4 fouten die piekeraars maken
#1 Je zit vast in één bepaalde manier van denken
Geef daarom de piekergedachte ademruimte door te bedenken dat dingen wél kunnen veranderen – alles is veranderlijk.
#2 Je hebt geen duidelijk plan van aanpak voor ogen
Maak je doel zo helder mogelijk en zet het op papier. En denk eens na over verschillende manieren om dit doel te bereiken, en schrijf die ook op. Het maakt de dingen overzichtelijk en de eerste stap richting doel gemakkelijker.
#3 Je probeert het piekeren zelf te stoppen
Ingaan tegen de piekergedachte maakt het vaak nog erger? De gedachte ‘Ik pieker te veel’ kan je helemaal in beslag nemen, en maakt je alsmaar onrustiger en angstiger. Afleiding opzoeken en praten met een deskundige werkt wel.
#4 Je denkt dat piekeren je in staat stelt om pijn en teleurstellingen al op voorhand te voelen, zodat je beter beschermd bent als het je daadwerkelijk overkomt.
Je piekert bijvoorbeeld over wat als je kind ziek zou worden. Je stelt jezelf daarbij de verkeerde vragen: wat als ik dit doe? Wat als dat gebeurt? De kwaliteit van de oplossingen die piekerende mensen bereiken is bovendien minder hoog dan bij niet piekeren. Daarom: voelt het aan als een probleem? Aanvaard dat dan, maak dat probleem concreet, denk na over een aantal oplossingen, probeer uit en bekijk of het voor je werkt om hier anders over te denken.