Kidskwesties:“Onze oudste dochter is 15, en ik betrap haar steeds vaker op leugens. Hoe maak ik haar duidelijk dat dat niet kan?”
Kinderpsychiater Lieve Swinnen beantwoordt voor Libelle vragen die elke moeder zich vroeg of laat weleens stelt. Deze week…
Annick (42): “Onze oudste dochter Merel is 15, en ik betrap haar steeds vaker op leugens. Hoe maak ik haar duidelijk dat dat niet kan?”
Dit zegt Lieve Swinnen:
“Dit is een voorbeeld uit mijn eigen praktijk. De ouders van Merel hebben de indruk dat hun dochter er de laatste tijd een spel van maakt om te liegen. ‘Nooit zegt ze de waarheid. Noch over banale zaken – wie de laatste chocoladereep nam – noch over belangrijkere dingen, met wie ze naar een fuif gaat, bijvoorbeeld. Wij vinden dat verschrikkelijk, en voelen ons er heel onveilig bij.’”
“Iedereen ‘liegt’, want het is een vorm van sociaal gedrag. Dat houdt in dat we rekening houden met de gevoelens van anderen en daarom regelmatig andere dingen zeggen dan we denken. Een nieuw kapsel dat je niet mooi vindt, een feestje dat niet echt geslaagd was… Waarom zou je de sfeer vergallen door hierover eerlijk te zijn? Zolang we van elkaar weten dat we – als het er écht op aankomt – wel een eerlijk antwoord krijgen, moeten we die leugentjes om bestwil niet als een probleem zien. We zijn er ons zelfs vaak niet eens van bewust. Trouwens, ook tegenover onze kinderen ‘bezondigen’ we ons er als ouders regelmatig aan. Wie heeft er nog nooit eens gezegd dat er geen tijd was voor een spelletje, terwijl je eigenlijk gewoon geen zin had? En ook: een van de prachtigste kindertradities die we hebben, is een leugen: Sinterklaas. De ouders van Merel bedoelen met liegen uiteraard iets anders: dat hun kind dingen verzwijgt, fouten niet toegeeft, de schuld op iemand anders steekt of van alles verzint om de waarheid te verdoezelen.”
“Rond de leeftijd van vier tot vijf jaar beginnen kinderen leugentjes te vertellen, het hoort bij de ontwikkeling. Door te liegen, toont een kind immers zijn zelfstandigheid: weten dat iets fout is, maar zelf beslissen de waarheid niet te vertellen. Groter wordende kinderen liegen om hun foutjes te verbergen. Ze weten dat ze zo een sanctie kunnen ontlopen en winnen er dus bij. En ook: fouten toegeven is verschrikkelijk moeilijk, dat weten we allemaal.”
“Wanneer pubers liegen, hoort dat vaak bij het overtreden van grenzen. Pubers proberen uit, ze gaan bijvoorbeeld stiekem roken. De groepsdruk primeert vaak op het ouderlijke gezag en erbij horen is heilig voor pubers. Leeftijdsgenoten geven hen immers altijd gelijk, wat het gevoel van samenhorigheid nóg vergroot.
Probeer de puberteit te zien als een periode waarin je kind zichzelf eerst moeten leren kennen vooraleer het zijn gedachten, gevoelens en keuzes deelt met jou, de ouder. De afstand móét vergroten, en door te liegen maakt je puber die afstand concreet. Vaak zien we dat wanneer de band vóór de puberteit heel hecht was, het conflict in de puberteit ook groter is: je uit een heel hechte relatie losmaken, vraagt strijd. Een andere reden voor een puber om te gaan liegen, kan onzekerheid zijn. Om onzekerheid te verbergen, om zich een houding van ‘ik heb lak aan alles’ aan te meten, gaat je puber zich héél groot – lees: stoer – voordoen en dan komt liegen goed van pas. Problematisch is dat allemaal niet, en het kan gewoon bij het opgroeien horen.”
“Iets anders is het wanneer liegen deel uitmaakt van een ernstiger probleem. Een vroeger patiëntje van mij, Linda, verzon bijvoorbeeld al jarenlang allerlei verhalen: mama verwacht een baby’tje, we gaan op vakantie naar Amerika, ik krijg een paard… Ze wilde zo graag bij de groep horen dat ze het nodig vond zichzelf ‘belangrijk’ te maken. Ook jongeren met ernstige gedragsstoornissen liegen veel, maar bij hen merk je dan vaak nog ander probleemgedrag op: stelen, anderen bedreigen, agressie… Dan is professionele hulp nodig.”
“Maar hoe pak je nu het ‘dagdagelijkse’ liegen aan? Vermijd eerst en vooral uitspraken als ‘liegen is het allerergste’. Pas op, dit klopt wel, liegen is niet de beste oplossing om indruk te maken of wanneer je in nauwe schoentjes zit, maar geef je kind de tijd om dit te leren. Benoem eerlijkheid wél als een belangrijke waarde. Probeer zelf eerlijk te zijn en leer fouten toe te geven. Dan is het voor je kind minder moeilijk om iets op te biechten, en leert het dat niemand perfect is, ook jij niet. Geef je kind ook een compliment op momenten dat het de waarheid vertelt. We leren nog altijd meer van aanmoedigingen dan van berispingen. En als je je kind op een leugen betrapt, confronteer het dan met de leugen en geef aan dat je dit niet goedkeurt, maar dwing niet tot toegeven. Niemand lijdt immers graag gezichtsverlies.”
“Zorg ook dat liegen niet loont. Heeft je kind een ander benadeeld, dan moet dat worden rechtgezet. Wordt liegen een gewoonte, pas dan de volgende tactiek toe. Bij een leugen sanctioneer je twee keer: voor de overtreding zelf en het feit dat je zoon of dochter een leugen vertelt tout court. Een voorbeeld: je puber gaat na schooltijd met vrienden op café, terwijl hij jou vertelt dat hij moet nablijven om voor school te werken. Laat hem een weekend thuisblijven, en het liegen kan hij goedmaken door voor jou te klussen. Totdat je puber doorheeft: eerlijk duurt het langst.”
LIEVE SWINNEN • getrouwd met Ignace en mama van drie volwassen zonen • houdt van zwemmen, wandelen, lezen en Candy Crush • grote fan van Justine Henin (nog steeds)
• karakter: druk en impulsief • heeft haar eigen praktijk, De Hoeksteen.