Mijn kind is perfectionistisch: “Als je zoon of dochter worstelt met perfectionisme, wat kun jij doen als ouder?”
Een perfectionistisch kind wil alles goed doen en durft geen fouten maken. Vaak geven we dit gedrag – onbewust – door als ouder. Ooit pakte Vicky haar perfectionisme aan omwille van haar kinderen. Sinds enkele jaren helpt ze als kinder- en perfectionismecoach in haar praktijk ook andere ouders en kinderen.
Mijn kind is perfectionistisch
Hoe uit perfectionisme zich bij kinderen? Hoe herken je het m.a.w. bij je zoon of dochter?
Vicky: “Ik spreek het liefst over perfectionismepatronen. Perfectionisme wordt vaak gezien als een karaktereigenschap, als iets dat je niet kunt veranderen, terwijl het eigenlijk gaat om aangeleerd gedrag. Het zijn patronen die vastzitten in je onderbewustzijn. Je kunt ze bij kinderen herkennen aan de hand van deze gedragingen:
- Pleasen en bevestigingsdrang: dat zijn de kinderen die honderd keer aan de leerkracht vragen of ze goed bezig zijn, of het dit is wat ze bedoelt. Eigenlijk vragen ze ‘ben ik oké?’ Die bevestigingsdrang zie je al in de lagere school en soms zelfs in de kleuterklas.
- Hoge kwaliteitseisen: ‘het moet perfect zijn, anders begin ik er niet aan’. Je hebt kinderen die wenen als ze een 8 op 10 halen, want dat betekent dat ze twee dingen niet correct hadden.
- Laag zelfbeeld: kinderen met perfectionisme weten heel erg goed waar anderen goed in zijn, en stiekem hebben zij de wens om óveral goed in te zijn. Dat ze niet in alles de beste kunnen zijn, kunnen ze maar moeilijk aanvaarden.
- Controledrang: deze kinderen houden erg vast aan de daglijn. Komt er op school iets tussen, dan zijn zij degenen die tegen de leerkracht zeggen dat ze normaal toch rekenen hadden in plaats van taal.
- Veel nadenken en piekeren: iets wat ‘s avonds vaak erger wordt. Overdag heeft je brein er niet altijd tijd voor, maar eens je als kind klaar bent om te gaan slapen, dan komen die piekergedachten boven.
- Faalangst: dit is het meest herkenbare bij kinderen en uit zich vaak al aan het begin van de lagere school. Bij kinderen met een hoge intelligentie wordt het soms pas zichtbaar in het vijfde of zesde leerjaar, als de leerstof moeilijker wordt. Op faalangst wordt vaak wat onhandig gereageerd, met bijvoorbeeld ‘je punten zijn toch goed, zie je wel dat je het kunt’. Hiermee ga je eigenlijk het patroon bevestigen en de angst voeden dat het volgende keer minder goed kan zijn.
- Moeilijk beslissingen nemen: dat kan gaan van heel kleine dingen zoals ‘wat ga ik aantrekken vandaag’ tot ‘welke richting kies ik op school’. Deze kinderen volgen liefst hun klasgenootjes. Ze tekenen wat hun buurman tekent en kiezen dezelfde hoek om in te spelen.
- Groot verantwoordelijkheidsgevoel: dat zien we vaak optreden als een jonger broertje of zusje naar school begint te gaan, het oudere kind voelt zich dan erg verantwoordelijk. Deze kinderen zijn ook grote voelers, en leerkrachten vinden het zalig om hen in de klas te hebben. Ze voelen aan wat ze moeten doen en willen voorkomen dat iemand anders in de problemen komt. Ze gaan eigenlijk meer doen voor een ander dan voor zichzelf.
- Doorgaan en niet opgeven: dit zijn de kinderen die maar blijven studeren tot ze elk detail kennen, hun spreekbeurt tien keer opzeggen en ook in hun sport of hobby tot het uiterste gaan.”
