Wat doet kanker met je seksualiteit? Marieke Colpaert schreef er een boek over

Door Goele Tielens

Marieke kreeg als jonge dertiger en mama van drie kanker. Dat had niet alleen mentale en fysieke gevolgen, ook haar seksualiteitsbeleving veranderde. Met haar boek ‘Op de tast’ wil ze het taboe doorbreken.

Marieke zwaait enthousiast de deur open van haar gezellige gezinswoning in Kortrijk. Toch zal het interview niet daar plaatsvinden, maar in een nabijgelegen hotel. Want praten over haar ziekte en haar boek doet ze liever niet waar haar kinderen bij zijn. Onderweg heeft ze het over de liefde voor haar gezin, haar job en de kwarttriatlon die ze deed, samen met andere ex-kankerpatiënten. Want naast een jonge, enthousiaste mama is Marieke ook ex-borstkankerpatiënte. En daarover schreef ze samen met seksuoloog Marlies Meersman het boek ‘Op de tast’, waarin ze het heeft over seksualiteit tijdens en na kanker, en hoe je die stap voor stap opnieuw kunt ontdekken. Want daar hebben lotgenoten volgens haar meer dan nood aan.

Op je 32ste te horen krijgen dat je kanker hebt, dat moet er serieus ingehakt hebben…

Marieke Colpaert (37): “Ik wist al dat ik drager was van het BRCA-gen en dat ik dus een hoger risico liep om borstkanker te krijgen. En toch kwam de diagnose als een donderslag bij heldere hemel. Mijn mama kreeg het op haar veertigste, en ik had dat als richtdatum in mijn hoofd. Ik had alles al doorgesproken met mijn gynaecoloog: ik zou op mijn 35ste mijn borsten preventief laten verwijderen. Maar nu was ik daar nog niet aan toe: mijn jongste zoontje Lennert was net één jaar geworden en ik gaf nog borstvoeding. Bovendien twijfelden Frederic en ik of we niet nog een vierde kindje wilden. Ik voelde me in snelheid gepakt.”

In volle coronaperiode

Op welke emotionele rollercoaster kom je dan terecht?

“Ik was doodsbang en dacht meteen aan mijn kinderen. Maar volgens de eerste diagnose zat mijn kanker nog in het voorstadium. Op zich goed nieuws, een operatie zou volstaan. Ze zouden mijn borsten verwijderen en reconstrueren met buikweefsel. Ingrijpend, maar ik zou verder geen behandeling nodig hebben. Alleen zaten we in volle coronaperiode en was mijn operatie minder dringend dan die van patiënten die nog slechter nieuws kregen. Gevolg: ik moest drie maanden wachten. Dat gaf me veel tijd om na te denken. Té veel. Het piekeren stopte niet. En toen het dan eindelijk zo ver was, liep er alsnog iets mis. Lang verhaal kort: het werden tien dagen ziekenhuis in plaats van de geplande vijf, omdat er meerdere operaties nodig waren. Intussen waren mijn kindjes thuis, en sprongen mijn mama en zussen in de bres om ze te helpen opvangen, ik kan ze daarvoor niet hard genoeg bedanken. Mijn man bleef tien dagen bij mij in het ziekenhuis om mij te steunen. Evident was dat niet, toen. Maar ik had hem echt nodig.”

“Niet iedereen durft over die dingen te praten. Het is dus vooral de taak van de dokter om zélf eens te vragen hoe het gaat, daar onderaan”

En dan mag je eindelijk naar huis om te revalideren. Alleen kreeg je daarna helaas opnieuw slecht nieuws.

“Die revalidatie op zich was al geen pretje. Ik zat met een eenjarig zoontje dat veel behoefte had aan zijn mama, maar dat ik niet mocht oppakken – en waarover ik me schuldig voelde. En toen kwam inderdaad nog een mokerslag: het bleek toch niet om een voorstadium van kanker te gaan, wel om stadium 1. Er werd alsnog een chemobehandeling opgestart. Dat maakte me bang, ook omdat ik vroeger had gezien hoe mijn mama had afgezien, toen er nog niet zoveel manieren waren om de bijwerkingen te verzachten. Maar we moesten plots ook een beslissing nemen over dat vierde kindje. Voor mijn man was het duidelijk: met drie gezonde kinderen vond hij ons gezin compleet, maar ik had het moeilijker. Uiteindelijk heeft de raad van de artsen mij geholpen. Ik zou zwaardere chemotherapie nodig hebben en pas op mijn 37ste kunnen afbouwen met antihormonale therapie, en dus ook pas daarna kunnen proberen zwanger te geraken. Dankzij die informatie kon ik wel de keuze maken: we zouden het bij drie kinderen houden.”

