

Hoe meer de goeroes wisten, hoe meer het tegen je gebruikt kon worden. Voor de kinderen was het contrast tussen het leven in de sekte en het leven in de gewone wereld bijna niet te bevatten. Vooral voor de oudste jongens: zij werkten in de sekte van maandag tot zaterdag bij hun vader en op zondag gingen ze naar de kerk. Hun leefwereld was ongelofelijk eng geworden. Nu kwamen ze plots weer in contact met leeftijdsgenoten die studentenjobs deden, daar effectief voor betaald werden, en leuke dingen kochten voor zichzelf.

Vooral Joris revolteerde. Van het ene uiterste schoot hij door naar het andere: hij kleurde zijn haren, zette een piercing en droeg de meest opvallende kleren. We hadden totaal geen vat meer op hem. Nachtenlang heb ik wakker gelegen. Het is toch niet omdat je weg wilt onder het juk van zoveel regels dat je zomaar alle normen en waarden overboord moet gooien? Nog een geluk dat hij er zélf voor koos zijn middelbare studies te hervatten en zo alsnog zijn diploma heeft behaald.

Oude patronen doorbreken

Ook de relatie tussen Johan en mij was allesbehalve vanzelfsprekend toen we vrij waren. Ik herinner me nog hoe gelukkig ik was toen we beslist hadden te sekte te verlaten. ’Ik krijg mijn man terug!’ We zouden weer het koppel zijn van voor onze toetreding tot de gemeenschap. Helaas was het zo simpel niet. Mijn man was jarenlang gewend geweest het heft in handen te houden. Samen te leven met een vrouw die verdrietig en depressief was, die altijd ja-knikte en die hij desnoods – met goedkeuring van God – ja dééd knikken met een flink pak slaag. De voorzitter van SAS waarschuwde me: je bént nu zo ver gekomen, het is nú dat je het rollenpatroon moet doorbreken. Laat je niet weer in die hoek dwingen waar je net uit bent rechtgestaan.

 

”Het vreemde aan een sekte is: als je erin zit, wil je ervan weg. En als je weg bent, krijg je soms die benauwende gedachte: wat als het nu tóch waar was?”

Helaas zijn Johan en ik er nooit meer in geslaagd een nieuw evenwicht te vinden. Twee jaar later heeft hij iemand anders leren kennen en is hij bij mij weggegaan, iets wat ik tot op vandaag zonde vind. Natuurlijk ben ik boos geweest om hoe hij mij doorheen de jaren heeft behandeld, maar ik had gehoopt dat relatietherapie ons nog kon redden omdat ik weet dat we elkaar ooit echt graag hebben gezien. Dat de goeroes en ons geloof hem zo ver hebben gedreven dat hij dingen heeft gedaan die hij anders nooit zou doen. Ooit heb ik het hem op de man af gevraagd: ’Als Nadine en Luc hadden gezegd: ’Liliane is zo duivels dat je haar moet vermoorden,’ zou je dat dan hebben gedaan?’ ’Ja’, zei hij eerlijk. Want dat is wat een sekte met je kan doen.

Verloren jaren

Natuurlijk had ik niet liever gehad dan dat gerechtigheid zou geschieden. Dat Nadine en Luc gestraft zouden worden om wat ze ons hebben aangedaan. Maar Luc is twee jaar na onze vlucht overleden en Nadine is verhuisd naar het buitenland. De rechtszaken die we tegen de sekte opstartten, wist ze zodanig te rekken tot de feiten verjaarden en omdat ze al haar eigendommen in België heeft verkocht, moeten we ons erbij neerleggen dat we nooit een cent van haar terug zullen zien. Maar helaas hebben we veel meer verloren dan enkel geld.

