SOS opvoeding: “Mijn zoon en ik hadden altijd een goed contact, tót hij die spelcomputer gekocht heeft”
Imke (42) maakt zich ernstig zorgen over het vele gamen van haar zoon Thijs (13). Ze heeft al verschillende keren geprobeerd om er met haar zoon over te praten, maar zonder resultaat. Ten einde raad klopte ze aan bij psychotherapeut Sven Bussens.
Wat zegt mama Imke?
“Thijs is zoveel stiller dan anders. Zijn schoolwerk gaat er door het gamen op achteruit en zijn gezondheid ook”
Imke: “Ik herken mijn zoon niet meer. We hebben altijd een goed contact gehad, tót hij die spelcomputer gekocht heeft. Hij sluit zich uren op in zijn kamer en als ik iets zeg, lijkt hij mij niet te horen. Als ik beneden aan de trap roep dat het eten klaar is, daagt hij pas op als alles koud is. Hij komt thuis van school en hop: hij verdwijnt naar boven om te gamen. Wat is dat toch met dat gamen? Het gaat alleen maar om schieten en geweld. En je kunt toch beter zélf buiten gaan voetballen dan op de computer voetbalspelletjes te spelen?
Volgens mij vlucht Thijs in die spelletjes. Hij is nooit een grote verteller geweest, net als zijn vader eigenlijk. Die vindt trouwens dat ik overdrijf en vindt het ook nutteloos om naar hier te komen. Maar Rob is niet zoveel thuis als ik en heeft er totaal geen zicht op hoeveel tijd Thijs precies gamet. Thijs beweegt nog amper en is ondertussen ook aanzienlijk bijgekomen. Vroeger was hij actief in de jeugdbeweging en op het speelplein, maar nu is hij zo eenzijdig bezig. Er is toch zo veel meer dan gamen? Een jongen van zijn leeftijd moet bewegen, interesses ontwikkelen, sociaal zijn, nieuwe ervaringen opdoen, … Wij praten ook niet meer. Zo weet ik bijvoorbeeld niet meer hoe het gaat op school, wat hem nog interesseert en vooral: hoe het met hém gaat.
Ik ben ten einde raad. We hebben alles al geprobeerd. We hebben de computer al eens weggenomen… Thijs is toen heel agressief geworden, heeft ons uitgescholden en gedreigd om weg te lopen. Dat heeft mij veel verdriet gedaan. Als ik vraag om te stoppen met gamen en eens iets anders te doen, krijg ik de volle laag. En wanneer ik hem vraag hoe het die dag op school is geweest, antwoordt hij gewoon: ‘Oké.’ En weg is hij. Ik vind hem veel stiller en zelfs bleker dan anders. Dit móét veranderen. Zijn gezondheid gaat erop achteruit, en zijn schoolresultaten ook. Hij maakt niet eens altijd zijn huiswerk. Dat kán toch niet? Ik wil dit niet laten gebeuren.”
Wat zegt zoon Thijs?
“Ik ga thuis niet gewoon wat babbelen met mijn ma. Ik ben geen vijf jaar meer, hé. Ik neem nu mijn eigen beslissingen”
Thijs: “Zagen, zagen, zagen. Dat is het enige wat mijn moeder doet. Ze begrijpt niets van wat ik doe. Hoe kan je nu spreken over iets wat je niet kent? Zodra ik mijn spel opstart, is ze daar: ‘Thijs, moet jij geen huiswerk maken?’ ‘Thijs, ga jij nu alweer op die computer spelen?’ ‘Thijs, je moet wat meer bewegen? Thijs dit, Thijs dat… Om helemaal gek van te worden!
Ik heb gewoon geen zin om andere mensen op te zoeken en daarbij: wat moet ik tegen hen zeggen? Je hebt het hier nu zelf gehoord, zou jij daar niet gek van worden? Gamen is gewoon fijn. Zodra ik op het eiland gedropt word, zoek ik mijn vrienden op en dan gaan we ervoor. Ik speel zelfs samen met iemand van Japan. Mijn moeder begrijpt er niets van, hoe kan ik nu meteen komen eten als ik midden in een spel zit! Zou jij het fijn vinden dat ik tijdens een spel met jou plots zou rechtstaan en verdwijnen? Mijn pa laat mij tenminste doen. Het was hij die zei: ‘Ga maar eens mee, het zal je ma misschien wat geruststellen.’ Anders had ik hier zeker niet gezeten. En nee, ik ga thuis niet gewoon wat babbelen met mijn ma in de zetel. Ik ben geen vijf jaar meer, hé. Ik neem nu mijn eigen beslissingen. Wat zit ik hier eigenlijk te doen? Ik zou aan het gamen kunnen zijn.
