SOS opvoeding: “Onze dochter legt de lat heel hoog voor zichzelf. Als het niet perfect kan, doet ze het liever niet”
Mark (43) en Isabelle (42) maken zich zorgen over hun dochtertje Lotte van acht. Volgens hen legt ze de lat te hoog op school.
Wat zegt papa Mark?
“Als iets niet perfect kan, doet Lotte het liever niet”
Mark: “We maken ons zorgen over Lotte, onze oudste dochter. Ze wil vaak niet beginnen aan haar huistaken. Ze zegt vaak vooraf: ‘Ik kan dit niet’, ‘Dit is stom’, ‘Dit is te moeilijk’… We merken dat ze zelfs huiswerk achterhoudt of uitvluchten bedenkt om toch maar geen huiswerk te hoeven maken: ‘Ik ben mijn agenda kwijt’, ‘Ik heb mijn taak op school laten liggen’, ‘We krijgen morgen nog tijd in de les om de oefening te maken’. Ze zegt ook meer en meer dat ze buikpijn heeft en dus niet naar school kan. Ondertussen is ze al een vijftal keer thuisgebleven. Keer op keer doet ze dan heel lastig om het schoolwerk in te halen.
Ook haar juf vertelde dat het moeilijker en moeilijker is om haar aan het werk te zetten. Soms zegt ze dat ze naar het toilet moet of dat ze een taak niet kan, nog voor ze de opdracht gelezen heeft. We merken dat ze de lat heel hoog legt voor zichzelf. Ze is niet snel tevreden, ze wil alles perfect doen. Als het niet perfect kan, doet ze het liever niet. Ze is altijd heel snel geweest in het oppikken van dingen. Ze kon heel snel lopen, praten, lezen en dingen construeren en was steeds goed in wat ze deed. We hebben haar ook altijd veel complimenten en applaus gegeven. We begrijpen niet dat ze plots zo onzeker lijkt, ze is altijd zo zeker en een durfal geweest. We hebben de indruk dat ze nooit echt moeite heeft hoeven te doen om iets te leren. De meeste dingen kon ze van de eerste keer, zonder inspanning. Misschien heeft ze nooit geleerd om echt iets te leren?”
Wat zegt mama Isabelle?
“De scènes om haar huiswerk worden steeds intenser”
Isabelle (42): “We weten op dit moment niet goed hoe te reageren. Plots lijkt Lotte ook schrik te hebben om nieuwe dingen te proberen. Vorige week zijn we met ons gezin gaan kajakken. Vroeger zou zij als eerste in de boot gezeten hebben en er misschien zelfs op gestaan hebben. Nu heeft het veertig minuten geduurd om haar in de boot te krijgen. Line, haar jongere zus van zes, zat al lang in de boot. Uiteindelijk hebben we er haar met twee ingezet terwijl ze luid schreeuwde en weende. Dat voelde helemaal niet goed. Het heeft een hele tijd geduurd tot ze eindelijk mee wilde peddelen. Op dit moment hebben we schrik dat haar angst om dingen te proberen zich verder zal uitbreiden. Zelfs dingen die ze vroeger graag en goed deed, wil ze nu niet meer doen. Ze wil bijvoorbeeld geen gezelschapsspelletjes meer spelen. Als zij de regels niet kan bepalen en veranderen om te kunnen winnen, doet ze niet mee. We merken dat Line, die ook snel leert, Lottes gedrag meer en meer kopieert. We vragen ons af wat we fout gedaan hebben? Moeten we nu stoppen met onze kinderen complimenten te geven? We doen dat nochtans enkel als ze echt iets goed gedaan hebben. Als een tekening niet mooi is, zeggen we het ook. Soms zien we ouders applaudisseren voor een tekening alsof het een Van Gogh is. Wij willen realistisch blijven. Als het resultaat mooi is of ze zijn echt goed in iets, dan geven we altijd een compliment en laten we een extraatje volgen, zeker bij goede toetsen. Dat heeft mij als kind ook altijd gestimuleerd om mijn best te blijven doen.
Het voelt alarmerend dat Lotte bepaalde dingen meer en meer vermijdt. Tijdens de vakantie wilde ze plots niet meer in het golfslagbad. Het leek wel of ze verstijfde telkens als er aangekondigd werd dat er golven zouden komen. We hebben ook gemerkt dat ze beter sliep tijdens de vakantie. Zodra de school opnieuw startte, lag ze opnieuw lang wakker. Het lijkt dan ook alsof ze met van alles bezig is in haar slaap. Ze slaapt niet vast en heel onrustig. Ze ligt de hele tijd te draaien en roept me vaak. ‘s Morgens kan ze zich niet herinneren dat ik een paar keer bij haar geweest ben. Het meest zorgwekkende voor ons is het huiswerk op dit moment. Als we haar willen helpen om er toch aan te beginnen, reageert ze geïrriteerd. Uiteindelijk begint ze wel en maakt ze de taken, maar het wordt steeds moeilijker en de scènes worden intenser en duren langer. We denken dat het belangrijk is om er nu iets aan te doen, daarom zijn we hier.”
Hoe moet het nu verder?
