Anne Davis: “Mijn eerste sigaret kreeg ik in mijn studententijd, toen mijn vriendje het uitmaakte. Zo begon het”
Dat roken ongezond is, weet iedereen. Maar kan het ook je relatie vergiftigen? Anne Davis zocht het uit, samen met relatietherapeute Rika Ponnet.
Rika Ponnet:
“Je partner het roken verbieden, heeft geen zin. Misschien doet hij het nadien dan gewoon stiekem. Het is beter om te begrijpen waaróm hij rookt.”
Anne Davis: “Mijn allereerste sigaret kreeg ik in mijn studententijd, op een dag dat ik vreselijk verdriet had om een vriendje dat het had uitgemaakt. ‘Hier’, zei mijn beste vriendin, met wie ik op kot zat, ‘neem een sigaret, daar kalmeer je van.’ En zo begon het. Een sigaret om te kalmeren, en een dag later nog een keer eentje omdat ik nog niet kalm genoeg was, en op een andere keer eentje, omdat het toch wel lekker was. Toen kwam er een moment dat ik niet meer altijd van een ander kon roken, en dus zelf maar een pakje kocht. Voor ik het wist, zat ik aan een half pakje per dag. En daarna aan een volledig pakje.
Het ironische is dat het vriendje om wie ik verdriet had bij die eerste sigaret, een vreselijke hekel had aan roken. En nog ironischer is het feit dat het weer goedkwam tussen hem en mij, maar tegen die tijd was ik verslaafd. Tijdens onze relatie ben ik blijven roken, en die hele tijd hebben we er ruzie om gehad.
Hoe meer hij protesteerde, hoe minder ik kon stoppen. In het huis op het platteland waar we later woonden, bracht ik een groot deel van mijn tijd door met mijn hoofd uit het zolderraam, of in de schuur, waar een geit stond die sterker rook dan mijn sigaretten. Die geit en ik werden dikke maatjes. Ze is uiteindelijk vroeg gestorven, maar ik geloof niet dat het van het passieve roken kwam.
Hoe dan ook: de permanente antirookcampagne werkte voor mij als een rode lap op een stier. Terwijl ik best wist dat ik ongelijk had. Want voor ik zelf rookte, had ik een vriendje dat er een pakje per dag doorjoeg en als hij me kuste, was het of ik een volle asbak zoende. Dus ik wist dat sigaretten nog meer stinken als je zelf niet rookt. En als ik uit was geweest, hoefde ik mijn jurk maar te ruiken of eens flink met mijn haar te schudden, en dan werd ik een beetje misselijk. Maar stoppen met roken, dat deed ik niet.
Dat kwam pas jaren later, toen ik nota bene een man had die wél rookte, al was het veel minder dan ik. Niemand dwong me, behalve misschien die ene vriendin, die zei dat mijn peuter naar de sigaretten stonk. Toen was ik er op slag vanaf.”
Als je ’t lief vraagt…
Roken is wel vaker een twistpunt binnen een relatie. Annet (32) rookt zes sigaretten per dag, nauwelijks een verslaving te noemen in de ogen van verstokte rokers misschien, maar die zes kan ze echt niet missen. Dus ja, toch verslaafd. “Mijn man zegt soms: ‘Als je écht van me hield, stopte je met roken’, en dan heb ik zin om hem een blauw oog te slaan, want hij weet best dat ik echt van hem hou. Ik zeg toch ook niet: ‘Als je écht van me hield, dan liet je me doen wat ik wil’?”
Roken is slecht voor je gezondheid, dat weet iedere roker en de meesten van ons wilden dat we er nooit mee begonnen waren. Maar dat soort chantage, dat maakt het alleen maar erger. “Als mijn man me met rust laat, hou ik misschien op een dag zélf op met roken, en dan moet ik nog maar eens zien of hij het meteen merkt. Want ik rook alleen buiten, zelfs als het sneeuwt of regent”, zegt ze. “Ik ben behoorlijk winterhard geworden.”
Relatietherapeute Rika Ponnet vertelt: “Er wordt veel meer over roken gepraat dan zo’n twintig jaar geleden, en het wordt ook op steeds meer plekken verboden. De meeste rokers voelen zich schuldig, want ze worden veroordeeld om hun rookgedrag, eigenlijk tot in het absurde tegenwoordig. Er wordt ook vaker verwacht dat de rokende partner zich hoffelijk gedraagt of aanpast, en daar is niets mis mee. Maar de ander het roken verbieden, dat heeft geen zin.
Een verbod werkt voor veel mensen averechts en al stopt je partner om de lieve vrede te bewaren, uiteindelijk zal hij of zij je toch de rekening presenteren door het stiekem te doen of je te gaan verwijten dat hij het zo moeilijk heeft door jóúw schuld.”
Wat je wel kunt doen, is vragen of de ander wil stoppen. Niet zeggen: ‘Je moet ophouden’, maar wel: ‘Ik zou het fijn vinden als je stopte, want ik maak me zorgen om je gezondheid en ik wil samen oud worden. En als je wilt stoppen, zal ik alles doen om je daarbij te steunen.’ Als het om een positieve boodschap gaat, merk je dat de ander ervoor zal openstaan om het in overweging te nemen en te proberen te stoppen. En daarin speelt het klimaat van vandaag dan wel in positieve zin mee.”
Is er meer aan de hand?
