“De babyboomer had maar één focus: het familiebedrijf. De nieuwe generatie staat anders in het leven en wil er ook zijn voor het gezin”
Vroeger was het de normaalste zaak van de wereld dat je het bedrijf van je ouders overnam. Nu zijn zonen en dochters kritischer en gaan ze anders om met het ondernemerschap. “Ondernemen met je familie kan mooi zijn, maar soms ook net belastend. Het is pure psychologie”, aldus professor Diane Arijs, gespecialiseerd in familiebedrijven en bedrijfsfamilies.
Familiebedrijf: van kleine bakker tot multinational
Diane, laat ons beginnen met het begin: wanneer spreken we van een familiebedrijf?
Diane: “Er zijn uiteenlopende definities met verschillende nuances over eigendom, zeggenschap en actieve rollen, maar het belangrijkste is dat je in essentie aan het gedrag moet zien dat het een familiebedrijf is. Die langetermijnvisie is belangrijk, wil je het bedrijf verderzetten als familie? De grootte speelt daarbij geen rol. Het kan gaan om een man en vrouw die samen een bakkerij om de hoek hebben, maar even goed om een multinational met duizenden medewerkers die internationaal actief is.”
Ze bestaan al sinds mensenheugenis. Hoe is het vandaag gesteld met de familiebedrijven in ons land?
“Eigenlijk is België een kmo-land, we hebben voornamelijk kleine en middelgrote ondernemingen. Dat zie je ook binnen onze populatie van familiebedrijven. Er circuleren verschillende cijfers afhankelijk van die definitie, maar algemeen kunnen we stellen dat in 75% van onze bedrijven de meerderheid van de eigendom in handen is van familie en er een actieve betrokkenheid is van de eigenaarsfamilie in het bestuur of het leiderschap. Dit alles uiteraard met de intentie om als familiebedrijf verder te gaan. We mogen niet vergeten dat het niet enkel om kmo’s gaat, maar ook om de man en vrouw die samen een zelfstandige zaak hebben.”
Het blijft in de familie
Gaat het meestal om kinderen die in het bedrijf van hun ouders stappen of zijn er ook andere familiebanden mogelijk?
“Kinderen die in het bedrijf van hun ouders stappen, dat komt inderdaad vaak voor, maar een familiebedrijf kan ook starten met siblings, broers of zussen dus. We zien wel dat familiale eigenaars het bedrijf liefst zo dicht mogelijk bij de familie houden, zowel wat de algemene leiding betreft als bij een overdracht. We zitten nog altijd middenin een trend van babyboomers die massaal opvolging moeten vinden voor hun familiebedrijf. Liefst in eigen rangen natuurlijk, maar soms moet je ook naar externen kijken en verkopen.”
Kinderen willen de traditie bewaren, maar zijn niet bang om te vernieuwen waar het kan en mag
Waarom kiezen kinderen ervoor om in het familiebedrijf te stappen of het over te nemen?
“We moeten natuurlijk voor ogen houden dat er niet één familiebedrijf is en niet één scenario van hoe zo’n overdracht eruitziet. De context is heel erg belangrijk. Als we toch een algemeen beeld willen schetsen, dan zie je dat er vaak bij de volgende generatie van kleins af aan een band is opgebouwd door spelenderwijs in het bedrijf of het magazijn rond te lopen. Vaak kennen ze zelfs de oudere medewerkers binnen het bedrijf. ‘Het zit in het bloed’, of ‘het is met de paplepel ingegeven’, zijn dingen die je vaak hoort.
Tegelijk ervaart de volgende generatie ook een druk. Zij willen immers niet degene zijn die de lijn doorknipt, zeker niet als het bedrijf al van generatie op generatie doorgegeven wordt.
Doorgaans gaat het echter om een positieve keuze, en zien de kinderen een mooi bedrijf met nieuwe kansen. Tegenwoordig wordt het eigen ondernemend verhaal in het familiebedrijf steeds belangrijker. Kinderen willen de traditie bewaren, maar zijn niet bang om te vernieuwen waar het kan en mag.”
Vroeger was het normaal dat je de zaak overnam. Er was zelfs geen ruimte of openheid om dit ter discussie te stellen. Dat is natuurlijk wel veranderd
En waarom zou je het niet doen?
“Dat gebeurt inderdaad ook, en een van de belangrijkste redenen is ook net dat ze gezien hebben dat een familiebedrijf ook hard werken is en veel druk met zich meebrengt. Soms inclusief familiale spanningen, en daar bedanken kinderen bewust voor. Dat is op zich wel jammer, want het is niet bij voorbaat zo dat die familiale spanningen mee overgedragen worden naar de volgende generatie. Als je er transparant over communiceert en preventief bekijkt hoe je de situatie best aanpakt, kun je veel miserie voorkomen.
Vroeger was het eerder normaal dat je de zaak overnam. Er was zelfs geen ruimte of openheid om dit ter discussie te stellen. Dat is natuurlijk wel veranderd. Ik zie nu bij heel veel familiebedrijven dat er een heel proces gestart wordt op het moment dat het tijd wordt om een mogelijke overdracht bespreekbaar te maken. Er wordt echt gepraat en gekeken wie welke rol op zich kan nemen, wie ervoor geschikt is of zich eventueel wil bijscholen. Dat gaat vaak samen met de professionalisering van onze familiebedrijven.”
Zie je hierin een verschil tussen mannen en vrouwen?
