Openhartig verhaal: Kims verloofde leidde een dubbelleven
Jarenlang belogen en bedrogen. Wat als je man niet is wie hij beweert te zijn?
Leugens, leugens en nóg leugens
Drie jaar geleden vond Kim (41) de man van haar leven. Roberto was alles waar ze van droomde en méér. Maar dan bleek dat Roberto eigenlijk Johan heette, dat hij getrouwd was en al twee kinderen had.
Kim: “Ik weet niet hoe ik mijn verhaal moet vertellen zonder over te komen als een ongelooflijk domme, naïeve vrouw. Veel van mijn vrienden weten niet eens waarom Roberto en ik uit elkaar zijn. Ik wil hen de ware toedracht niet vertellen omdat ik me zó schaam. Omdat ik kwaad ben op mezelf, omdat ik niet begrijp hoe dit mij is kunnen overkomen. Ik heb gestudeerd, heb een goeie job en veel vrienden, ik kan goed met het internet werken en zit op alle sociale media. En toch ben ik met open ogen in het bedrog gelopen van een keiharde leugenaar. Een man die zich bij mij voordeed als Roberto, maar in werkelijkheid Johan heet, getrouwd is en twee kinderen heeft.
Als ik eraan terugdenk, word ik weer misselijk. Ik dacht dat ik de man van mijn leven had ontmoet, maar ik was niet meer dan een minnares. Voor mij was hij de ware, al blijkt nu dat hij gewoon een foute man was die zijn gewone leven beu was en op zoek ging naar een andere vrouw. Ik ben kwaad, ja. Maar ik ben vooral kapot. Hij heeft me zoveel afgenomen. Niet alleen mijn toekomst, maar ook en vooral al onze herinneringen. Drie jaar lang leefde ik in een leugen. Ik voel me zo dom. Zo bedrogen, op alle niveaus.
Daar was hij
In 2013 had ik een relatie, met een jeugdvriend. We waren acht jaar samen en het was eerder vriendschappelijk geworden. Hij wist dat en ik wist dat, maar geen van ons wilde de knoop doorhakken. Dus modderden we maar wat aan, terwijl we elk een beetje ons eigen leven uitbouwden. We woonden niet samen en hadden er ook niet echt plannen voor. Ik weet dat er geen excuus voor is, maar ik schreef me toen in op een datingsite. En daar ontmoette ik Roberto. Een weduwnaar en psycholoog, met wie ik uren kon praten. Elke avond spraken we met elkaar. Over zijn vrouw, die gestorven was aan leukemie. Over zijn job, en hoe hij als trauma-expert vaak opgeroepen werd als er ongelukken of criminele feiten gebeurden, over zijn begeleiding van agressieve jongeren, over zijn Italiaanse afkomst. Hij vertelde me over zijn moeder, die leed aan jongdementie en bij hem inwoonde. Hoe zwaar het was om alleen voor haar te zorgen nu zijn vrouw overleden was. Het klikte ongelooflijk, ik had zoiets nog nooit meegemaakt.
Na drie maanden spraken we voor het eerst af. Bij mij, want bij hem ging het niet door zijn mama. Toen ik hem zag, wist ik dat ik verloren was. Tot over mijn oren verliefd. Ik had niet gedacht dat dat voor mij weggelegd was. Ik ben redelijk extravert, maar er zijn maar weinig mensen die mij echt kennen. Hij zag wie ik echt was. Hij luisterde, hij praatte. Bij hem voelde ik me zoals ik me nog nooit gevoeld had. En ja, het ging te snel. Ik had nog een relatie en probeerde de boot af te houden, maar ik viel als een blok voor hem. We bleven elkaar zien. Tot drie keer per week kwam hij naar mijn appartement en bleef hij ook overnachten.
‘Papa, kom je?’
Ik ben er niet fier op, maar pas zes maanden nadat ik Roberto had ontmoet, verbrak ik de relatie met mijn jeugdvriend. Ik voelde dat het écht was met Roberto en waagde de sprong. We werden zelfs ‘Facebook-official’, op zijn Facebookpagina stond ik als zijn vriendin en omgekeerd ook. Ondertussen waren mijn mama en mijn zus op de hoogte. Hij had mijn collega’s en vrienden ontmoet, hij vertelde honderduit over de zijne. We hadden een normale relatie, of dat dacht ik toch. Tot ik op een bepaald moment met hem aan het chatten was via de computer en hij zijn geluid was vergeten uit te zetten. Ik vond het romantisch, want ik hoorde zijn ademhaling.
