Terug naar school na corona: wat staat onze kinderen te wachten?
1 september is achter de rug, het nieuwe schooljaar is gestart. Vorige week kondigden de grote scholenkoepels aan dat ze zo snel mogelijk een idee willen krijgen van de impact die de voorbije coronaperiode had op het leerniveau en emotionele welzijn van onze schoolkinderen. Maar hoe zullen ze dat aanpakken? En wat moeten ze vooral níét doen? Wij praatten erover met onderwijsexperte Brenda Froyen.
Eerst en vooral: moeten we er sowieso van uitgaan dat de coronaperiode veel ‘schade’ heeft aangericht bij onze kinderen?
Brenda Froyen: “Hoewel we allemaal misschien wel vermoeden dat de voorbije periode een impact had op alle schoolgaande kinderen, weten we dat niet zeker. Op dit moment kunnen we enkel individuele uitspraken doen. Sommige ouders vertellen dat zij en hun kinderen het erg moeilijk hebben gehad. Voor anderen voelde die hele periode eerder als een verademing en zagen zij vaak ook hun kinderen genieten van meer rust. En van nog anderen weten we helemaal niets.”
“Ik hoop heel erg dat scholen onze kinderen niet meteen zullen overladen met tests, maar hun alle ruimte zullen geven om rustig terug te komen en vooral ook te vragen hoe het gaat.”
Er werd al meteen aangekondigd dat er grondig zal worden getest en geëvalueerd. Een goed idee?
Brenda Froyen: “Ik denk dat het een goed idee is om het leerniveau en het welbevinden van leerlingen na deze periode te evalueren en in kaart te brengen. Enkel zo kun je er als school gericht mee aan de slag. Al is het zeker niet het moment om kinderen te overvallen met tests en toetsen. Maar dat hoeft gelukkig ook helemaal niet. Evalueren kun je immers op verschillende manieren doen. Door een kind dat aan het werk is goed te observeren, weet je al heel veel. Vaak zelfs meer dan een invultestje onder druk je kan vertellen. Ik hoop dan ook heel erg dat scholen onze kinderen niet meteen zullen overladen met tests, maar hun alle ruimte zullen geven om rustig terug te komen en hen vooral ook te vragen hoe het met hen gaat.”
Moeten we ons grote zorgen maken over het huidige kennisniveau van onze kinderen?
Brenda Froyen: “Er is geen reden tot paniek of doemscenario’s, omdat we het simpelweg nog niet weten. In een lagere school krijgen kinderen trouwens meestal enkele jaren de tijd om vaardigheden te verwerven. Zo ontdekken ze bijvoorbeeld in het tweede leerjaar het principe van ‘verdubbelen’ (bed – bedden) en ‘verenkelen’ (slaap – slapen), maar ze krijgen tot het vierde leerjaar de tijd om het principe onder de knie te krijgen, en helemaal ‘verworven’ moet die doelstelling pas zijn in het zesde leerjaar. Bovendien zijn de kinderen in de lagere school onder de hoede van één leerkracht die alles in handen heeft en op die manier meer overzicht heeft. De leerkracht heeft meestal al snel een goed beeld van elke individuele leerling en kan zo differentiëren. De ene leerling kan wat langer aan taal werken, terwijl de andere al met rekenen aan de slag gaat; een voordeel dat er in het secundair onderwijs vaak minder is.”
“We weten dat de meeste leerkrachten tijdens de voorbije lockdownperiode onder tijdsdruk voorrang gaven aan taal, rekenen en wereldoriëntatie, en muzische vorming en sport schrapten.”
Brenda Froyen: “Wat we wel weten, is dat onze kinderen tijdens de voorbije lockdownperiode een beperkte versie van ons onderwijs kregen. Eind juni hebben heel wat directies hun leerkrachten bevraagd over welke doelen ze hebben kunnen behandelen, en welke doelen ze noodgedwongen moesten schrappen. Opvallend daarbij was dat de meeste scholen onder tijdsdruk vooral voor de essentiële kennisdoelen kozen. Leerkrachten gaven voorrang aan taal en rekenen en schrapten vakken als wereldoriëntatie en zeker muzische vorming en sport. Bovendien werd het vak Taal vaak gereduceerd tot spelling en taalbeschouwing. Opdrachten die focussen op leesplezier, schrijven of zich goed uitdrukken kwamen vaak te vervallen.”
