Familie
“Ouders vinden het prettiger om kinderen in hun vrije tijd naar de sportclub te sturen dan op een pleintje te laten spelen”

Terwijl kinderen vroeger gewoon mochten buitenspelen en tegen een bal gingen trappen op het pleintje in de buurt, wordt de vrije tijd tegenwoordig steeds meer geformaliseerd. Kinderen gaan naar de sportclub of een vereniging, zélf dingen ontdekken en experimenteren zit er niet meer in. En dat is jammer, vindt gezinswetenschapper Philippe Noens.

Wie is Philippe Noens?

  • Docent opleiding Gezinswetenschappen
  • Onderzoeker Kenniscentrum Gezinswetenschappen (Hogeschool Odisee)
  • Auteur van het boek ‘Mogen we nog wel straffen?
  • Schrijft opiniestukken voor onder andere Knack, De Standaard, De Morgen en Humo.

De vrije tijd van onze kinderen

Hebben onze kinderen het niet immens druk?

Philippe Noens: “De hamvraag is wie het precies druk heeft: wij of onze kinderen? Bekijken we de kwestie vanuit ouderperspectief, dan zie je dat we steeds intenser zijn beginnen op te voeden. Dat komt onder meer omdat het aantal kinderen dat we krijgen, per ouderjaar, doorheen de tijd drastisch is verminderd.

Een huismoeder in de jaren ’70 bracht weliswaar meer tijd met haar kinderen door, maar die betrok haar kinderen in meer of mindere mate in het huishouden dat ze had te runnen. Samen spelen op de mat was er veel minder bij. Zo’n moeder was meer latent aanwezig, aan kinderen werd meer gevraagd hun plan te trekken.

Tegenwoordig is er het anderhalf- tot tweeverdienersmodel: ouders werken meer dan vroeger buitenshuis, maar eenmaal thuis willen we de ‘verloren tijd’ met onze kinderen inhalen. En dat doen we door ons actief, intens met hen bezig te houden: we volgen huiswerk op, lezen boekjes voor en kijken samen naar ‘The Masked Singer’. Veel gezinstijd gebeurt op kindermaat. Tegelijkertijd zien we een formalisering van de vrije tijd die onze kinderen hebben.”

De pleintjes waar kinderen zouden kunnen sporten of spelen, worden als een probleem gezien. Ouders kiezen liever voor een formele sportclub of vereniging, waar een volwassene toezicht houdt.

Kinderen gaan dus niet meer gewoon buitenspelen, bedoel je?

“Inderdaad. Waar is het straatvoetbal van weleer? Welke kinderen gaan nog wandelen in het bos of gaan samen de buurt verkennen? We moeten dat verleden niet overromantiseren natuurlijk. En de pleintjes en veldjes bestaan nog wel, maar hoe erover wordt gesproken, doet toch de wenkbrauwen fronzen. Nu hebben we het over hangjongeren, vandalisme… We kijken er dus vooral negatief naar.

De meeste ouders vinden het prettiger om hun kinderen in te schrijven in een meer georganiseerde, formele vereniging. Want dat is veiliger, er is sociale controle en je kind steekt er nog iets van op. Denk aan de jeugdbeweging of de sportclub bijvoorbeeld. De vraag stijgt, dus ook het aanbod neemt toe. Tegenwoordig kun je je kind al op vierjarige leeftijd naar een miniclub sturen. Op zich is dat een goede evolutie, maar het informele aanbod neemt af. We duwen kinderen en jongeren uit de openbare ruimte met bordjes ‘niet het gras betreden’ of ‘verboden te skaten’. Dat is niet echt uitnodigend, toch? Om over het prijskaartje van al die georganiseerde kampen en clubs nog maar te zwijgen…”

Was het dan vroeger beter?

“Vroeger was het zeker niet allemaal rozengeur en maneschijn. Maar het is een feit dat we nu anders omgaan met de vrije tijd en ruimte van onze kinderen. Kijk eens naar de dieren in de zoo. We vinden dat dieren in gevangenschap meer ruimte verdienen. Dat is uiteraard prima, maar onze eigen kinderen hebben steeds minder speel- en ontmoetingsplekken in de openbare ruimte. Het Vlaamse streefdoel is om ieder kind op maximaal 400 meter van zijn of haar woonplaats zo’n speel- en ontmoetingsplek te gunnen. Daar zijn we nog lang niet.