Maar toen hoorde ik plots iets anders. Een stem die zei: ‘Papa, kom je?’ Roberto deed het scherm een beetje naar beneden en antwoordde: ‘Ja jongen, ga nog een beetje televisie kijken.’ Ik stond perplex. Omdat we elkaar op een datingsite hadden leren kennen, zei ik soms lachend dat hij evengoed een getrouwde man kon zijn met twee kinderen. Hij ontkende het altijd met een even grote glimlach als ik zoiets zei. En nu hoorde ik hem iemand papa noemen? Ik sloot het gesprek kort af en besloot hem er persoonlijk mee te confronteren.
“Roberto was mijn droomman. Hij was alles waarvan ik zelfs niet wist dat ik ernaar verlangde. Logisch, want hij was niet echt”
Drie dagen later zagen we elkaar, ik raapte al mijn moed bijeen en zei hem wat ik gehoord en gezien had. Roberto werd stil en zei toen dat hij me iets verzwegen had omdat hij geen medelijden wilde. Dat hij na het overlijden van zijn vrouw door vrienden meewarig werd bekeken en dat hij niet wilde dat ik hem op dezelfde manier zou zien. Hij vertelde me dat ik geen kind had gehoord, maar zijn gehandicapte broer Lorenzo. Een man van 35 jaar, met de mentale leeftijd van een kind van vijf. En dat ik niet ‘papa’ had gehoord, maar ‘baba’ omdat zijn broer ‘Roberto’ niet kan uitspreken. Hij gaf me zoveel details, vertelde het met zoveel overtuiging en inleving dat ik hem geloofde. Nu vind ik het onbegrijpelijk dat ik erin getuind ben, maar toen klonk het écht overtuigend. Roberto was een fiere man, dus ik begreep vanwaar die angst kwam om medelijden op te wekken. Met een diep gevoel van ontzag voor die geweldige man, die zoveel te dragen had, klasseerde ik zijn verhaal. We gingen verder met ons leven.
Alles klopte, en toch…
Na twee jaar sprak hij over een huwelijk. Ik was dolgelukkig. Roberto werd mijn man, ik werd zijn vrouw en we zouden voor mijn veertigste verjaardag getrouwd zijn, zei hij. Ik was toen 39. De ring waarmee hij me gevraagd had, was iets te groot, dus ik liet hem aanpassen bij de juwelier. Hij was besteld onder de naam van Roberto, de juwelier was enthousiast over ons huwelijk. Alles klopte.
Maar toch bleven er zaken knagen. Dat ik nog nooit bij hem thuis geweest was, al begreep ik het wel door zijn gehandicapte broer en zijn moeder. Dat ik pas laat in onze relatie zijn gsm-nummer had gekregen. Dat we op uitstap naar Parijs zouden gaan en hij lastminute afzegde. Dat hij samen met mij naar Madrid zou gaan en dan toch niet mee kon. Ik voelde dat er iets niet juist was. We hadden er soms ruzie over. Dan zei hij dat het hem teleurstelde dat ik hem niet vertrouwde.
Op een keer heb ik hem gebeld terwijl hij bij mij was. Per ongeluk, zogezegd. Maar mijn voorgevoel klopte. Niet zijn smartphone begon te rinkelen, maar een klein mobieltje. Toen ik er iets over zei, had hij een verklaring. Hij had áltijd een verklaring. Voor alles. Dat hij tijdens gesprekken met patiënten zijn smartphone uitzette omdat hij door niemand gestoord wilde worden. Maar alleen voor mij en voor de verzorgers van zijn broer maakte hij een uitzondering. Dat kleine toestel zette hij dus nooit uit. En weer geloofde ik hem. Het klonk ook zo aannemelijk…
Achteraf begrijp ik niet waarom Johan me zoveel verhalen over ‘Roberto’ op de mouw speldde. Hij maakte hem zo écht. Ik ging met hem naar een concert van Rocco Granata en hij huilde, omdat hij moest denken aan zijn Italiaanse jeugd. Ik ging met hem naar de Special Olympics en hij huilde omdat het hem deed denken aan zijn gehandicapte broer. Of dan moest hij onverwacht weg omdat er een ongeluk gebeurd was en gaf hij me details over een gebeurtenis die ik de dag erna in de krant las. Verzonnen details, ongetwijfeld. Maar ik was dan fier op ‘mijn’ man, die opgeroepen werd bij traumatische gebeurtenissen.
Ik kan nog uren vertellen over de verhalen die hij opdiste. Maar beetje bij beetje begon hij foutjes te maken. Hij noemde een tante de ene keer Laura en de andere keer Anna. Als ik er een opmerking over maakte, zei hij dat ze ‘Laura-Anna’ heette. Nog zoiets: hij was opgevoed door zijn Italiaanse grootmoeder, maar sprak geen Italiaans. Hij stuurde me eens een foto van het graf van zijn vader, en na uitgebreid zoeken op Google vond ik dat die man twee kinderen had: een jongen en een meisje. Dus niet twee zonen, zoals hij eerder had gezegd.