Bespreekbaar maken

Die uitgebreide informatie van artsen miste je wél op andere vlakken. Zoals seks en aanrakingen, zo schrijf je in je boek.

“Bij veel dingen sta je vooraf niet stil wanneer je aan een kankerbehandeling begint. Zo vertelde mijn mama mij dat ik altijd twee keer het toilet moest doorspoelen: die chemo is gevaarlijk spul, zeker voor kleine kinderen. Die tip riep meteen zoveel vragen bij me op: mag ik nog wel kusjes geven aan de kinderen? En wat met mijn man? Hoe zit het met vaginaal contact? Ik had een hoop brochures vol informatie gekregen, maar er stond niets in over intimiteit. Choquerend vond ik dat.”

Dus je ging te rade bij je arts?

“Ik ben gelukkig niet te verlegen om vragen te stellen. Zo leerde ik dat die kusjes geen kwaad kunnen. En dat vrijen met een condoom moest. En dat je libido daalt, is – logischerwijs – perfect normaal. Hoewel ik heel goed kan begrijpen dat niet iedere vrouw zit te wachten om over haar seksleven te praten, vind ik het wel de taak van de arts of verpleegkundige om het bespreekbaar te maken. Want hoe geraken minder mondige mensen aan die informatie?”

“Schaamte bij intimiteit, pijn bij het vrijen… Toen ik over deze onderwerpen begon bij lotgenoten, bleek er zóveel herkenning”

Taboes doorbreken

En net om die mensen te helpen, besloot jij een boek te schrijven?

“Klopt. De impact van kanker op je lichaam en je seksualiteitsbeleving mag geen taboe zijn. Heel wat vrouwen komen door chemotherapie van de ene dag op de andere in de menopauze terecht. Bovenop je ziekteproces heeft dat natuurlijk extra gevolgen. Maar zelfs als je zoals ik niet in de menopauze blijft, heeft het effect. Ik weet nog dat ik bij een aantal lotgenoten het onderwerp ‘vaginale droogte’ opwierp. Er was meteen veel herkenning. Net zoals bij nog heel wat onderwerpen, van pijn bij het vrijen en vaginale kloven tot de schaamte om ons T-shirt uit te trekken als we intiem waren. We kunnen misschien niet alles oplossen, maar wel tips uitwisselen. En alles voelt toch beter als je weet dat je niet alleen bent?”

Ik las dat informatie over intimiteit ondertussen wel is opgenomen in de infobrochures over kanker. Je hebt een lans gebroken voor andere vrouwen.

“Die brochures zijn één ding, maar ik hoop vooral dat oncologen of andere gezondheidsmedewerkers ook eens vrágen hoe het gaat, daar onderaan. Want niet iedereen durft er zelf over te beginnen. Ook op voorhand moeten vrouwen weten wat hen te wachten staat, op alle vlakken. Van die menopauze-gevolgen tot pijn bij het vrijen of een lager zelfbeeld. Patiënten moeten vooral ook weten dat ze zichzelf niet mogen forceren op seksueel vlak, want dan kunnen er weer andere problemen optreden. Soms is het beter om je lichaam tijd te geven en de boot even af te houden.”

Nog even over dat forceren: in je boek heb je het onder andere over een jonge vrouw van 28 die vulvodynie, of extreme pijn tijdens het vrijen, heeft ontwikkeld.

“Klopt. Zij wilde ‘zo normaal mogelijk’ leven, en daar hoort vrijen natuurlijk ook bij. Tijdens de daad had ze pijn, maar ze besefte niet dat dit grote gevolgen kon hebben op langere termijn. Haar lichaam verkrampte continu en het lukte niet meer. Uiteindelijk had ze bekkenbodemtherapie nodig om opnieuw te leren ontspannen. Het duurde met andere woorden veel langer, doordat ze zichzelf toch had willen forceren. En zij is niet de enige. Er bestaan naast borstkanker trouwens nog andere kankers die een grote impact hebben op de seksualiteitsbeleving, vulvakanker bijvoorbeeld. Er is helaas geen gouden tip, het is voor iedere vrouw zoeken en proberen wat werkt.”