Mijn ma denkt dat ik geen vrienden heb. Wel, ik heb er gigantisch veel. Op school en thuis veranderen er altijd maar dingen, niets is duidelijk. Laatst was de leerkracht LO bijvoorbeeld plots slechtgezind. Hij begon te roepen en er mochten een heleboel leerlingen niet meer meedoen met de activiteit. Dat begrijp ik dan niet. En nog zoiets: in het begin van de week stond ik bij Joren en Klaas op de speelplaats, twee van mijn klasgenoten, maar vandaag liepen ze weg toen ik bij hen wou staan. Weet je, die dingen gebeuren niet in de gamewereld. Dat geeft me rust, en dat is gezond voor mij.”
Zo ging het verder
“Imke ziet enkel nog het gamen en alle schadelijke gevolgen, Thijs enkel nog het zagen en de desinteresse van zijn mama”
Psychotherapeut Sven Bussens: “Zowel Imke als Thijs voelt zich onbegrepen. Imke is duidelijk bezorgd om haar zoon en voelt zich weinig gesteund door Rob, de vader van Thijs. Ze wil dat het goed gaat met haar zoon, dat hij zich goed ontwikkelt en dat hij een mooie toekomst tegemoet kan, gewapend met vaardigheden op verschillende terreinen. Ook Thijs voelt zich onbegrepen. Zijn mama lijkt niet te zien waar het gamen om gaat en hoe het hem helpt om rust te vinden, vrienden te maken en zijn tijd in te vullen hoe hij zelf wil. Thijs is ook alleen op vraag van zijn vader gekomen. Het lijkt dat hij hier alleen zit om zijn mama gerust te stellen, niet om iets aan zijn gedrag te veranderen.
Imke probeert het gedrag van Thijs vanuit de beste bedoelingen te controleren. Door bijvoorbeeld de computer weg te nemen, of met Thijs in discussie te gaan. Maar het risico bestaat dat de ruzies de relatie verder zullen verzuren. En een goede relatie is nu net de meest beschermende factor tussen ouders en tieners. Als de relatie goed zit, dan kan er dialoog zijn zonder te escaleren. Dan blijf je je kind voldoende kennen en kun je wat jij belangrijk vindt blijven overbrengen. Tieners, en mensen in het algemeen, nemen niets aan van mensen met wie ze geen goede relatie hebben. Goed kunnen communiceren met je tiener is belangrijk, omdat je zo zorgwekkend gedrag kunt begrenzen. Dat is een belangrijke opdracht van ouders, een tienerbrein kan zelf nog maar moeilijk grenzen trekken.
Wat zou er gebeuren als Imke en Thijs op een positievere manier naar elkaars gedrag zouden kunnen kijken? Nu hebben ze allebei een negatieve focus: mama ziet enkel nog het gamen en alle schadelijke gevolgen, Thijs enkel nog het zagen en de desinteresse van zijn mama. Wat als mama nog meer initiatief zou nemen om te investeren in de relatie met haar zoon? Door bijvoorbeeld wat vragen te stellen over het gamen. Hoe goed ben je eigenlijk in dit spel, Thijs? Hoe werk je precies samen met je vrienden? En wie weet wil Imke zich weleens aan een spelletje wagen? De kans is groot dat Thijs haar zal willen gidsen.
Thijs vertelt dat hij meer rust vindt in de digitale wereld dan in de echte wereld, die op dit moment wat minder voorspelbaar voor hem is. Dat baart Imke zorgen, dus gaan we zoek naar welk gedrag van Thijs haar nu al een beetje geruststelt en wat Thijs nog meer kan doen. Het voordeel van meer gerustgestelde ouders, is volgens Thijs ‘een leuker contact met mijn mama’. Met Thijs gaan we op zoek naar waar hij graag nog beter in zou worden in ‘de offline wereld’ en welke voordelen hem dit zal opleveren. Op zijn vraag staan we stil bij ‘het leggen van contacten’.
In de komende sessies gaan we samen met Imke op zoek naar hoe zij haar zorgen over het gamegedrag kan blijven uiten op een manier die Thijs aanneemt, zonder ruzie en met de steun van papa. We gaan ook na hoe het gamegedrag van Thijs begrensd kan worden. Ondertussen hebben de ouders met Thijs afgesproken dat ze een halfuurtje voor het eten roepen. Zo kan Thijs zijn spel op tijd afronden. Door opnieuw samen te eten, is er meer gesprek en gaandeweg ontstaat er meer wederzijds begrip. Er worden afspraken gemaakt over de tijd die Thijs aan gamen mag besteden, en hij mag zelf kiezen wanneer hij die tijd opneemt.
Op vraag van Imke verkennen we in de volgende sessies verder hoe zij haar eigen gedrag nog beter kan leren controleren. Ze wil minder roepen en overdreven straffen uitspreken, en meer focussen op het eigen gedrag. Beide ouders ondervinden dat Thijs meer van hen aanneemt als de sfeer positiever blijft.”
Uit: Libelle 22/2020 – Tekst: Sven Bussens, psychotherapeut, auteur, docent aan Hogeschool Gent, staflid en hoofdopleider in het Oplossingsgericht Centrum. Meer info op borgerhoff-lamberigts.be/auteurs/sven-bussens en oplossingsgerichtcentrum.be