Lastige gesprekken voeren: zo leer je verbindend communiceren
Je herkent het vast: er ligt iets op je lever, maar je ziet er zo tegenop om de confrontatie aan te gaan. Sommige gesprekken gaan we nu eenmaal uit de weg, omdat ze gevoelig liggen bij onze gesprekspartner of bij onszelf. Het goede nieuws: een lastig gesprek voeren, kun je leren.
De expert: Lieve Peeters is Consultant bij de Taborgroep. Ze coacht en traint leidinggevenden in ‘Verbindende Communicatie’ en ‘Zelfzorg’.
Kleine bekentenis: als geboren en getogen Kempenaar is open communiceren me niet bepaald met de paplepel ingegeven. Waarom eerlijk zeggen wat er op je lever ligt als je het ook gewoon kunt opkroppen? Nog liever ga ik een week lang elke dag naar de tandarts of – nog erger – de autokeuring, dan een lastig gesprek met iemand aan te gaan. Mijn poetshulp aanspreken op die vuile plekken in de badkamer? Volgende week misschien… Onze buren vragen of die luidruchtige maaibeurt na tien uur ’s avonds ook wat vroeger kan? Dat is meer iets voor mijn man…
Na een kleine rondvraag bij mijn vriendinnen blijk ik lang niet de enige die moeilijke gesprekken liever uit de weg gaat (en néé, die zijn heus niet allemaal van de Kempen). Met hun collega, hun schoonmoeder of zelfs hun bloedeigen partner: blijkbaar zit iedereen wel met iets dat ze liever zouden uitklaren, maar dat ze gewoon niet durven te zeggen.
“Niet zo verwonderlijk”, zegt Lieve Peeters, die als consultant gespecialiseerd is in open en verbindend communiceren. “Als mens zijn we een sociaal dier: relaties met anderen zijn heel belangrijk voor ons. Confrontaties gaan we liever uit de weg, omdat we bang zijn dat die onze relaties zullen schaden. Wat als we door een moeilijke boodschap te brengen de ander kwetsen of zelf minder sympathiek bevonden worden?“
We vermijden confrontaties liever, omdat we bang zijn dat die onze relaties zullen schaden
Lieve Peeters
Binnenvetten is dus heel menselijk, maar ook een van onze allerslechtste gewoontes, aldus Lieve Peeters. “Door je frustraties of grieven niet uit te spreken, maak je het voor jezelf vaak alleen maar erger.” Dat ondervond Gitte (46) onlangs nog op haar werk: “Een paar weken geleden stonden er twee van mijn collega’s luid te praten aan mijn bureau. Vervelend, want zo kon ik me niet op mijn werk concentreren. Toch durfde ik er niets van te zeggen: ik ben nieuw hier en wilde me niet meteen onpopulair maken. Ondertussen gebeurt het steeds vaker dat ze in mijn buurt staan te overleggen. Elke keer voel ik de stress opborrelen: ‘Aargh, daar zijn die twee weer met hun gebabbel!’”
Logisch ook: door je frustraties op te kroppen, worden ze vaak alleen maar groter, als een wonde die steeds meer gaat etteren. “En daar blijft het vaak niet bij”, waarschuwt Lieve Peeters. “Het gevaar bestaat dat je frustraties over het gedrag van een collega gaan evolueren naar frustraties over die persoon zelf. Een collega die niet doorheeft dat zijn of haar gebabbel je stoort, groeit in jouw hoofd uit tot een ‘lastige’ of ‘egoïstische’ collega. Zo kan een banaal akkefietje uitgroeien tot een tikkende tijdbom onder jullie relatie.“
Luister eerst naar jezelf
Het komt er dus op aan om die tijdbom tijdig onschadelijk te maken, maar… een uitvlucht om dat uit te stellen is snel gevonden: ‘Ze begrijpt me vast niet’, ‘Ik maak hem waarschijnlijk alleen maar boos’, ‘Het doet er misschien niet toe’… Lieve Peeters: “Of nog zo’n typische: ‘Ja maar, die weet dat toch?’ Veel ergernis ontstaat omdat mensen niet genoeg met elkaar communiceren. We gaan er liever van uit dat de ander wel zal weten wat ons dwarszit.“
Dat mocht ook Hilde (55) aan den lijve ondervinden, toen ze op een avond een wildvreemde vrouw aan haar deur kreeg. “Ze stelde zich voor als de moeder van Anke, mijn buurvrouw, en kwam vragen of ik alsjeblieft de lindeboom in mijn tuin kon snoeien. Hij zorgde voor veel vuil in de tuin van haar dochter, die zich er al weken aan ergerde. Ik viel totaal uit de lucht en ben nog datzelfde weekend aan het snoeien gegaan. Mij maakten die paar takken minder echt niet uit. Al kwetste het me wel dat mijn buurvrouw dat niet gewoon zelf was komen vragen…“
Door een lastig gesprek toch aan te gaan, toon je jezelf van je moedigste kant: je neemt zelf de verantwoordelijkheid voor jouw behoeftes in plaats van die bij een ander te leggen. Heb je het knagende gevoel dat je niet krijgt wat je wilt? Dan is het aan jou om de ander dat duidelijk te maken.
