Column Marcel: Over openhartig praten met andere vaders
Voor wie het heeft gemist: ik doe de laatste maanden interviews met andere vaders voor dit magistrale tijdschrift. Niet om op te scheppen of iets dergelijks – jullie weten dat ik een zeer bescheiden man ben – maar dat is een van de leukste dingen die ik de afgelopen jaren heb gedaan.
Dat komt eigenlijk niet eens zozeer door de mannen zelf – hoewel het helpt dat allen tot nu toe fijne gesprekspartners waren – maar vooral omdat de insteek van de interviews het vaderschap is. En dat blijkt goud waard. Het vaderschap werkt namelijk ontwapenend, en dat is een understatement, want ik kan inmiddels gerust zeggen dat het vaderschap mij tot een emotionele draak heeft gemaakt. Ik huil tegenwoordig niet alleen om pasgeboren varkentjes of twee zwanen die door de gracht zwemmen met een trits minizwanen, nee, ik huil zelfs om commercials van supermarkten. Ja, mevrouw, echt. En dat blijkt dus universeel te zijn, in veel gevallen.
Alle vaders die ik tot nu toe mocht interviewen, raakten op enig moment in het gesprek geรซmotioneerd. Van Jacques Vermeire via Gert Verhulst tot zelfs Bart de Wever, de burgemeester van Antwerpen die toch vooral te boek staat als een koele politicus. Hij had tranen in zijn ogen, jazeker, en die waren niet geacteerd. De Wever was oprecht geraakt toen we het hadden over de sterfelijkheid van zijn kinderen. Iets waar we uiteraard liever nooit over na willen denken, laat staan over praten. Toch deden we dat, iets dat blijkbaar kan omdat een gesprek over het vaderschap ruimte biedt voor persoonlijke vragen. Vragen die ik anders misschien niet had durven stellen, maar omdat het over het vaderschap gaat, iets wat zowel de interviewer als de geรฏnterviewde verbindt, kan het.
โNet zoals bij motorrijders die mekaar kruisen, is er tussen vaders een soort van onderling begripโ
Zonder nu te overdrijven: deze opdracht heeft mij rijker gemaakt. Het is fantastisch om te horen hoe al die verschillende, beroemde mannen omgaan met hun kinderen, hoeveel ze van elkaar verschillen als het aankomt op opvoeding en hoeveel ze op elkaar lijken als het aankomt op hun vaderliefde. Sommige mannen wisten al op zeer jonge leeftijd dat ze vader wilden worden, anderen – zoals ik – wisten het pas toen hun vrouw zwanger raakte. Maar ook dat maakt niet uit. Verschillen moeten er zijn en die zijn er dan ook, maar kinderen zijn de verbindende factor. Niet dat je een minder mens bent zonder kinderen, trouwens, dat slaat nergens op en is onwaar, maar als je ze eenmaal hebt, is er tussen vaders een soort onderling begrip. Zoals dat er ook is bij motorrijders. Een glimlach, een knipoog, een hand op de schouder die zegt: ik weet hoe het voelt, ik weet hoe mooi het kan zijn en hoe ellendig en zwaar. En hoe verrijkend het is, vader zijn. In zoveel opzichten ook, want zonder Sammie had ik nooit een wekelijkse column kunnen schrijven, had ik zeer waarschijnlijk nooit deze vaders ontmoet en zulke interessante gesprekken met ze gehad.
Nogmaals: ik wil de mensen die geen kinderen willen of kunnen krijgen geenszins voor het hoofd stoten. Integendeel. Ik wil alleen een keer heel duidelijk maken hoe gelukkig ik ben met mijn dochter en alles wat er door haar in mijn leven gaande is. Zonder dat ik daar al te emotioneel over doe, want ik ben wel een beetje klaar met al die emoties van mij. Ik zou af en toe verdomd bijna vergeten dat ik een man ben. En dat ben ik toch heus. Daarom ga ik nu naar boksschool en naar het cafรฉ en daar ga ik bier drinken en sigaren roken en praten over voetbal en mooie vrouwen. Ja, allemaal tegelijk, want dat kan ik, als man. Zonder te huilen. Denk ik.