5 manieren om je zin in zoet uit te schakelen
1. Waarom is suiker slecht?
Suiker maakt dik, omdat het snel door het lichaam wordt afgebroken en omgezet in vet. Het vertraagt je vetverbranding en bevat loze calorieën zonder gezonde bouwstoffen. Wie veel suiker eet, kan ook last krijgen van stemmingswisselingen. Je krijgt even een energiestoot en een goed gevoel, maar dat wordt snel gevolgd door een dip. Gevolg: je raakt sneller geïrriteerd en vermoeid én je kunt je minder goed concentreren. Dus grijp je wéér naar iets zoets om je beter te voelen. Zo heb je heel de dag last van emotionele pieken en dalen. Bovendien kun je bij overmatig suikergebruik suikerziekte type 2 ontwikkelen.
Weetje: vaak is suikergebruik een aangeleerde gewoonte en gewenning. Als je bijvoorbeeld een tijdje stopt met suiker in je koffie, merk je niet alleen dat je snel went aan de smaak, maar dat koffie mét suiker plots totaal niet lekker meer is. Je behoefte aan zoet neemt dus af.
2. Kun je verslaafd raken aan suiker en zoetigheid?
Jazeker. En niet alleen aan suiker. Sommige mensen kunnen zelfs moeilijk zonder suikervervangers. Het gebruik van zoet werkt dus verslavend. Het is ook niet voor niets dat veel mensen die stoppen met roken, hun rookverslaving vervangen door een suikerverslaving. Als je last krijgt van ontwenningsverschijnselen (irritatie, onbedwingbare behoefte aan een suikershot) als je de suikertoevoer stopt, ben je suikerverslaafd. Dat komt ook omdat suiker rechtstreeks invloed heeft op de hersenen. Die reageren door serotonine aan te maken, een stof die voor een happy en plezierig gevoel zorgt. Daarom hebben we dus meer zin in zoetigheid als we ons ongelukkig voelen. Alhoewel sommige mensen het liefst van de ene dag op de andere van hun suikerverslaving afkicken, is het voor anderen beter om het rustig aan te doen. Ban in ieder geval zoveel mogelijk de zichtbare suikers in de vorm van klontjes in je koffie en thee, snoepjes, repen en koeken.
Weetje: per persoon verbruiken we bijna een kilo suiker (ook verwerkt in andere voedingsmiddelen) per week! In de laatste dertig jaar verdubbelde ons verbruik om de zeven jaar…
3. Wat zijn verborgen suikers?
Ons suikerverbruik is niet alleen zo hoog door het gebruik van ‘losse’ suiker of zoete producten, maar vooral door de verborgen suikers. Want ook aan bijvoorbeeld chips, fastfood, ketchup, erwten of bonen uit blik, kant-en-klare maaltijden en diepvriesfrieten wordt suiker toegevoegd. Schrik niet, maar deze verborgen suikers zijn verantwoordelijk voor bijna 70% van alle suikers die we binnen krijgen! Tip. Lees grondig de etiketten als je boodschappen doet en let erop dat ze niet te veel suiker bevatten.
Goed om te weten: suikersoorten kunnen heel wat verschillende namen hebben, zoals demerara, dextrose, fructose, galactose, glucose, malt, maltodextrine, maltose, melasse en sacharose.
4. Waarom heb je vaak zin in zoet vlak na de warme maaltijd?
Waarschijnlijk heb je dan te snel gegeten. Als je je warme maaltijd binnen vijf of tien minuten naar binnen werkt, heeft je lichaam niet eens de kans gehad om de koolhydraten om te zetten in glucose. Én een verzadigingsgevoel te krijgen, want dat ontstaat pas na twintig minuten. Ook slecht kauwen vergroot de zin in zoet. Grotere brokstukken komen in de maag die meer tijd nodig heeft om het voedsel te verteren waardoor de bloedsuikerspiegel maar langzaam stijgt. Vet eten ten slotte, vertraagt de maaglediging, waardoor het ook langer duurt voordat je je verzadigd voelt.
Weetje: kies gerechten met langzame koolhydraten, zoals groenten en peulvruchten. Eet langzaam, kauw goed en sla overdag geen maaltijden over zodat je bloedsuikerspiegel constant blijft en je niet zo snel zin in zoet krijgt.
5. Zijn kunstmatige suikervervangers een goede oplossing?
Ook kunstmatige zoetstoffen blijken niet zo gezond. Ze zorgen er weliswaar voor dat je minder snel dik wordt, maar het (verslavende) effect ervan op je hersenen is vergelijkbaar met dat van echte suiker. Je zin in zoet verdwijnt er niet door. Bovendien hebben ze soms een negatief effect op je stofwisseling. Weetje. Probeer meer eiwitten binnen te krijgen (kipfilet, ei, magere kaas, sojamelk). Met eiwitten voel je je langer verzadigd, heb je minder snel trek in zoet en voor de afbraak ervan moet je lichaam harder werken.