“Weg met de lange zomervakantie!” Goed idee of niet?
Twee maanden zomervakantie. De kinderen en ook de leerkrachten zijn duidelijk fan! Maar is die lange zomer niet té lang? Gezinswetenschapper Philippe Noens werpt een blik op het debat.
Wie is Philippe Noens?
- Docent opleiding Gezinswetenschappen
- Onderzoeker Kenniscentrum Gezinswetenschappen (Hogeschool Odisee)
- Auteur van het boek ‘Mogen we nog wel straffen?‘
- Schrijft opiniestukken voor onder andere Knack, De Standaard, De Morgen, Humo
Is de zomervakantie te lang?
‘Een lange zomervakantie is asociaal.’ ‘Een te lange zomervakantie vergroot de ongelijkheid.’ ‘Een zomervakantie van twee maanden schadelijk.’ Wellicht hebben sommigen van jullie deze krantenkoppen zien passeren toen vorig jaar het debat rond de zomervakantie werd gevoerd?
Summer loss
Het belangrijkste argument had te maken met leerverlies. Kortweg gesteld: hoe langer een vakantie duurt, hoe meer kans dat leerlingen schoolse kennis en vaardigheden ‘vergeten’. En dat leerverlies is het grootst bij kinderen die uit een kwetsbare situatie komen. Omdat zij doorgaans tijdens de vakantie minder op uitstapjes of op kampjes gaan. Wat deze kinderen ‘verliezen’ door niet naar school te gaan, wordt onvoldoende ‘gecompenseerd’ door hun gezin.
Het argument rond leerverlies – in het Engels: summer loss – houdt zeker steek. Bovendien zorgen schooldagen en -weken voor routine. Die routine valt weg tijdens de lange zomervakantie. Voor kinderen lijkt die eindeloos lang te duren, voor ouders is het vaak kunst- en vliegwerk om die maanden creatief in te vullen. Met lange wachtlijsten voor allerlei (pony)kampjes tot gevolg.
In Wallonië gingen ze wél voor vakantieverspreiding en de eerste resultaten zijn voorzichtig optimistisch
Voortschrijdend inzicht
Persoonlijk ben ik tot voor kort een koele minnaar geweest van het inkorten van de zomervakantie. Of om precies te zijn: van het inkorten van de zomervakantie, en dus het beter spreiden van het aantal vakantieweken doorheen het schooljaar. Ik vind dat we het gezinsleven te vaak bekijken vanuit de school – leren, leren, leren! – of vanuit de samenleving – werken, werken, werken! Er is namelijk meer in het leven dan (bij)leren en (samen)werken.
Noem het voortschrijdend inzicht, maar mijn idee is ondertussen veranderd. Te meer omdat onze tienerzoon deze laatste week van juni reeds alleen thuis zat. Zijn examens zaten erop, hij werd enkel nog maar op school verwacht voor de rapportuitreiking. Wat maakt dat hij in de praktijk niet 9 weken maar 10 weken vakantie heeft. Dat tikt dus wel aan.
Welzijn in Wallonië
Nu goed, onze jongen is slim genoeg om zijn opgelopen ‘leerverlies’ te compenseren. Maar mijn vrouw werkt in het onderwijs. Het is zo dat leerkrachten de eerste weken van het nieuwe schooljaar steeds opnieuw reeds geziene leerstof moeten ontstoffen. Wellicht wint ook zij (leer)tijd als de vakanties korter duren.
In Wallonië zijn ze wél voluit voor die vakantieverspreiding gegaan. De eerste resultaten zijn voorzichtig optimistisch: leerlingen voelen zich, door vakanties die elkaar sneller opvolgen, beter uitgerust. Ze worden minder snel (school)moe. De werklast van leerkrachten gaat iets naar beneden wanneer ze een deel van die vakanties gebruiken om zich bij te werken (en voor te bereiden). Ouders vinden niet altijd zo makkelijk opvang tijdens de langere herfst- en krokusvakantie, maar er wordt aan gewerkt.
Conclusie
Misschien moet de volgende minister van onderwijs toch maar eens de knoop doorhakken rond die lange zomervakantie. En niet gaan voor minder vakantie, maar wel voor betere vakantie – vakantie dus gespreid over het hele jaar. Wallonië toont ons de weg, aan ons om te volgen. Of zie ik argumenten over het hoofd? Reageer gerust via repo@libelle.be!
Meer over opvoeden:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!