“Als ouder leggen we – vanuit de beste bedoelingen – vaak ongewild druk op de eigenlijke prestatie”
Psychotherapeut Sven Bussens: “Isabelle en Mark maken zich zorgen over het toenemende angstige en vermijdende gedrag van hun dochter Lotte, vooral dan bij het maken van opdrachten voor school. Het wordt duidelijk dat ze al verschillende dingen geprobeerd hebben om Lotte aan het werk te krijgen. Isabelle: ‘We hebben al beloningen gebruikt, ons kwaad gemaakt, haar gestraft, haar thuisgehouden, gezegd dat ze dan maar zelf de gevolgen moet dragen… Niets werkt.’ We staan stil bij wat volgens de ouders maakt dat het starten met een opdracht voor school zo moeilijk is voor Lotte. Mark: ‘Ze panikeert op voorhand. Ze denkt dat ze het niet zal kunnen of dat het niet goed genoeg zal zijn.’ Isabelle: ‘Misschien interesseert het haar niet? Of begrijpt ze de opdracht niet?’ We stellen vast dat er veel mogelijke verklaringen zijn en dat het op dit moment niet duidelijk is hoe Lotte hier zelf over denkt. Isabelle: ‘Misschien hebben we nog te weinig aan Lotte gevraagd hoe zij er zelf over denkt. Ik wil het hier met Lotte weleens over hebben.’
Beide ouders hebben al heel wat inspanningen geleverd om Lotte aan het werk te krijgen, maar die pogingen draaien uit op extra spanningen en vervelende situaties. Mark en Isabelle zijn bereid om tegen de volgende sessie te noteren op welke momenten het een beetje beter lukt en wat zij of Lotte dan precies anders doen. In de volgende sessie vertelt Mark: ‘Ik heb gemerkt dat ze woensdag sneller aan haar taak begonnen is. Ik heb nochtans niet veel gedaan of gezegd. Misschien was het toeval. Ik had een hectische ochtend gehad op het werk en had geen zin om mij opnieuw druk te maken. Ik had beslist om het los te laten en haar indien nodig wel te helpen. Toen ze zei dat ze geen zin had in haar rekenoefeningen, ben ik daar niet al te veel op ingegaan. Ik heb geantwoord: ‘Dat kan ik mij voorstellen, ik ga nog even een telefoontje doen waar ik ook niet veel zin in heb. Ik kom straks nog weleens langs.’ Tot mijn grote verbazing was ze na mijn telefoontje klaar met de oefeningen. Toen ik opmerkte dat ze twee fouten gemaakt had, werd ze opnieuw kwaad. Ze heeft die twee oefeningen niet meer opnieuw willen maken.’ Isabelle: ‘Volgens mij had je niet mogen wijzen op die fouten, Mark. Ze had uiteindelijk wel achttien oefeningen juist.’ We hebben het erover dat we als ouder, vanuit de beste bedoelingen, vaak ongewild druk leggen op de eigenlijke prestatie. In de daaropvolgende periode willen Mark en Isabelle meer aandacht besteden aan de inspanningen die Lotte levert en minder aan het aantal juiste oefeningen of de prestatie op zich.
In een van de volgende gesprekken vertelt Mark dat er meer rust lijkt te komen. Mark: ‘Ik geef wel nog complimenten, maar vooral voor haar inspanningen.’ Isabelle vult aan: ‘We vinden het nu belangrijker dat ze begint aan haar taak en bijvoorbeeld de opdracht al leest. We merken ook dat het beter werkt als we samen met haar de oefening wat kleiner maken door bijvoorbeeld af te spreken om te starten met één kolom met rekensommen. Na de eerste kolom roept ze ons en dan maakt ze de tweede kolom. In een van de volgende gesprekken vertellen de ouders dat de vervelende situaties minder voorkomen en dat ze minder lang duren áls ze voorkomen. Mark: ‘Ik heb ook de indruk dat andere dingen, zoals bijvoorbeeld het spelen van een spel of het proberen van iets nieuws, ook een beetje beter lukken.’ In de komende periode willen de ouders nog meer letten op waar Lotte zich goed bij voelt en vooral waar ze trots op is. Mark en Isabelle denken op deze manier hun dochter te kunnen helpen om opnieuw zelfzekerder te worden. Ik ben ondertussen ook benieuwd naar welke oplossingen Lotte zelf bedacht heeft om toch te starten met voor haar moeilijke opdrachten.”
Uit: Libelle 40/2020 – Tekst: Sven Bussens, auteur en docent aan Hogeschool Gent, hoofdopleider in het Oplossingsgericht Centrum (oplossingsgerichtcentrum.be)
Meer opvoedingskwesties:
- SOS opvoeding: “Onze zoon heeft een heel negatieve vriendengroep en we zijn bang dat hij zijn toekomst weggooit”
- SOS opvoeding: “Mijn zesjarige dochter lijkt de hele tijd kwaad op mij. De kleinste dingen zorgen voor boze reacties”
- SOS opvoeding: “Mijn zoon en ik hadden altijd een goed contact, tót hij die spelcomputer gekocht heeft”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes! seconden