Airplane taking off in the sunset.

Mijn verhaal: De vier kinderen van José wonen in het buitenland

Door De Redactie

 

José (62): “ De globetrotter van de familie, zo werd ik als jong meisje genoemd. Zodra ik de kans kreeg om naar het buitenland te trekken, greep ik die met beide handen. Ik was pas zestien toen ik tijdens de zomervakantie naar Londen trok om er op het zoontje van Britse vrienden van mijn ouders te passen. De zomer erop trok ik met een oudere vriendin anderhalve maand door Australië. En op mijn achttiende studeerde ik een jaar in Zweden. Als klap op de vuurpijl werd ik daar verliefd op een Spaanse medestudent.

Juan en ik trouwden enkele jaren later. Mijn toekomst lag in Catalonië, dacht ik. Maar mijn ouders vonden het verschrikkelijk. Hun enige dochter! Ik snapte toen niet waarom ze zich zo druk maakten. Spanje was toch het einde van de wereld niet? Juan kon er aan de slag als hotelmanager en ik bereidde me voor op de komst van ons eerste kind. Mijn zoon Pablo en mijn dochter Nuria werden daar geboren. Maar na enkele jaren onder de Spaanse zon werd me duidelijk dat Juan en ik niet voor elkaar gemaakt waren. We gingen na tien jaar huwelijk uit elkaar. Ik keerde naar België terug, samen met mijn kinderen. Juan zag hen sindsdien vooral tijdens de vakanties, en dat was oké voor alle partijen.

Ik begon een nieuw leven en werd verliefd op Marc. Samen kregen we nog twee kinderen, Lea en Matthijs. Een druk gezin, maar ik genoot er intens van. Ik had al snel door dat ook mijn kinderen reiskriebels hadden. De twee oudsten hadden uiteraard een tweede leven in Spanje, ze reisden heen en weer alsof het niets was. Maar ook Lea en Matthijs hielden van het vreemde en onbekende. Zo stonden ze elke vakantie te springen om op taalkamp in het buitenland te vertrekken. En zodra ze konden en mochten, gingen ze met vrienden op reis. Het liefst zo ver en avontuurlijk mogelijk. Ik was stiekem wel trots.

Ik schrok niet toen Pablo en Nuria me vertelden dat ze aan de universiteit van Madrid wilden studeren. Mijn kinderen werden echte wereldburgers. Ze gingen ‘back to the roots’, vier jaar lang. En natuurlijk miste ik hen. Zo vaak we konden, zochten we elkaar op. Ik was er toen nog van overtuigd dat dit tijdelijk was. Niet dus: na hun studie bleven ze in hun geboorteland plakken en trouwden ze er. Nuria kreeg er een zoon, Pau, die intussen vier is. Maar daar bleef het niet bij.

Lea vertelde me op een blauwe maandag dat ze verliefd was op een Zweedse jongen die ze had leren kennen op een kamp. Een kalverliefde die voorbijgaat, dacht ik. Maar dat was buiten Lea en Mats gerekend. Lea verhuisde uiteindelijk naar Stockholm. Ze is er zwanger van haar tweede kindje. En Matthijs? Hij studeert sinds vorig jaar in Chicago; de tijd van zijn leven, zegt hij. Ik hou mijn hart vast: de kans dat hij er blijft, is groot. Als dat gebeurt, wonen mijn vier kinderen definitief in het buitenland. Een harde dobber, want ik mis hen verschrikkelijk. Ja, we kunnen skypen en telefoneren. Maar de afstand blijft zo voelbaar.

“De eerste stapjes van Pau, de zwangere buik van Lea… Ik heb het gevoel dat ik zo ongelofelijk veel mis”

Natuurlijk gun ik hen alle geluk in hun nieuwe thuisland. Maar ik heb het gevoel dat ik alleen achterblijf. En dat ik zo ongelofelijk veel mis. De eerste stapjes van Pau, ik heb ze niet gezien. De zwangere buik van Lea, ik zie hem enkel op mijn computerscherm. Het afstuderen van Matthijs straks, we zijn er niet bij. Het leven van mijn kinderen is zo ongelooflijk boeiend, maar wij staan vooral aan de zijlijn. En dat doet me soms wel pijn. Zo is het volgende week mijn verjaardag. Mijn vriendinnen vieren dat met een tafel vol kinderen en kleinkinderen. Ik niet. Natuurlijk zullen ze me een voor een opbellen
om me te feliciteren. Maar de kaarsjes uitblazen doen we zelden of nooit samen.

De laatste keer dat we nog allemaal samen waren, is vier jaar geleden. Toen was Pau net geboren en spraken we met z’n allen af in Spanje om ons jongste familielid te verwelkomen. Het was heerlijk, maar sindsdien is het ons niet meer gelukt om met de hele familie aan één tafel bij te praten. Mijn kinderen hebben niet zoveel meer met België. Het verlangen om hier te zijn, is er niet. ‘Waarom kom je niet lekker naar ons, mama?’ vragen ze me vaak als ik hen vertel hoe ik hen mis. Ze hebben een punt. Maar Marc runt nog steeds een eigen bedrijf; hij kan niet zomaar weg. En alleen gaan, dat doe ik liever niet. Samen uit, samen thuis. Nog één keer met mijn hele gezin samen zijn, dat is mijn grootste wens. Ooit komt die dag, dat weet ik wel. En tot die tijd geniet ik van de skype-gesprekjes en de vele foto’s die ze me doorsturen. Om zo toch dagelijks even bij hen te zijn. Ik begrijp mijn ouders nu meer dan ooit. Soms denk ik: had ik mijn kinderen maar wat minder reiskriebels met de paplepel meegegeven.”

(Tekst: Barbara Claeys)

Lees meer:

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."