Hoe pak je dat nu het best aan? “Elke situatie is natuurlijk anders, maar met het stappenplan van geweldloos of ‘verbindend’ communiceren (zie kader) kom je al een heel eind”, vertelt Lieve Peeters. “De rode draad doorheen verbindend communiceren is inlevingsvermogen. Door je empathisch op te stellen tegenover de ander én jezelf kan bijna elke heikele kwestie worden opgelost.”
Door je empathisch op te stellen tegenover de ander én jezelf kan bijna elke heikele kwestie worden opgelost
Lieve Peeters
Empathisch tegenover jezelf? Jawel! Voor je er nog maar aan denkt om de ander aan te spreken, is het belangrijk om te ontdekken wat er nu precies op je lever ligt. “Stel, je ergert je al een tijdje aan je partner, maar kan niet exact zeggen waarom”, vertelt Lieve Peeters. “Schuif die gevoelens niet zomaar weg, maar onderzoek ze eens goed. Waar knelt het schoentje nu juist? Alleen zo kun je je partner precies duidelijk maken wat je nodig hebt om je weer beter te voelen.”
Ook tijdens zo’n lastig gesprek vormt empathisch luisteren dé sleutel tot succes. “Openhartig spreken en oprecht goed luisteren gaan best altijd hand in hand“, legt Lieve Peeters uit. “Zeker als je merkt dat er bij de ander weerstand bestaat over wat je zegt – wat vaak het geval is tijdens een moeilijk gesprek – doe je er goed aan om aandachtig te luisteren: waarom komt dit zo hard aan? Wat heb jij nodig om je goed te voelen en hoe kunnen we dat rijmen met wat ik nodig heb?”
Ken je zwakke plekken
En toch… Je kunt met zoveel goede bedoelingen aan een lastig gesprek beginnen, maar onderweg toch nog de pedalen verliezen. Carolien (32): “Mijn zus Chloé en ik droomden al langer van een vakantie samen, net als vroeger. Alleen wilde zij ook mama meevragen, want na de scheiding van papa ging ze amper nog op reis. Dat wrong bij mij: waarom zou mama wel met ons mee mogen en papa niet?
Toen ik Chloé dat voorzichtig probeerde duidelijk te maken, schoot ze meteen in een kramp. Voor ik het goed en wel besefte, zaten we tegenover elkaar te roepen en te huilen. ‘Jij gunt mama nooit iets!’ , ‘Waarom komt papa bij jou altijd op de tweede plaats?’ Uiteindelijk hebben we geen van beiden mee op reis genomen, maar het gesprek dat daaraan voorafging wil ik het liefst zo snel mogelijk vergeten…”
Caroliens verhaal legt een van de grootste valkuilen tijdens een (moeilijk) gesprek bloot: we triggeren soms, onbewust, onzekerheden bij elkaar, die het potje kunnen doen overkoken. Lieve Peeters: “Niet toevallig voeren we de moeilijkste gesprekken vaak met de mensen die ons het dierbaarst zijn. Door de bagage die we meeslepen, kunnen pijnlijke gevoelens van vroeger weer bovenkomen.” Die valkuil vermijden is niet eenvoudig, maar opnieuw is zelfempathie, en zelfkennis, het begin van alles. “Door je bewust te worden van je ‘zwakke’ plekken, voorkom je dat ze met je aan de haal gaan tijdens een volgende confrontatie.”
