“Trop is te veel: te vaak verwennen, maakt een kind egocentrisch”
We kennen allemaal โopvoedingsmythesโ. Adviezen over hoe we het best met onze kinderen omgaan en die – zoals het woord ‘mythe’ zegt – berusten op onwaarheden. En toch blijven ze hardnekkig bestaan. Misschien omdat er toch een deeltje waarheid in schuilt? Gezinswetenschapper Philippe Noens neemt er een paar onder de loep.
Wie is Philippe Noens?
- Docent opleiding Gezinswetenschappen
- Onderzoeker Kenniscentrum Gezinswetenschappen (Hogeschool Odisee)
- Auteur van het boek โMogen we nog wel straffen?โ
- Schrijft opiniestukken voor onder andere Knack, De Standaard, De Morgen, Humo
De peuterpuberteit, bestaat ze nu wel of niet?
Een van de meest gekende opvoedingsmythes is dat de peuterpubertiteit een verzinsel is van overijverige pedagogen, en dus niet bestaat. Natuurlijk is het woord โpeuterpuberteitโ verzonnen (overigens niet door een pedagoog, wel door een journalist). Maar het fenomeen dat kinderen vanaf anderhalf tot ongeveer vier jaar hun โeigen ikโ leren ontdekken, bestaat wel degelijk. Vraag dat maar aan alle jonge oudersโฆ
Kinderen van die leeftijd beseffen dat ze niet langer een verlengstuk van hun ouders zijn. Om dat goed te oefenen, gaan ze tegen de regels en eisen van hun ouders in. Netjes aankleden? Lukt niet zonder hulp. Aan tafel komen? Met veel tegenzin. Flink eten? Ja, als het chocolade of koekjes zijn. Niet met speelgoed gooien? Toch maar doen. Perfect normaal gedrag, want zo leren onze zoontjes en dochtertjes hun eigen identiteit boetseren.
Ook pubers zijn opnieuw bezig met het โopbouwenโ van die identiteit. Wellicht daarom dat zowel peuters als pubers zo vaak in conflict komen met hun ouders.
Een verwend kind is een bedorven kind
Een tweede voorbeeld van een opvoedingsmythe: als je een kind te veel verwent, doe je het tekort. Interessante mythe, want we kunnen er de geschiedenis bijhalen.
Tijdens de wereldoorlogen stond men voor een โhardereโ opvoedingsstijl โ gebaseerd op discipline, gehoorzaamheid en regelmaat. Het idee leefde sterk dat je kinderen niet moest overladen met โkussen en knuffelsโ. Dan zou je de persoonlijkheid van het kind fnuiken. In het Engels heet dat: โspoiled rottenโ. Een verwend kind is een โbedorvenโ kind.
Na die vreselijke wereldoorlogen werd er evenwel anders over opvoeding nagedacht. Heel wat mensen verlangden, gedesillusioneerd door de wreedheden in de loopgraven, naar een meer positieve visie op onze menselijke natuur. Naar een positievere omgang met kinderen.
Als volwassenen genieten we van een glas champagne, maar de fles moet niet leeg. Dat kunnen we ook doortrekken naar onze kinderen: maak ze niet ‘dronken’ van liefde
Philippe Noens
Vandaag hebben we de mond vol van โhechtingโ, maar dat woord gaat al een tijdje mee. De psycholoog John Bowlby (1907 โ 1990) ontwikkelde de theorie dat elk kind, en dus elke mens, in de eerste plaats naar verbondenheid hunkert. En dus niet, zoals in de wereldoorlogen, naar vernietigen.
De toekomst lijkt Bowlby gelijk te hebben gegeven: als ouders vinden we een warme, veilige thuis om in op te groeien bijzonder belangrijk. We spenderen veel tijd met onze babyโs, proberen juist te reageren op de signalen van onze kinderen, en zorgen zo goed mogelijk voor een zekere continuรฏteit in het leven van onze tieners.
Al moeten we daarin ook niet overdrijven, horen we steeds vaker. Proberen (adequaat) te reageren op elke aandachtspoging van jouw kind put je als ouder uit, en al die extra uren aandacht en voortdurend aangereikte hulp is ongezond. Voor jouw kind(eren), en voor jou.
Trop is te veel
De mythe van het verwennen, kortom, blijft bestaan omdat we nog zoekende zijn.
Al mogen we hier gerust leunen op het gezond verstand: jouw kind verwennen mag. Een ijsje met drie bollen op een zonnige dag: waarom niet? Eens langer opblijven omdat er een leuke film op televisie is: moet kunnen. Maar jouw kind te vaak verwennen, komt neer op een vorm van verwaarlozing.
โTrop is te veelโ โ als volwassenen genieten we van een glas champagne, maar de fles moet niet leeg. Een soortgelijke redenering gaat op voor onze kinderen: maak ze niet โdronkenโ van liefde.
Waarom niet? Anderen zullen hen daardoor minder aardig vinden. Te vaak verwennen maakt een kind egocentrisch. En een doordenkertje: wie steeds zijn zin krijgt, kan zijn zinnen veel moeilijker verzetten.