“Het onderwijs door (tijds)druk opnieuw beperken tot de pure essentie, is echt geen goed idee. onze kinderen moeten ook hun talenten ontdekken.”
Hoe pakken scholen het dan beter aan?
“Begrijp me niet verkeerd, mijn lof gaat zeker uit naar al die leerkrachten die plotsklaps afstandsonderwijs organiseerden en naar alle scholen en ouders die hen daarbij ondersteunden. Maar toch wil ik een warm pleidooi houden om niet opnieuw die keuzes te maken, als straks blijkt dat we nog niet alle doelen van het voorbije schooljaar behaald hebben. Als we nu (opnieuw) in de valkuil trappen van een te uitgepuurd onderwijs, zou dat weleens grote gevolgen kunnen hebben.“
“Ik wil een warm pleidooi houden om niet opnieuw voor een te uitgepuurd onderwijs te kiezen, als straks blijkt dat we nog niet alle doelen van het voorbije schooljaar behaald hebben.“
Brenda Froyen: ”Het slechtste wat we nu kunnen doen, is de druk weer opvoeren. Meer druk op de schouders van onze leerkrachten en kinderen zal er niet voor zorgen dat er meer doelen bereikt worden. Integendeel. Ik kan alleen maar hopen dat scholen, leerkrachten én ouders de ruimte zullen nemen en krijgen om weer op een volledige en holistische manier te onderwijzen en op te voeden. Ons onderwijs opnieuw door (tijds)druk beperken tot de pure essentie als spelling en rekenen is echt geen goed idee. Natuurlijk is die basiskennis superbelangrijk, maar er is zoveel meer dan dat. Onze kinderen moeten ook hun talenten ontdekken, en die kunnen ze evengoed vinden tijdens de zwem- of muziekles. En laten we onze leerlingen ook leren om plezier te vinden in lezen, iets op te zoeken, zichzelf uit te drukken, linken te leggen en hen uitleggen hoe ze kunnen nagaan of iets waar is of niet.”
Het komt dus met andere woorden wel goed met onze kinderen?
Brenda Froyen: ”Onderschat de leercapaciteit van gemotiveerde kinderen niet. Wie een zoon of dochter heeft met een passie voor games begrijpt allicht meteen wat ik bedoel. Met een goeie dosis motivatie krijgen ze de meest ingewikkelde spellen én de Engelse taal meteen onder de knie.
“Het is erg belangrijk om onze kinderen, thuis en op school, regelmatig te vragen hoe het met hen gaat.”
En laten we natuurlijk ook voldoende aandacht hebben voor het emotionele welzijn van onze kinderen. Al is het vaak heel moeilijk om met kinderen over hun emoties te praten. Ze zeggen (zoals wij dat ook doen) vaak automatisch dat alles goed gaat of ze vertellen over het laatste wat ze zich herinneren. En het gaat natuurlijk ook niet altijd slecht met hen. Soms gaat het ook oprecht gewoon goed. Maar gisteren of morgen misschien dan weer niet. Het is daarom belangrijk, in de klas, maar zeker ook thuis, om het soms gewoon zo te laten, maar de vraag wel regelmatig weer naar boven te brengen. En laat kinderen hun emoties beleven. Ze vertellen ons zelden hoe ze zich voelen, maar ze laten het wel vaak zíén. En daar geven we hen soms te weinig ruimte voor. Laat hen weten dat het oké is om verdrietig of boos te zijn. En help hen om dat te uiten.”
Brenda Froyen is lector Nederlands aan de lerarenopleiding van de AP Hogeschool, gediplomeerd leerkracht lager onderwijs en auteur. Ze heeft heel wat ervaring met onderwijs, waanzin, etiketten en hoe die elkaar beïnvloeden.
MEER OVER HET NIEUWE SCHOOLJAAR
- Een budgetvriendelijk én duurzaam schooljaar: Caro en Carine kopen tweedehands schoolspullen
- Vraag straks vooral niet: “Hoe was het op school vandaag?”
- Terug naar school na corona: onderwijskoepels willen leerlingen evalueren
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!