Er wordt wel beweerd dat roken een van de moeilijkste verslavingen is om vanaf te komen, maar voor een niet-roker is dat vaak moeilijk in te schatten. “Ik begin echt het respect voor mijn man te verliezen”, zegt Hilde. “Harry belooft al jaren dat hij zal stoppen met roken, want het stinkt en het is ongezond – zijn vader is nota bene overleden aan longkanker. Ik walg van de geur, en dus ook van hem. Zelfs ons seksleven lijdt eronder.”
“Maar hij kan gewoon niet stoppen, hoe vaak we er ook ruzie over maken. Telkens gooit hij met een groots gebaar zijn sigaretten weg en dan betrap ik hem toch weer dat hij ergens buiten stiekem staat te roken. Alsof ik dat niet zou ruiken. Ik vind het zo slap. Wat is het nu voor voorbeeld voor de kinderen, als hun vader zo weinig wilskracht heeft?”
Rika Ponnet: “Als je zegt dat je walgt van je partner, is dat een heel sterke uitspraak, en dan moet je je afvragen of het nog alleen over sigaretten gaat. Dan wordt dat gevoel door andere zaken gevoed en doe je er goed aan om je af te vragen of er andere dingen in je relatie aan de hand zijn. En als iemand zogezegd gestopt is en stiekem toch rookt, dan doet hij dat omdat de ander het verboden heeft, en hij een conflict wil vermijden.”
“Hij heeft niet de moed om te zeggen: ‘Ik ben er niet klaar voor, ik zit er nog te veel aan vast.’ Soms is het ook om van de druk verlost te zijn: als je maanden of jaren commentaar krijgt als je een sigaret opsteekt, word je het beu en dus rook je stiekem voor de lieve vrede. Je kunt beter de discussie aangaan, of vragen: ‘Mag ik alsjeblieft mezelf zijn, roken is deel van wie ik ben en ik wil graag dat je het accepteert. Je wist dat ik rookte toen we elkaar leerden kennen, ik zou het misschien ook anders willen, maar stoppen, dat kan ik nu niet.'”
Op naar een compromis
Toen Sanne haar man Onno leerde kennen, rookte hij al en dat vond ze ook toen al niet echt fijn. “Maar ach, je bent verliefd en je neemt het erbij. Maar nu krijg ik er een steeds grotere hekel aan. Ik vind het zo smerig ruiken, en met kleine kinderen in huis wil ik helemaal niet dat er binnen gerookt wordt. Maar als ik vraag of hij alleen buiten wil roken, krijg ik te horen dat het net zo goed zíjn huis is, en hij rookt stug door. Ik voel me machteloos, alsof ik niets te betekenen heb.”
Mag je iemand wel vragen alleen maar buiten te roken? “Absoluut”, zegt Rika Ponnet. “En als de relatie goed zit, is men best bereid om tot een compromis te komen. Het roken wordt dan getolereerd, en er wordt niet over gezeurd. Je neemt elkaar zoals je bent, en dan kun je samen afspraken maken. Bij zwangerschappen wordt er vaak gestopt met binnenshuis roken, en dat toont dat je keuzes maakt in belang van het wij-verhaal.
Maar als zo’n verzoek genegeerd wordt, dan is er echt wel meer aan de hand. Dan krijgt de partner van de roker het gevoel: de ander doet geen moeite voor me, houdt geen rekening met me, en dan wordt het een echte machtsstrijd. De niet-roker heeft het gevoel dat ze zich altijd moet aanpassen, de roker voelt zich voortdurend onder druk gezet en gaat steeds meer zijn eigen gang om haar op afstand te houden. Aan die onverzettelijkheid gaat op den duur alles kapot.”
Anti-stress-sigaret
Johanna heeft er moeite mee dat haar man zijn sigaretten gebruikt als een vluchtweg. “Telkens als het thuis superdruk is, of als er een moeilijk gesprek gevoerd moet worden, loopt hij naar buiten om een sigaret op te steken. Ik vind dat laf.”
“Roken kan een strategie zijn om stress te reguleren”, vertelt Rika Ponnet. “Dat is voor veel rokers zo. Er zijn mensen die zeggen: ‘Ik rook nog twee sigaretten per dag, maar daar kijk ik ook echt naar uit.’ Die gebruiken een sigaret om aan het einde van de dag even tot rust te komen, zoals een ander gaat snoepen, of een glas wijn neemt. Als je stopt met roken, kick je snel genoeg af van de fysieke afhankelijkheid, maar roken als stressregulator, daar is veel moeilijker een vervanging voor te vinden.
Via die sigaret kun je dingen kwijt die je anders niet geuit krijgt. Er zijn mensen die zeggen: ‘Mijn partner is gestopt met roken, maar ze is niet leefbaar, ik heb liever dat ze weer begint…’ Dat is dan omdat zo iemand de stress niet kwijtraakt, zeker in de afkickfase. Er moet dus een andere manier gevonden worden om af te reageren, in plaats van op de partner.”
Rika wil echter geen pleidooi voor het roken houden: “Iedereen weet dat het ongezond is en ik rook zelf ook niet. Maar bij de noden die we hebben, en die niet altijd door anderen ingevuld worden, kan roken een hulpmiddel zijn en de een heeft daar meer behoefte aan dan de ander. Het heeft geen zin om mensen te beladen met schuldgevoelens, dat geeft een gevoel van falen. Het is beter om te begrijpen waarom we dingen doen, en de beste manier vinden om ermee om te gaan.”
Tekst: Anne Davis