Hoeveel zonnecrème moet je smeren? En is factor 50 écht nodig?
Oh, die mooie zomer! Dat betekent genieten van de zon en uiteraard ook veel zonnecrème smeren. Maar hoeveel is genoeg? En welke uv-factor moet je smeren om goed beschermd te zijn? Een expert geeft antwoord!
Meer mensen smeren
Bij elk streepje zon, smeren we ons voorbeeldig in met zonnecrème. De tijd dat we uren liggen te bakken en braden voor een bruine tint is gelukkig verleden tijd, want intussen weten we beter. Dat meer mensen bewust zijn geworden van de schadelijke effecten van de zon, merkt ook Carmen Laeremans, apotheker bij Newpharma:
“We zien een stijging in de verkoop van zonnebeschermingsproducten met factor 30 of 50. Dat maakt ons erg blij, want dat betekent dat meer mensen bewust zijn van de schadelijke gevolgen van de zon. Men ziet in dat de zon huidkanker kan veroorzaken, maar ook dat ze verantwoordelijk is voor huidveroudering.
Helaas zijn er toch nog heel wat mensen die de gevolgen van overmatige uv-straling zonder bescherming volledig onderschatten, en dit terwijl de kans op huidkanker 1 op 5 is. Vooral mensen met een hele lichte huid lopen een groter risico en kinderen hebben sowieso een erg gevoelige huid. Als mensen vaak verbranden in hun kinderjaren, hebben ze een hoger risico om later huidkanker te ontwikkelen.”
Verstandig in (en uit) de zon
Carmen Laeremans: “De eerste tip is om de schaduw op te zoeken en de vlakke zon te vermijden, zeker tussen 12 en 15 uur. Bescherm je huid steeds met kleding en draag een hoed en een zonnebril. Maar de belangrijkste tip is om zonnecrème te smeren. Altijd, ook als men zich niet in de vlakke zon begeeft en in de schaduw blijft zitten. Je smeert best om de 2 uur, na elke zwembeurt of als je hard hebt gezweet, zoals na het sporten.”
Maar ook in de schaduw smeer je je trouwens best in: bomen, parasols of zonneschermen laten nog vrij veel uv-stralen door en afhankelijk van de ondergrond worden de zonnestralen weerkaatst. Gras is relatief veilig, maar zand reflecteert tot 80 procent van de stralen. Dat is de reden waarom je op het strand en aan het water zo snel (en hard) kunt verbranden.
Rijkelijk smeren
Carmen Laeremans: “Mensen smeren bijna altijd te weinig zonnecrème. Gemiddeld moet men 30 g zonnecrème smeren, elke keer opnieuw, om de aanbevolen 2 uur. We smeren 5 tot 6 keer te weinig, wat maakt dat bijvoorbeeld factor 50 nog slechts een factor 10 wordt (50 gedeeld door 5). Dat verschil is dus enorm. Een factor 50 is geen factor 50 meer wanneer er niet genoeg gesmeerd wordt.
We raden dan ook aan om gemiddeld twee milligram per vierkante centimeter te smeren om aan de beschermingsfactor te komen die op de verpakking staat. Smeer je minder, dan ben je minder goed beschermd.”
Concreet betekent dat…
- een theelepel zonnecrème voor je gezicht;
- vier eetlepels voor je armen en benen;
- twee eetlepels voor je buik en rug.
- En dat elke twee uur.
Het is dus niet zo vreemd dat verschillende onderzoeken uitwijzen dat we eigenlijk te weinig smeren. Als je alles optelt, zou je tijdens een hele dag op het strand een volledige flesje zonnecrème moeten opgebruiken. Afhankelijk van hoe groot je bent en hoeveel oppervlakte huid je hebt, kan dat meer of minder zijn. Uiteraard is zonnecrème minstens een paar maanden houdbaar, maar het liefst is je voorraad op voor de houdbaarheid wordt overschreden. Zo vertelt Carmen Laeremans:
“Op de producten staat steeds een symbooltje met daarop de PNO of ‘periode na opening’, bijvoorbeeld 12 maand. Dit is de houdbaarheidstermijn van het zonneproduct nadat het geopend wordt, als het in de ideale omstandigheden bewaard wordt. Dat wil zeggen: op een droge plaats, bij kamertemperatuur. De producten bevinden zich echter vaak in extreme omstandigheden zoals de hitte van de zon of de koude van het bagageruim van een vliegtuig. Temperatuurschommelingen en bacteriën zorgen ervoor dat de kwaliteit en de werking van het product achteruitgaat. We raden aan om jaarlijks nieuwe zonnebescherming te kopen, want je weet niet meer hoe het met de kwaliteit van je product is gesteld. Na een jaar zou je bovendien geen zonnecrème meer mogen overhouden, als je correct hebt gesmeerd!”
