Familie
Hoe ga je om met kinderen die snel angstig zijn?
Door Sara Dekens

Als je zoon of dochter angstig is, zeggen we al gauw ‘het is niet erg’ of ‘je hoeft niet bang te zijn’. Die gevoelens minimaliseren is echter geen goed idee, zegt psycholoog Wendy de Pree. “We moeten die gevoelens erkennen en ermee aan de slag om onze kinderen veerkrachtiger te maken”.

In haar boek ‘Wat echt werkt bij kinderen die snel angstig zijn’ wil de Pree ouders, maar ook leerkrachten, handvatten aanreiken, zodat de kinderen niet in therapie hoeven. “Mensen hebben nood aan laagdrempelige informatie waarmee ze aan de slag kunnen. We moeten niet wachten tot al die kinderen bij ons in de praktijk komen.”

Angstige maatschappij

Volgens cijfers lijdt 15 tot 19% van de Belgen aan een angststoornis. Is dat de reden waarom je dit boek geschreven hebt?

Wendy de Pree: “Ik zeg altijd 1 op 5, dat is makkelijker. Maar tien jaar geleden was dat 1 op 10. Die cijfers zijn gigantisch gestegen. Alle ontwikkelingspsychologen willen uitzoeken hoe dat komt, met wat het te maken heeft. Ik merk zelf ook wel dat het moeilijker wordt. Mijn dochter studeert nu, en ik kan je garanderen dat zij meer aan haar hoofd heeft dan ik in die tijd. Ik vind het dus ongelooflijk belangrijk om onze kinderen veerkrachtig te maken, hen de tools aan te reiken om weer recht te krabbelen. Positief leren denken is hier cruciaal in.

Als je een kind voor de leeftijd van 10 jaar positief leert denken, hebben ze de helft minder kans om depressief te worden. Ik weet dat als psycholoog, maar ik vind dat iedereen dat moet weten. Daarom deel ik heel graag dingen op sociale media, onder meer op Facebook en Instagram, zodat ouders er meteen mee aan de slag kunnen. Mensen hebben nood aan laagdrempelige informatie. We moeten niet wachten tot al die kinderen bij ons in de praktijk komen. Dat is ook de reden waarom ik het boek heb geschreven.”

Is er tegenwoordig meer angst in de maatschappij? Pikken kinderen dingen op over het klimaat, de oorlog, etc?

“Dat is inderdaad een dingetje. Ik herinner me Tsjernobyl. Ik zat aan de radio gekluisterd en was bang dat die golf tot bij ons zou komen. Mijn moeder zei op nuchtere toon ‘we mogen gewoon een paar maanden geen groenten uit de tuin eten, voor de rest is alles oké, ga maar lekker spelen’. Nu hebben zelfs tienjarigen een telefoon in de hand waarop al die informatie binnenkomt.

Vroeger werd er bovendien niet gepraat over gevoelens. Nu geven we onze kinderen mee dat ze met alles bij ons terecht kunnen, maar als ze dat dan doen weten we eigenlijk niet hoe we moeten reageren. Want dat hebben we niet geleerd. Het is goed om openlijk te praten over gevoelens en problemen, maar we moeten ook zeggen wat we eraan kunnen doen.”

Je kunt tegen ouders zeggen dat ze sneller naar de psycholoog moeten stappen met hun kind, maar de wachtlijsten zijn enorm. Ik hoop met mijn boek handvatten aan te reiken waarmee ouders snel aan de slag kunnen

Angstige kinderen

Elk kind is wel eens bang. Hoe zie je als ouder dat er meer aan de hand is?

Het verschil zit ‘m in intensiteit en in duur. Als een kindje bang is om naar de binnenspeeltuin te gaan omdat het gevoelig is voor overprikkeling, dan is dat geen probleem. Je gaat er gewoon niet naartoe en zoekt een andere manier om contact te hebben met die kinderen.

Is een kind echter elke avond bang om te gaan slapen, dan is het wél een probleem. Als je te weinig slaapt, heb je niet voldoende veerkracht en reserve om de volgende dag aan te kunnen. Doorgaans zeggen we dat het een probleem is als die angst ongeveer drie maanden duurt en ervoor zorgt dat je niet meer goed functioneert.

Er komen kinderen bij mij die 11 jaar zijn, naar het middelbaar gaan en niet alleen in hun kamer durven zijn ‘s avonds. Je kunt wel tegen de ouders zeggen dat ze sneller naar een psycholoog moeten stappen, maar de wachtlijsten zijn enorm. Ik hoop dat ik met mijn boek ouders handvatten kan aanreiken waarmee ze veel sneller aan de slag kunnen gaan, waardoor het zover niet hoeft te komen.”

De titel geeft aan dat het boek bestemd is voor angstige kinderen, maar eigenlijk heeft elk kind baat bij de tips die je geeft.