Ik besprak mijn twijfels met mijn mama en zus, en ze dachten dat ik gek was. Maar ik voelde het: er was iets wat hij me niet vertelde. Ik was toen nog zo naïef om te denken dat hij misschien gewoon géén psycholoog was, maar dat hij te fier was om dat toe te geven. Ik zag hem zo graag dat ik dacht: wat het ook is, we komen er wel uit. Maar ik móést het weten. Vooral omdat ik de rest van m’n leven met hem ging doorbrengen. We gingen trouwen én spraken over kinderen. Als hij de vader van mijn kind zou worden, moest ik het zeker weten. En omdat ik hem niet terugvond op het internet deed ik wat ze in de films doen. Ik schakelde een privédetective in.
En nóg bleef hij liegen
Toen ik mijn verhaal deed aan de detective, zei die dat hij bijna voltijds met zaken als deze bezig was. Negen op de tien keer ging het inderdaad om oplichters. “Maar bij jou,” zei hij, “is het iets speciaals.” Ik had zoveel details, onze relatie had zoveel diepgang én er was geen geld mee gemoeid. Maar het bleef verdacht. De privédetective besloot Roberto te volgen na een afspraak met mij. En mijn grootste nachtmerrie werd werkelijkheid. Nadat hij was weggegaan bij mij, reed hij recht naar een rijhuis, waar ook een vrouw binnenstapte. Toen ik de straatnaam van de privédetective kreeg, zocht ik die direct op internet op. En boem: een naam dook op. Johan Deckers.
Een Facebookprofiel met de foto van Roberto. En de woorden: “Gelukkig getrouwd en vader van twee kinderen.” Mijn wereld stortte in. Wat ik al die jaren al lachend had gezegd, bleek gewoon waar te zijn? Hij had mij drie jaar lang aan het lijntje gehouden. Belogen, bedrogen. Ik belde mijn zus huilend op en ze kon het ook niet geloven.
En toen begon ik zijn échte Facebookpagina te doorzoeken. Alle puzzelstukken vielen op hun plaats. Ons weekendje Parijs dat hij lastminute afzegde? Ik zag hem in Parijs romantisch kussend met z’n vrouw aan het reuzenrad staan. Normandië waar hij heen moest voor het werk? Een mooie familiefoto van het gezin aan de kliffen. Ik herkende zijn vrouw aangezien hij mij ooit een foto stuurde van zijn ‘overleden vrouw’. Ze bleek springlevend. Hij was helemaal niet van Italiaanse afkomst. En hij had helemaal geen broer met een handicap.
“En toen ontdekte ik zijn Facebookprofiel: gelukkig getrouwd en vader van twee kinderen. Ik wist niet wat ik zag”
Op dat moment wist ik dat ik hem kwijt was. Dat mijn leven, het leven dat ik met hem opgebouwd had, een leugen was. Ik voelde me vuil en vies. Een bedrieger, een minnares. En weet je wat het strafste is? Toen ik hem vertelde dat ik alles wist, stortte hij in. Hij! Dat hij zo gek was op mij, dat zijn verhaal een eigen leven was beginnen te leiden, dat hij mij nooit zo had willen bedriegen, maar dat hij met mij verder wilde. De privédetective had me dan alles al verteld en nog bleef ‘Roberto’ liegen. Toen hij vertrok, zei hij dat hij niet zonder mij kon. Om vervolgens zijn valse Facebookprofiel te wissen, mijn gsm-nummer te blokkeren en me uit zijn leven te schrappen.
Ik was kapot. Kon niets meer. Dit was niet zomaar een breuk. Hij nam me niet alleen mijn toekomst af, maar maakte ook alles wat we beleefd hadden tot een leugen. Ik voelde me zo vreselijk dom. Over kleine dingen, zoals de berichten die ik hem stuurde omdat we allebei hetzelfde sterrenbeeld hadden. Achteraf bleek hij helemaal niet hetzelfde sterrenbeeld te hebben. Zou hij me dan uitgelachen hebben, als ik hem zo’n romantische berichtjes stuurde? Zou hij gedacht hebben: wat voor een naïeve trien heb ik hier nu aan de haak geslagen?
Mentale mishandeling
Ik voelde me alleen, want ik durfde tegen niemand te zeggen wat de echte reden van de breuk was. Wat moest ik zeggen tegen mijn vrienden? Hij heette eigenlijk Johan Deckens, was verpleegkundige en had twee kinderen? Ik kon het niet over mijn lippen krijgen. Alleen mijn familie weet het, enkele heel dichte vrienden en die privédetective. Die laatste heeft me gezegd dat ik eigenlijk klacht kon indienen.