Hoe hoger de factor, hoe beter?
Carmen Laeremans: “Er is een algemene tendens om meer factor 30 en 50 te kopen. Veel mensen denken dat een factor 50 beter beschermt, terwijl die hoge factor vooral wil zeggen dat je langer bent beschermd. Hoe hoger de factor, hoe langer je bent beschermd. De SPF geeft aan hoeveel langer je in de zon kunt zitten zonder te verbranden, vergeleken met de tijd wanneer je geen zonnecrème draagt.”
“Mensen smeren dus niet alleen te weinig, maar ook niet vaak genoeg waardoor de werkelijke factor een stuk lager ligt. Het is positief dat er vaker een hoge factor wordt aangekocht, omdat de werkelijk gesmeerde factor dan ook hoger zal liggen. Als je een zonnecrème met factor 20 gebruikt, is het dus belangrijk dat je voldoende en vaak genoeg smeert.
Kijk bij de aankoop van een product goed op de verpakking naar de bescherming. Als er SPF 50 staat aangegeven, dan is dat de bescherming tegen uv B. Uv B-straling zorgt ervoor dat je huid verbrand (B van ‘Burn’), uv A zorgt voor huidveroudering (A van ‘Aging’). Als er een uv A-filter in een product zit, dan staat er op de verpakking ergens UVA met een cirkeltje er rond. Dat geeft aan dat de uv A-bescherming minstens 1/3 van de uv B-beschermingsfactor is.”
Beschermd door skin care?
Carmen Laeremans: “Er zijn heel wat dagcrèmes waarin een SPF zit. We krijgen regelmatig de vraag of je hiermee beschermd bent gedurende de dag. Het antwoord is: nee. Vaak heeft een dagcrème maar een factor 20, dus heel lang kom je er niet mee toe. Als je je ‘s morgens insmeert met zo’n dagcrème ben je misschien wel beschermd tijdens je fiets- of wandelroute naar het werk, maar wanneer je ’s middags een broodje eet in de zon moet je je opnieuw insmeren.
Hetzelfde geldt voor de foundations met SPF. Bovendien zou je de foundation al erg dik moeten smeren om voldoende beschermend te zijn, als je weet dat er 2 milligram crème per vierkante cm huid nodig is. Stel dat er in je foundation een factor 50 zit, wat zelden het geval is, en je smeert 8 keer te weinig, dan is je bescherming ook 50 gedeeld door 8. Daar kun je niet heel lang mee in de zon zitten.”
De ene filter is de andere niet
Carmen Laeremans: “Er wordt soms advies gevraagd over de verschillende types zonnebescherming: crème, dry touch, olie, mousse… Eigenlijk is het verschil puur gebruiksgemak, want ze zijn allemaal even goed. De boodschap is: neem wat je het liefst gebruikt, zodat je het daadwerkelijk zult gebruiken.
We krijgen ook vaak vragen over het verschil tussen chemische en minerale zonnefilters. Ook hier zijn beide types even werkzaam. Het verschil is dat chemische filters in de huid trekken en de uv-straling absorberen. Als je zo’n filter gebruikt, moet je 30 minuten wachten voor je in de zon gaat.
De minerale zonnefilters blijven op de huid liggen, weerkaatsen de uv-straling en creëren een fysische bescherming. Je mag dus meteen in de zon. Het nadeel van een minerale filter is dat het vaak een witte laag achterblijft. Anderzijds zijn minerale filters voor mensen met een gevoelige huid of kinderen ideaal, omdat deze minder snel zullen irriteren.”
Smeren met zorg voor het milieu
Carmen Laeremans merkt ook een evolutie in duurzame producten: “Er is de laatste tijd ook veel te doen rond de milieubewuste zonnebescherming. Uv-filters zijn vaak schadelijk voor het milieu en de onderwaterwereld. Het is een delicate kwestie en bovendien is er nog steeds veel onderzoek naar. Vaak is het een hele zoektocht naar de ideale samenstelling: een optimale uv-bescherming, die milieubewust is en fijn is in gebruik.
Mensen gaan er vaak van uit dat minerale filters beter zijn voor het milieu, maar er zijn evenzeer minerale filters die slecht zijn voor het milieu. Er bestaan lijsten waarin de verschillende uv-filters zijn onderverdeeld. De filters uit de rode lijsten kunnen we beter vermijden. De groen gerangschikte filters vormen het minste een bedreiging voor het milieu.
Naast de milieuvriendelijkheid van de uv-filters wordt er ook rekening gehouden met de aanwezigheid van microplastics die in het product zouden kunnen zitten. Als je wilt weten of er schadelijke ingrediënten in een product zitten, kun je de app ‘Beat the Microbead‘ gebruiken. Door het product met de app te scannen, weet je of er microplastics in het product zitten of niet.”
Lees ook:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!