Van waar komt dat perfectionisme doorgaans? Is het erfelijk of geven we het op een andere manier door?
“Het is dus wel degelijk iets dat we door ons gedrag doorgeven. Monkey see, monkey do. Kinderen doen niet altijd wat we zeggen, maar ze doen wel wat jij doet, ze apen je na. Als we dus deze symptomen bij onze kinderen herkennen, is het goed om eerst even naar onszelf te kijken. Ben jij zelf ook perfectionistisch?
‘Fouten maken mag’ horen we regelmatig, maar toch vinden we het allemaal heel moeilijk om onze fouten toe te geven. Het tonen dat je fouten mag maken, is zo belangrijk!
Ik geef heel graag het voorbeeld van de broccoli, omdat dat mijn perfectionismepatroon mooi illustreert. Ik vind broccoli een heel moeilijke groente om nét goed te krijgen. Het gebeurt redelijk vaak dat ik hem net te lang heb laten koken, en dan is hij niet meer lekker. Weet je wat ik vroeger deed? Ik maakte er broccolipuree van. Probleem opgelost, en vooral niemand die iets gemerkt heeft van mijn fouten. Terwijl hier net een heel mooie kans ligt om te laten zien dat eten maken niet altijd makkelijk is, en dat er soms iets fout loopt, ook bij jou als moeder. Vanaf nu zeg ik dus dat we platgekookte broccoli eten waar ik puree van heb gemaakt. Ik geef toe dat het fout liep, maar dat dit op zich geen probleem is. Volgende keer probeer ik het gewoon opnieuw.
Ik ben bewust mijn fouten beginnen toelichten, nadat mijn dochter me had verteld dat ze met mij niet over háár fouten durfde praten, omdat ik er nooit maakte, en ze zich daardoor slecht voelde. Dat was héél confronterend, en meteen ook het moment dat ik wist dat ik mijn perfectionisme moest aanpakken.”
Het is dus helemaal oké om fouten te maken?
Vicky: “‘Fouten maken mag’ horen we regelmatig, maar toch vinden we het allemaal heel moeilijk om onze fouten toe te geven. Als een kind tegen de leerkracht zegt ‘ik denk dat er een fout op het bord staat’, dan hoor je negen keer op de tien ‘dat was om te zien of jullie wel aan het opletten waren’. Waarom doen leerkrachten dat? Hierdoor wordt enkel het ‘leerkrachten zijn foutloos’-statuut bevestigd. Je kunt in de plaats ook vragen wie het nog had gezien maar misschien niets durfde zeggen en de leerlingen oprecht bedanken. Het tonen dat je fouten mag maken, is namelijk zo belangrijk!
Van fouten kun je leren. Als kinderen een 6 op 10 hebben, zie ik dat niet als vier fouten, maar als vier leerkansen. Zo kun je er toch ook naar kijken?”
Op zoek naar hulp
Hoe kun je een perfectionistisch kind helpen?
Vicky: “Als ouders hier aankloppen op zoek naar hulp voor hun kind dat jonger is dan vijftien jaar, dan vraag ik aan de ouders om zelf ook een vragenlijst in te vullen en aanwezig te blijven tijdens de sessie. Op deze manier krijgen ze uit eerste hand mee wat er gezegd wordt, welke dingen een uitdaging zijn én hun onderbewuste neemt mee dingen op. Het gebeurde al meer dan eens dat een ouder na een traject zegt: ‘We kwamen voor ons kind maar bij mezelf is er zoveel veranderd omdat ik erbij mocht zijn.’ Als je als ouder niet aan je perfectionismepatroon werkt, blijven ook je kinderen in deze context zitten.