Van de breuk met mijn zoon ben ik jaren ziek geweest en er is mij twintig jaar van mijn leven ontnomen, die ik nooit meer kan overdoen. Van mijn 26ste tot mijn 45ste – de sterkste jaren van mijn leven – heb ik geleefd volgens de gedachten en wensen van anderen. Ben ik niet de moeder geweest voor mijn kinderen zoals ik het me zelf had voorgesteld: iemand die haar kinderen de vrijheid geeft om op te groeien tot individuen met een eigen mening. Als dat allemaal had geleid tot de redding van de mensheid – of godbetert van de katholieke kerk – dan zou het nog een doel hebben gehad. Dat raakt mij nog het meest: we hebben allemaal geleden voor niks.

Gedeeld verleden

Intussen zijn de kinderen dertigers en ook zij beseffen dat ze veel verloren hebben in hun jeugd. De kans om te genieten van simpele dingen: bij een voetbalclub gaan, bij vriendjes gaan spelen, thuis werkjes opknappen en zo sparen voor een mountainbike. Maar wonder boven wonder zijn ze er toch in geslaagd op te groeien tot evenwichtige personen. Over het verleden praten ze niet meer. Of toch niet met mij. Onderling hangen ze wel ontzettend aan elkaar. Ze spreken regelmatig af, gaan samen op vakantie. Alsof hun verleden een extra band heeft geschept. Tenslotte zijn ze allemaal slachtoffer van de beslissingen die hun ouders hebben gemaakt.

Ook Thomas, onze oudste, is drie jaar geleden weer teruggekeerd. Na de geboorte van zijn tweeling besefte hij wat het betekent om ouder te zijn en besliste hij de band weer aan te halen. Misschien is dat vandaag wel mijn grootste geluk: dat mijn kinderen vrije mensen zijn en eigen keuzes kunnen maken. En dat ik nog steeds deel mag uitmaken van hun leven én dat van mijn kleinkinderen.”

Waar vind je hulp?

Voor info en advies over sekten kun je terecht bij Iacsso, het federaal informatie- en adviescentrum rond sektes (iacsso.be) of bij SAS, de studie- en adviesgroep die ook juridisch en psychologisch advies geeft aan slachtoffers (sas-sekten.be).

Hoe het zo ver kan komen

Niemand ‘beslist’ om in een sekte te stappen. Meestal valt die term pas jaren later. Olivier Faelens van SAS, de Studie- en Adviesgroep Sekten, vertelt hoe het zo ver kan komen: ”Als je gerekruteerd wordt door een sekte is dat nooit een rationeel, maar eerder een sociaal en emotioneel proces. Sektes gaan op zoek naar mensen die in een kwetsbare situatie zitten – bijvoorbeeld omdat ze net iemand verloren hebben, een financiële tegenvaller kregen of op zoek zijn naar meer zingeving.

Sekteleden spelen enorm in op het zelfwaardegevoel van hun slachtoffers (‘eindelijk iemand die níet materialistisch is’, ‘die goed van hart is’, ‘meer wil van het leven’…) en overspoelen hen met liefde. Er wordt enorm geïnvesteerd in het opbouwen van een band, maar helaas is dat enkel functioneel. Loopt er iets mis, dan blijken zowel die band als de liefde een illusie.”

Drie mechanismen die sektes hanteren

1. Hun gedachtegoed afzonderen

Sektes hebben duidelijke regels over welke informatiebronnen, welke lectuur en welke tijdsbesteding goed of slecht is. Door binnen de sekte eigen rituelen, voedingsgewoontes of zelfs een eigen taalgebruik te creëren, versterken ze de verbondenheid binnen de sekte en vergroten ze de kloof met de buitenwereld.

2. De waarheid zwart-wit voorstellen

Wat binnen de sekte gezegd wordt, is de absolute waarheid, al de rest is pertinent onjuist. Elke nuancering wordt uitgeschakeld. Als je dit lange tijd doet, passen je hersenen zich hieraan aan en wordt genuanceerd denken moeilijk.

3. Kritisch denken veroordelen

’Dingen in vraag stellen,’ is een teken van slechte wil, van duivelse krachten. Het is jóuw verantwoordelijkheid die twijfel aan de kant te schuiven en te vechten tegen dat kwaad.

Tekst: Karolien Joniaux. Beeld: Getty Images

Meer straffe verhalen:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."