“In 2009 heb ik daar mijn doctoraatsonderzoek aan gewijd. Toen was het duidelijk dat familiebedrijven bijvoorbeeld nog veel meer leidersrollen doorgeven aan mannen. Let op, dat betekent niet noodzakelijk dat vrouwen minder kansen krijgen, soms zien ze het zelf ook gewoon niet zitten. Maar dat verschil bestaat ook de dag van vandaag nog.”
Een familiebedrijf is pure psycholgie
Wat zijn de grootste uitdagingen voor de familie zelf? Naast economie is er ook de psychologie…
“Dat is meteen de kern van de complexiteit van een familiebedrijf, maar ook een tweesnijdend zwaard. Samen ondernemen met je familie kan een enorme troef zijn. Soms heb je maar een blik nodig om te weten waar je aan toe bent, omdat je elkaar door en door kent. Je versterkt elkaar en hieruit kunnen mooie prestaties ontstaan. Anderzijds weten we dat familiedynamieken ook heel belastend kunnen zijn en dat spanningen verlammend werken. Je kruist elkaar niet enkel als familie in het familiesysteem, maar ook in dat bedrijfssysteem als bedrijfsfamilie. Je komt elkaar letterlijk meer tegen en moet over grotere en belangrijke dingen beslissingen nemen.
Ik merk wel dat er een grotere bewustwording is bij familiebedrijven over het belang van een goede communicatie. Het gaat niet meer alleen over financiële geletterdheid, een jaarrekening kunnen ontcijferen of productkennis. Men wil ook zorg dragen voor de familie zelf en de cohesie.”
Soms worden sterke emoties wakker door enkel de blik van een familielid. ‘Het is niet waar, ze gaat wéér gelijk krijgen van vader’
Ouders en kinderen durven al eens op elkaar lijken, botst dat niet?
“Als familiebedrijven op zoek gaan naar ondersteuning in hun communicatie of manier van samenwerken, hoor je heel vaak ‘we zijn copy-paste, we zijn hetzelfde en dat botst al eens’. Daar ligt een grote valkuil.
In ons emotionele brein worden soms heel sterke emoties wakker door enkel de blik van een familielid, van waaruit conclusies getrokken worden. ‘Het is niet waar, ze gaat wéér gelijk krijgen van vader’. Soms zit je met volwassenen aan tafel, maar lijkt het wel een kleutertuin. Dat is het oud zeer dat bovenkomt, uit de kindertijd. Het is een hele uitdaging om je daar bewust van te worden, te (h)erkennen dat die emoties spelen of dat je je weer laat vangen door een oud patroon of oud zeer.
Je ziet dat onze Belgische familiebedrijven er steeds meer voor openstaan om professionele hulp in te roepen. Ze beseffen dat het niet enkel gaat om het financieel succes van het bedrijf, maar ook om de cohesie en het functioneren als familie.”
Verschillende generaties in het bedrijf
Het mooie aan het familiebedrijf is dat het gezin en de kinderen waarvoor moet gezorgd worden, de kleinkinderen van de bedrijfsleider zijn. Daardoor is er veel meer begrip voor de situatie
Hoe gaan verschillende generaties om met het familiebedrijf? Ik denk maar aan de work-life balance bijvoorbeeld…
“Het thema dat je nu aanhaalt, is waar het meest verschil zit. Als je het heel algemeen bekijkt, zit je vaak met een babyboomer die zich steeds volledig op het bedrijf heeft kunnen focussen en zich niets moest aantrekken van het gezinsleven of de kinderen. Kijken we dan naar de kinderen, dan zien we een andere generatie. Dat zijn vaak tweeverdieners die elk hun carrière uitbouwen, maar ook samen instaan voor de zorg voor het gezin. Die nieuwe generatie wil de aanwezige ouder zijn, die weet hoe het écht gaat met zijn kind op school.
Gelukkig zijn de ouders, die het bedrijf op termijn zullen overdragen, zich daar wel van bewust. Het is een andere tijd, zij moesten zich daar allemaal niet om bekommeren en er wordt wel met bewondering over die combinatie werk-gezin gesproken. Dat maakt dat er realistisch gekeken wordt naar hoe de zoon of dochter in het bedrijf kan stappen. De vader werkte misschien 80 uur per week, maar beseft dat zijn kinderen dat niet kunnen, en dat ze iemand extra zullen moeten aannemen.
Het mooie aan het familiebedrijf is dat het gezin en de kinderen waarvoor moet gezorgd worden, de kleinkinderen van de bedrijfsleider zijn. Daardoor is er veel meer begrip voor de situatie. Dat is een groot verschil met werken in een regulier bedrijf.”
Hoe is het om als buitenstaander in zo’n bedrijf te werken? Zijn die jobs gegeerd?
“We zien inderdaad dat familiebedrijven een streepje voor hebben omdat ze als warmer gezien worden. Je komt terecht in een community waar er zorg en aandacht gaat naar de mens en niet enkel naar cijfers. In sommige gevallen speelt de perceptie echter in hun nadeel, en dat is als het over verloning of doorgroeimogelijkheden gaat. Wil je een blitzstart maken en snel veel geld verdienen, dan kies je misschien beter voor een grote multinational, maar vind je een menselijkheid en een warme cultuur belangrijk, dan is een familiebedrijf een aanrader.”
Met dank aan Diane Arijs.
Meer lezen over familiebanden:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!