“Zijn vrouw die gestorven was; zijn gehandicapte broer die bij hem inwoonde, en waardoor ik nooit bij hem thuis kon komen… Het was één grote leugen”
Wat Johan me heeft aangedaan, is mishandeling, zegt hij. Hetzelfde als slagen en verwondingen, maar dan mentaal. En zo voel ik me ook: mishandeld. Ik heb veel willen doen. Ik heb op alle mogelijke manieren wraak genomen, maar enkel in mijn hoofd. In mijn hoofd ben ik naar zijn vrouw toegegaan om haar het hele verhaal te vertellen. Ik heb de politie ingeschakeld, ik ben naar zijn werk gegaan. Ik heb affiches opgehangen in zijn straat met zijn gezicht erop en zijn ware aard, ik heb zijn Facebookprofiel besmeurd met haatpraat. Maar ik kon het niet. Ik was te kapot. De eerste maanden heb ik vooral overleefd. En hoewel mijn familie vindt dat ik inderdaad klacht moet indienen, hebben ze me vooral staande proberen te houden. De brokstukken van een gelogen relatie bij elkaar geveegd.
Zijn echte verhaal te weten komen, werd even een obsessie. Ik bleef hem berichten sturen, ik bleef zijn naam googelen en zijn profiel checken. Op een dag, en dat is het laatste wat ik van hem gehoord heb, belde hij me op. “Kim, het spijt me dat ik je gekwetst heb, maar je moet stoppen met me te contacteren. Mijn vrouw Katrien weet alles, ik heb het haar verteld en ze wil verder met mij.” En dan kreeg ik haar aan de lijn. Ze zei dat ik hem moest laten gaan, dat ik geen gezin mocht kapot maken. Tot op de dag van vandaag vraag ik me af of het wel Katrien was die ik aan de lijn had. Of was het misschien weer een andere vrouw die hij ingeschakeld had? Achteraf heb ik contact gehad met andere vrouwen op de datingsite met wie hij contact had. Ook daar had hij andere persoonlijkheden. In 2003 was hij agent, in de tijd dat ik hem kende was hij psycholoog. Eén vrouw heeft hij zelfs ‘begeleid’ als psycholoog. Toen ik haar vertelde dat hij niet was wie hij liet uitschijnen, zat ze in zak en as.
Met lege handen
Het is nu een jaar geleden dat onze relatie op de klippen liep. Het ergste is dat ik echt gelukkig was. Dolgelukkig, met de man van mijn dromen. Hij was alles wat ik verlangde, en méér. Hij was alles waarvan ik zelfs niet wist dat ik ernaar verlangde. Logisch, want hij was niet echt. Hij vormde zich gewoon naar mijn ideaalbeeld. Zijn verhaal paste hij aan naar wat ik wilde. Ik was perfect gelukkig met een man die niet bestond. En daarom heeft hij me voor de rest van mijn leven beschadigd. Want wat ik met Roberto had, ga ik nooit meer kunnen hebben. Nu besef ik hoe hij te werk ging. Hij keek op mijn Facebookpagina wat mijn interesses waren en ging daar verder op in. Hij was duikinstructeur omdat ik had geschreven dat ik graag duik, hield van de muziek van Bart, Peeters net als ik… zo wond hij me helemaal rond zijn vinger.
Het gruwelijkste is dat hij me leger heeft achtergelaten dan voor ik hem kende. Ik had geen kinderwens toen ik hem ontmoette. Ik was 38 jaar en dacht dat ik die boot had gemist. Maar tijdens onze relatie en doordat hij erover sprak, ben ik erover beginnen na te denken. Hij sprak vaak over kindjes, over hoe we een dochter zouden krijgen en hoe leuk het zou zijn om een gezin te hebben. Hij heeft dat zaadje geplant in mijn hoofd en mijn hart, en dat is beginnen te ontluiken. Maar nu ben ik 41 jaar. En heb ik geen man. Hij heeft die kinderwens gecreëerd en heeft dan drie belangrijke jaren gestolen. Toen ik hem leerde kennen, kon het nog. Nu bijna niet meer.
Ondertussen is het bijna een jaar geleden dat ik hem voor het laatst zag. Ik weet nog altijd niet wat ik moet doen. Ik ben uit mijn dal gekropen, maar ik weet niet of ik sterk genoeg ben om de confrontatie aan te gaan. Moet ik het zijn vrouw vertellen? Moet ik de politie inschakelen? Ik weet het niet. Mijn familie vindt van wel, maar eigenlijk willen ze gewoon dat ik er weer bovenop kom. Dat is het belangrijkste. En Roberto is toch dood. Daar heeft Johan voor gezorgd. Hij heeft Roberto geschapen en heeft hem ook vermoord. En ik ben drie jaar lang een maîtresse geweest. Zonder het te beseffen. En dat wens ik niemand toe.”
De namen zijn aangepast omdat Kim haar verhaal anoniem wilde vertellen.
Tekst: Lisa Gabriëls. Foto: Getty Images