Student in huis: kun jij nog volgen?

Tolereren, leerkrediet, studiepunten, credits, … Met een student in huis vliegen de moeilijke woorden je hoogstwaarschijnlijk om de oren. Kun jij nog volgen? 

Het studentenleven: misschien wel de mooiste tijd uit je kind z’n leven. Maar als ouder betekent dat nog wat meer loslaten. Geen rapporten meer die je samen met de leerkrachten kunt bekijken, geen toetsen die je een beeld geven of je kind wel goed bezig is. En al die moeilijke woorden als leerkrediet en credits die je om de oren vliegen, je zou voor minder de weg een beetje kwijtraken als ouder. Geen nood, we leggen het graag voor je uit.

De opleidingen

Een bachelor of een master, een graduaat of een schakelprogramma? Het is niet altijd makkelijk om te weten welk programma je zoon of dochter precies volgt. Een overzicht!

Graduaat

De hogere beroepsopleiding, ook wel graduaat genoemd, bereidt je twee jaar lang voor op het uitoefenen van een specifiek beroep. De opleiding telt 90 of 120 studiepunten en je volgt ze meestal aan de hogeschool. De grootste troef? Praktijk staat voorop. Zo is het werkplekleren een vaste waarde in de opleiding, en zijn theorielessen veel minder aan de orde.

Bachelor

Je bent een bachelor na het afronden van een opleiding van normaal gezien drie academiejaren. Voor verpleegkunde zijn dat er vier. Er zijn twee soorten bacheloropleidingen:

• De professionele bachelor: je leert aan de hogeschool de algemene en specifieke vaardigheden, kennis en competenties om onmiddellijk na het afstuderen aan de slag te kunnen gaan. Denk maar aan leerkrachten en verpleegkundigen. De opleiding telt 180 studiepunten. Nadien kun je nog een schakelprogramma volgen dat je een toegangsticket geeft tot een masteropleiding.
• De academische bachelor: een theoretische en wetenschappelijke opleiding aan de universiteit, die 180 studiepunten telt, die zich richt op onderzoek en het ontwikkelen van theoretische kennis. Het doel is om je voor te bereiden op een masteropleiding.

Master

Een masteropleiding is altijd academisch gericht: ze legt de nadruk op gevorderde wetenschappelijke of artistieke kennis en competenties. Je volgt een master aan de universiteit; voor een kunstopleiding moet je aan een School of Arts zijn.

Begrippen uit het hoger onderwijs

Als je zoon of dochter naar het hoger onderwijs gaat, dan gaat er voor jou, maar ook voor je kind een hele nieuwe wereld open. Leerkrediet, credits, opleidingsonderdelen, … De belangrijkste begrippen onder de loep!

Leerkrediet

Als je start in het hoger onderwijs, dan krijgt elke student een rugzak, het startleerkrediet genoemd, van 140 studiepunten. In een normaal jaar zet je er meteen 60 in. Ben je geslaagd? Dan krijg je ze gewoon terug en kun je ze volgend academiejaar opnieuw zetten. Wist je trouwens dat je de eerste 60 studiepunten waarvoor je slaagt dubbel terugkrijgt?

Slaag je niet? Dan ben je het aantal studiepunten van het vak waarvoor je niet geslaagd bent kwijt. Het kan dus gebeuren, als je meerdere keren buist, dat je niet genoeg studiepunten meer hebt om het volgende academiejaar alle vakken op te nemen. Het gevolg? Je inschrijving kan geweigerd worden of je moet méér studiegeld betalen.

Opleidingsonderdelen en studieprogramma

Terwijl je in het secundair vakken als wiskunde, chemie en biologie hebt, spreken ze in het hoger onderwijs van opleidingsonderdelen. Die kunnen theoretisch zijn – zoals filosofie of recht – maar ook praktischer, zoals stages en de bachelorproef. Dat allemaal samen wordt het individueel studieprogramma (ISP) genoemd.

Studiepunten

Aan elk opleidingsonderdeel hangt een aantal studiepunten, die meteen laten zien welke inspanningen het ‘vak’ vereist. Zo staat 1 studiepunt voor 25 tot 30 uren studietijd. Let wel: daar zitten ook de uren bij die je spendeert aan colleges, voorbereidingen, examens afleggen, …

Credits

Als je slaagt voor een opleidingsonderdeel krijg je studiepunten. De terugverdiende studiepunten worden ook wel credits genoemd. Eens alle credits van de opleiding in the pocket zijn, krijg je je diploma.

Tolerantie

In een bacheloropleiding kun je een tolerantie inzetten voor opleidingsonderdelen waarvoor je niet geslaagd bent. Zo hoef je het ‘vak’ en het examen niet opnieuw te doen en kun je het volgende jaar gewoon verder met het afwerken van de andere opleidingsonderdelen. Let wel: je mag niet zomaar tolereren. Er hangen namelijk een aantal voorwaarden aan vast:

• je hebt een cumulatieve studie-efficiëntie van minstens 50 procent. Wat wil dat zeggen? Stel dat je in je eerste jaar 60 studiepunten opneemt, dan moet de som van de studiepunten van de opleidingsonderdelen waarvoor je geslaagd bent, minstens 30 zijn. De helft van 60 dus.
• je hebt een 8 of 9 op 20 behaald.
• je hebt nog voldoende tolerantiekrediet over.

Niet álle opleidingsonderdelen zijn tolereerbaar. Sommige opleidingsonderdelen zijn zo belangrijk in de opleiding, dat het echt wel essentieel is om te slagen.

MEER STUDIENIEUWS LEES JE HIER:

• Makkelijke en snelle gerechten voor je (kot)student
• 11x studentenkotinspiratie waar je mond van openvalt!
• Eén op de drie eerstejaarsstudenten kampte met psychische klachten

Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!