Ikzelf was perfectionistisch, maar ik wilde vooral veranderen om een ander voorbeeld te stellen voor mijn kinderen
Ik bekijk dus eerst wat je als ouder kunt doen, en of je hier hulp voor nodig hebt, en dán kijken we naar je kind. De meeste ouders schrikken, het is namelijk makkelijker om te zeggen ‘werk met mijn kind’ dan ‘ik ben bereid om te veranderen’. Ouders hebben dus wel wat uitleg nodig.
Dat perfectionismepatroon kun je namelijk niet controleren, dat zit in je onderbewuste. Je hebt echt iemand nodig die meekijkt en die je uitnodigt om ander gedrag te gaan stellen. Bij kinderen gaat dit relatief makkelijk, omdat zij nog makkelijker hun fantasie kunnen gebruiken.
Maar ook als je ouder bent, is het niet onmogelijk. Waar je naartoe wilt is dat jij jouw patronen verandert, zodat je kind ook een ander voorbeeld te zien krijgt. Het heeft geen zin om te zeggen dat punten niet zo belangrijk zijn en toch meteen alle cijfertjes op het rapport te bestuderen. Die zeggen trouwens niet alles, integendeel.
Vanaf vijftien jaar kun je ook alleen met de kinderen aan de slag. Op dat moment kijken tieners minder naar hun ouders als voorbeeld en worden bijvoorbeeld vrienden belangrijker. Op dat moment is enkel een goed voorbeeld stellen niet meer voldoende.”
Perfectionistisch zijn is soms ook goed
Heeft perfectionisme ook goede kanten? Vanaf wanneer wordt het een probleem?
“Het lijkt soms allemaal negatief, maar dat is zeker niet zo. Het is pas een probleem als je iets moet of er anders schuldgevoelens door krijgt. Als je vol schuldgevoelens zit ‘s avonds omdat je de keuken nog niet hebt opgeruimd, dan is het een probleem. Dan gun ik je graag wat meer vrijheid, wat meer ‘mogen’ in plaats van ‘moeten’.
Het heeft ook niets te maken met je werk goed doen. Vaak denken mensen dat ze – als we aan de slag gaan met hun patronen – ze niet meer goed zullen presteren op het werk. Wees gerust, de kwaliteit van je werk zal er niet onder lijden. Je zult alleen beter kunnen bepalen wanneer je een patroon overneemt zonder dat je het weet of wanneer jij kiest dat je het inzet. Het is echt een verschil om vanuit het ‘kiezen dat het goed is’ te werken of ‘omdat je vindt dat je het moet … van je innerlijke criticus’. “
Heb je tot slot nog enkele concrete tips voor ouders?
- “Onthou dat het aangeleerd gedrag is en geen karaktereigenschap. Laat dit ook doorsijpelen in je woorden. Je bént niet perfectionistisch, het gaat om je gedrag en je patroon. Je kunt vaak niet anders, het is een soort slechte gewoonte en die is moeilijk om los te laten.
- Durf fouten maken en geef ze toe.
- Probeer eens een ‘fout van de week‘ in te voeren: elk lid van het gezin vertelt op het einde van de week over wat er anders liep.
- Kun je ‘fout’ uit je woordenschat bannen? Niet omdat er niets fout mag gaan, maar omdat het vaak gaat om onhandig gedrag in plaats van een fout.
- Laat zien dat je kunt genieten. Maak bewust tijd voor dingen waar je blij van wordt.
- Wees mild voor jezelf en je omgeving. Soms komt je leven zomaar tussen je plannen door. Op dat moment mag jij kiezen: volg ik mijn plannen of volg ik mijn leven?
- Een heel belangrijke voor ouders: vraag je af ‘moet ik dit nu doen?’ en leg telkens de nadruk op een ander woord uit de zin. Móet je het doen? Ben jíj degene die het moet doen? Moet je deze specifieke taak doen? Is het echt nodig dat je het nú doet of kan het ook later?”
Met dank aan Vicky Nuyts, kinder- en perfectionismecoach.
Meer tips voor ouders:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!