“Ik ben heel blij dat je dat zegt. Eigenlijk zou de titel moeten zijn ‘wat alle kinderen nodig hebben’, want wat in hoofdstuk 1 tot en met 8 staat is van toepassing op elk kind. En daarin speelt verbinding een hoofdrol. Ik zal je een mooi voorbeeld geven. Mijn dochter van 15 kwam binnen voor een knuffel, maar we hadden al veel geknuffeld en ik was druk aan het werk, dus ik zei: ‘Sorry schat, ik kan nu écht even niet, ik wil nu even doorwerken.’ ‘Maar ik heb nood aan jou’, antwoordde ze. ‘Dat snap ik,’ zei ik, ‘maar je hebt net al heel veel mama gehad’ – ik gaf haar een snelle knuffel en werkte door. Dat kun je alleen maar zeggen als de verbinding goed zit. Een kind dat slecht gehecht is denkt meteen dat mama geen tijd wíl vrijmaken en dat het werk áltijd zal voorgaan.

Door te zorgen voor een goede verbinding en het zelf voor te doen, worden onze kinderen andere opvoeders, en krijg je ook een andere maatschappij

Binu Singh verwoordt dat heel mooi in de vergelijking die ze maakt met de wifiverbinding. ‘Verbinding en coregulatie zijn net als wifi. We kunnen ze niet horen, zien, voelen of ruiken, maar we merken wel dat onze apps niet werken als we geen verbinding hebben. Zo werkt het ook voor kinderen: het is belangrijk dat ze kunnen inloggen op een vertrouwde ‘wifiverbinding’. Je geeft dat mee op jonge leeftijd en dat stroomt verder door in hun vriendschappen en hun relaties.

Daarnaast leren je kinderen ook van naar jou te kijken. Ik heb bijvoorbeeld onlangs een verlieservaring meegemaakt. Toen toonde ik openlijk mijn verdriet, maar ook mijn angsten. De kinderen wisten op dat moment bijvoorbeeld ook dat ik nood had aan meditatie, omdat me dat rust gaf. Mijn kinderen leren nu dat ze dat later ook kunnen toepassen. Ik wist niet wat ik moest doen toen ik voor het eerst iemand verloor. Vroeger ging iemand gewoon dood en het leven ging verder. Terwijl ik nu besef wat voor een trauma dat voor mijn ouders geweest moest zijn toen mijn oma en opa dood gingen.

Door te zorgen voor een goede verbinding en het zelf voor te doen, worden onze kinderen andere opvoeders, en krijg je ook een andere maatschappij.”

Hoe kunnen angsten zich manifesteren bij een kind? Om welke vormen van angsten gaat het dan?

“Dat kan van alles zijn. De bekendste vorm is faalangst, maar ik heb al veel angsten gezien, zoals slikangst, overgeefangst, angst om in je broek te plassen, pleinvrees, duivenangst, angst om achtergelaten te worden, enz. Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer, ook de aanpak blijft hetzelfde. Je moet kunnen reguleren en aan de slag gaan met je gedachten en je gedrag.

Bij kinderen uit een angst zich vaak in hoofdpijn, buikpijn, niet naar school willen, bedplassen, enz. Ouders gaan dan naar de dokter, maar die vindt geen fysiek probleem. Als je je kind dan gewoon terug naar school stuurt en zegt dat ze wat meer moeten focussen op hun buikademhaling, daar red je het niet mee.”

Wat ouders kunnen doen

Die juiste begeleiding als ouder is dus cruciaal. Hoe pak je het concreet aan, want je zegt het zelf, er is geen quick fix.

Ik geef in mijn boek tips voor ouders, maar ook voor leerkrachten, want uiteindelijk brengen onze kinderen ook heel wat tijd door op school. Je kunt gerust dingen aanpassen en met kleine stapjes werken. Laat kinderen die bang zijn om voor een groep te spreken bijvoorbeeld thuis een spreekbeurt opnemen. Het gaat erover dat je als leerkracht weet dat je iets over het onderwerp kent en een coherent verhaal kunt vertellen. De rest komt later wel. Als je dingen in kleine stapjes aanleert, bereik je meer dan door te dwingen.

Ook belangrijk is het leren reguleren van ons lichaam, want de meesten van ons hebben nooit écht leren voelen wat je voelt. Als je maag ineenkrimpt, hoe voelt dat en wat wil dat zeggen?

Ik denk dat we ook letterlijk wat vaker terug naar de natuur moeten, om tot rust te komen. Vroeger kwam je van school, maakte je snel wat huiswerk en trok je naar buiten. Nu is dat bijna een straf. Ouders hebben het ook zó druk dat ze op zondag snel een verplichte wandeling inplannen, en ze de kinderen tegen hun zin meesleuren.