“Seks was voor mijn man een fijne extra, maar geen noodzaak. Hem dat horen zeggen, nam voor mij heel wat druk weg”

Voor al die vrouwen die helaas nog elke dag de diagnose krijgen: wat moeten zij zeker weten volgens jou?

“Eigenlijk is mijn grootste tip dat ze alles bespreekbaar mogen maken. Stel vragen. Het is niet gênant om te praten over intieme kwalen of een verlaagd libido, en je bent zeker niet alleen. Je vecht al tegen zo’n zware ziekte, je hoeft niet te denken: dit neem ik er wel bij. We laten in het boek heel wat experten aan het woord, onder wie de bekende professor en menopauze-expert Herman Depypere. Maar je leest ook de verhalen van lotgenoten en vooral ook heel wat praktische tips en informatie. Over welke olie of glijmiddel je kunt gebruiken, bijvoorbeeld.”

Van angst naar acceptatie

Je raadt in je boek ook aan om met je partner te praten over je angsten en onzekerheden.

“Mijn man en ik hebben twee gesprekken gehad met een seksuologe en dat heeft mij geholpen. Ze stelde vragen over de rol van intimiteit in onze relatie. Ik voelde me gerustgesteld toen ik mijn man hoorde zeggen dat hij vooral nood had aan affectie en knuffelen. Dat nam voor een groot stuk de druk weg. Er hoefde niet per se iets te gebeuren als hij mij vastpakte. Seks was een fijne extra, maar geen noodzaak. Dat te horen, zorgde ervoor dat ik minder stress voelde. Wij praten nu trouwens nog steeds heel veel, of we gaan eens samen op date, met drie kinderen is dat belangrijk.”

Hoe is het nu met jou?

“Best goed. Ik geniet van mijn gezin en het leven. Ik hecht veel belang aan een gezonde levensstijl, ik krijg advies van een lifestylecoach. Dat is voor mij belangrijk, want eet ik bijvoorbeeld te veel suikers, dan krijg ik last van warmteopwellingen en slaap ik slecht. Dat gebrek aan nachtrust heeft dan weer een effect op hoe ik me voel. Bovendien ben ik door de hormoontherapie kilo’s bijgekomen, en dat lijkt een bijkomstigheid, maar het is niet fijn voor mijn zelfbeeld.

Op moeilijke momenten voel ik soms weer die angst: wat als de kanker terugkeert? Gelukkig helpt meditatie mij daarbij. Al zijn er zeker ook nog moeilijke momenten. Ik moet nog een laatste operatie ondergaan voor mijn borstreconstructie, ik zal blij zijn als dat achter de rug is. En op termijn worden ook mijn eierstokken preventief verwijderd en zal ik in de menopauze belanden. Dat maakt me wel wat ongerust. Bovendien moet ik nog leren accepteren dat ik niet meer de Marieke ben van voorheen. Ik werk nu zestig procent en wil ooit opbouwen naar tachtig procent, maar ik voel dat mijn lichaam nog veel rust nodig heeft. Tegelijkertijd vind ik het belangrijk om ten volle te leven en me-zelf nuttig te maken. Daarom zet ik me nu in voor het project Team Next, waarbij lot-genoten worden samengebracht om te sporten, en geef ik lezingen over seks en kanker. En er komt nog een kinderboekje aan. Allemaal om al die lotgenoten te informeren, en te laten zien dat ze níét alleen zijn.”

Het boek ‘Op de tast’ van Marieke Colpaert en Marlies Meersman is uitgegeven door Borgerhoff & Lamberigts en is te koop in de boekhandel voor € 24,99.

Foto’s: Ann De Wulf

Meer interessante verhalen:

“Voor zieke kinderen betekenen mijn lessen vaak het verschil tussen slagen of zitten blijven”
Carla geeft als vrijwilliger les aan zieke kinderen

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."