Bovendien zit je met de gedachte dat georganiseerde vrijetijdsbesteding beter is dan deze die niet georganiseerd is. Terwijl ik denk dat opgroeiende kinderen en jongeren ook weleens graag ongeorganiseerd, chaotisch en experimenteel bezig willen zijn. Zonder volwassene, zonder toezicht, in de buurt.”

Er hoeft niet altijd een coach of leider bij te zijn. Kinderen willen ook graag eens zélf, proefondervindelijk, dingen leren. Dat mogen we hen niet ontnemen.

Misschien wil je kind wel helemaal niet naar de sportclub?

“Dat kan, en daar is niets mis mee. Je kunt voetballen bij een club, maar je hebt ook kinderen die liever naar de pleintjes trekken om er tegen een bal te trappen. Mijn dochter houdt bijvoorbeeld heel erg van dansen. Ze oefent de hele tijd, in haar kamer, of buiten op de trampoline met het buurmeisje. We zijn vergeten dat ook in deze eerder losse activiteiten waarde schuilt, ook al is er geen coach bij om je houding of traptechniek te corrigeren. Kinderen willen ook zélf dingen leren, proefondervindelijk, dat mogen we hen niet ontnemen.

En ook niet onbelangrijk: bij de voetbalclub is er al snel twee keer training en een wedstrijd per week. Misschien is dat voor het kind of voor de ouders wat te veel van het goede. Of is jouw kind helemaal niet geïnteresseerd in het competitie-element. We moeten erover waken dat de sportclub niet ook een zoveelste omgeving wordt waar er per se moet gepresteerd of gewonnen worden.”

We leven in een prestatiesamenleving, dat voelen kinderen op school en in hun vrije tijd. Elk vrij moment moeten we zo nuttig mogelijk besteden.

Schooldruk, minder vrije tijd

Dan komt de druk van op school er ook nog bij…

“Inderdaad. Prestatiedruk en tijdsdruk gaan vaak hand in hand. Uit psychologisch onderzoek weten we dat een kwartiertje huiswerk in de lagere school voldoende is. Maar je zult maar een kind hebben dat het wat moeilijker heeft met die schoolopdrachten. Dan ben je al een kwartier bezig met je kind te overtuigen om huiswerk te maken en zijn spullen te pakken. Het ene kind is met een bladzijde oefeningen na vijf minuten klaar, het andere kind kauwt er een halfuur op.

We leven in een samenleving waarin die maakbaarheidscultus zeer hoog is. Het idee dat we allemaal iets van ons leven kunnen maken als we maar genoeg inzet tonen, is er flink in gelepeld. Stilstand is achteruitgang. Ook wij volwassenen hebben het idee dat we altijd beter, sterker en slimmer kunnen worden, carrière moeten maken, en kinderen nemen die dadendrang over. Dat weerspiegelt zich in het opvoeden: hebben we een dagje vrij, dan willen we graag iets met de kinderen gaan doen. Naar het zwembad, de kust, het theater of het museum! Maar de aan-knop hoeft niet steeds aan te staan. Er schuilt ook veel waarde in samen naar een film of serie kijken, samen de tuin onderhouden of de kinderen vragen mee soep te maken. Het huishouden runnen geeft zuurstof aan een gezin. Het gewone samenleven biedt een tegengewicht voor de drukte van alledag.

Je kunt vrije tijd ook invullen zonder druk, maar dan moet je als ouder neen durven te zeggen en keuzes maken. Dat moeten we onze kinderen ook leren.

Als ouder moet je dus neen durven te zeggen, tegen die drang om toch maar de tijd ‘nuttig’ te besteden, en bewust voor het huishouden te kiezen. Dat is niet makkelijk in een wereld die zoveel aanbod heeft. Maar dat moeten we onze kinderen juist leren: dat er heel wat te beleven valt, maar het af en toe ook fijn is gewoon thuis te zijn. Less is more, ook in onze vrije tijd.”

Meer tips voor ouders:

Is sparen voor je kinderen nog haalbaar? “Het moet vooral realistisch zijn en het mag niet voelen alsof je alles ervoor opgeeft”
Typisch tieners van nu: “Het leven van onze tieners speelt zich online af. We moeten dus mee op TikTok en Snapchat”
Experte Sarah Van Gysegem schreef een praktisch opvoedboek over tieners van nu
Gezonde voeding voor tieners: “Het lijkt alsof tieners altijd honger hebben, maar we vergeten dat ze in volle groei zitten”

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."