Het is niet makkelijk, dat geef ik toe. Ik denk ook vaak, nog snel even dit afmaken in de plaats van even naar buiten te gaan. Maar dan ben je erna helemaal overprikkeld en kun je ook niet gepast reageren op de noden van je kinderen.

Dit is bijvoorbeeld een heel toepasselijke tekening uit het boek, van de moeder die zegt ‘Oh my god, daar heb ik nu écht geen tijd voor’. Ook die tekening met de ballonnen en de gewichten spreekt boekdelen.

Hieruit blijkt dat we moeten leren wat écht belangrijk is. Als je probeert alle ballen in de lucht te houden, denk je misschien dat je geen tijd hebt voor de natuur of meditatie bijvoorbeeld. Het klopt dat dit in het begin wat inspanning vergt, maar de winst nadien is erg groot. En dat moeten we onze kinderen ook leren.

We moeten de angsten serieus nemen, maar tegelijkertijd moet je hen leren de angst in de ogen kijken.

“Dat klopt. Je kunt er eindeloos over praten en erkenning blijven geven. Soms is het probleem opgelost als je je gehoord voelt. Is dat niet voldoende, dan moet je overgaan naar de ministapjes. Dat klinkt makkelijker dan het is. Is je kindje bang alleen in zijn kamer, dan ga je letterlijk telkens een stapje verder zitten. Van in de kamer zijn handje vasthouden, naar gewoon op het bed zitten, in de stoel, aan de kamerdeur, in de gang, enz. Het klinkt heel logisch, maar het is loodzwaar.”

We hebben een belangrijke rol, maar tegelijkertijd wil je de lat ook niet té hoog leggen, want als ouder ben je ook niet perfect. En dat mag je kind zien.

Dat kun je ook alleen maar door zelf authentiek te zijn. Ken je die mensen die zeggen dat het oké is om te falen, maar er zelf alles aan doen om perfect te zijn? Dat is ook niet oké. Stel nu dat je als ouder wat schuchter bent en de rekening niet durft te vragen in het restaurant. Dat is op zich geen probleem, maar het is wel belangrijk dat je het durft te zeggen tegen je kinderen en dat je ermee kunt lachen. Dan vragen de kinderen de rekening wel, want jij bent zo’n angsthaas. Dat mag er zijn, want jij bent ook niet perfect.”

Maar je wilt je kinderen ook niet angstig maken… Ik ben bijvoorbeeld bang van hoogtes, hoe zorg ik dat ik die angst niet op mijn kinderen projecteer?

“Als jij zegt ‘ik blijf liever hier beneden in de zon zitten, want hier ben ik gelukkig’, dan is dat prima. Wees authentiek naar je kinderen toe. ‘Ik vind het knap dat jullie dat durven, als ik alleen maar naar de berg kijk val ik bijna flauw.’ Als jij daar niets over zegt, dan straal je die angsthormonen uit en dat nemen kinderen over. Als ze zien dat jouw alarmsysteem aanslaat, dan slaat dat van hen ook aan terwijl ze niet weten waar jij bang voor bent.

Dan zeg je beter: ‘Hup, die berg op, er is niets om bang voor te zijn. Ik ben nu eenmaal een angsthaas en bovendien een stuk ouder. Ga maar met papa mee, dat is de held van het gezin’. Maar als het voor jou belangrijk is om samen met je gezin te gaan skiën, dan is het nuttig om die angst te leren overwinnen.”

Zijn er dingen die we fout kunnen doen als ouder?

“Ik hou niet zo van het woord fout, dat is zo normatief. Er zijn natuurlijk wel dingen die niet helpen. Dat je zelf angstig bent, daar kun je bijvoorbeeld niet veel aan doen, maar wat je écht beter niet doet, is minimaliseren. ‘Stel je niet zo aan’, ‘je moet er niet bang voor zijn’ – die uitspraken hebben nog niemand geholpen, maar toch zeggen we het vaak. We moeten angsten of gevoelens serieus nemen en ze erkennen, nooit minimaliseren.”

Wat echt werkt bij kinderen die snel angstig zijn – Wendy De Pree

Wat echt werkt bij kinderen die snel angstig zijn – Wendy De Pree

Wat echt werkt bij kinderen die snel angstig zijn – Wendy De Pree

€ 27,50  –  Pelckmans Uitgeverij

Dit boek is een praktische gids waarin je ontdekt wat angst doet met kinderen én met jou, wat de belangrijkste tien behoeften van deze kinderen zijn en hoe jij hen hierin kunt ondersteunen en begeleiden.

Koop het hier

Met dank aan psycholoog Wendy De Pree.

Meer tips voor ouders:

Hoogsensitieve tiener in huis: “Je kind ruimte geven, is belangrijk”
Katrien De Smet, coach en ervaringsdeskundige, geeft tips
Pubers met autisme: “Vrienden zijn ook voor hen heel belangrijk, maar soms hebben ze voldoende aan een online contact”

Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."