De moeilijkste gesprekken voeren we vaak met de mensen die ons het dierbaarst zijn
Lieve Peeters
Zoals bij Carolien hoeft het gelukkig niet altijd te gaan. Vraag maar aan Martine (58), die na lang aarzelen toch de confrontatie aanging – en met succes. “Sonja en ik waren al jarenlang de beste vriendinnen, maar de laatste maanden zei ze onze afspraken steeds vaker af. Dat kwetste me diep – was ze me misschien beu? – maar toch repte ik er met geen woord over. Zo bang was ik om mijn goede vriendin te verliezen…
Omdat ik merkte dat ik Sonja zelf begon te vermijden, besloot ik haar er toch eens over aan te spreken. Schoorvoetend begon ik te vertellen: dat ik merkte dat ze vaak afzegde en dat ik bang was dat ze me niet leuk meer vond. Sonja was compleet verrast, maar begon zich ook meteen te verontschuldigen. Wat bleek? Ze lag al een tijdje met zichzelf in de knoop en sloot zich daarom steeds vaker af. Ook haar man had al geklaagd dat ze er met haar hoofd niet bij was. Ik ben zo blij dat we die avond de lucht tussen ons hebben geklaard. Nu weet ik dat het niet aan mij lag, maar dat Sonja zelf niet goed in haar vel zat…”
Volgens Lieve Peeters is door de zure appel heen bijten, zoals Martine deed, sowieso beter dan binnenvetten. “Je zou ervan versteld staan hoe vaak we ons aan iets ergeren dat met een simpel gesprek kan worden opgelost.” Advies dat ik, als Kempenaar, voortaan ter harte neem. Of dat ga ik toch écht proberen…
Deze valkuilen vermijd je beter
- Gebruik geen veralgemenende woorden als ‘altijd’ of ‘nooit’: ‘Ik heb het gevoel dat je me soms niet laat uitspreken’ is beter dan ‘Je laat me nooit uitspreken’.
- Vel geen oordeel over je gesprekspartner. Zeg liever ‘Ik zie dat de autosleutels weer niet op hun plaats liggen’ in plaats van ‘Je bent een vreselijke sloddervos’.
- Zet je grieven nooit op mail (of in een berichtje): dit maakt de kans op misverstanden groter, omdat je geen non-verbale communicatie (intonatie, lichaamstaal…) gebruikt, die vaak een schat aan informatie bevat. Bovendien kun je niet zien hoe je boodschap bij je gesprekspartner aankomt.
Verbindend communiceren
In 4 stappen van een lastig naar een goed gesprek
Lieve Peeters: “Laten we een eenvoudig voorbeeld gebruiken: ik erger me aan mijn tienerzoon, want hij heeft de eettafel – weer eens – niet afgeruimd na het ontbijt. Hoe vertel ik hem dat nu best?”
- Hou het bij feiten
“Beschrijf de feiten waaraan je je ergert zo objectief mogelijk, in plaats van meteen emotioneel te reageren. Bijv.: ‘Ik zie dat de eettafel weer niet is opgeruimd.’ “ - Beschrijf jouw gevoel bij die feiten
“Zeg wat die feiten met jou doen, in plaats van de ander meteen met de vinger te wijzen. Bijv.: ‘Als ik de tafel er zo zie bijliggen, word ik daar echt moedeloos van.’ “ - Verwoord duidelijk wat je nodig hebt
“Zeg zo duidelijk mogelijk wat je behoeftes zijn. Bijv.: ‘Ik vind het belangrijk dat iedereen in dit huis zelf zijn spullen opruimt, zodat het hier netjes blijft.’ “ - Giet je noden in een concrete vraag
“Als laatste stap vat je je behoeftes in een concrete vraag, waar je gesprekspartner ‘ja’ of ‘nee’ op kan antwoorden. Bijv.: ‘Zou je de tafel willen opruimen, zodat die weer netjes is?’ “
Uit: Libelle 32/2023
Meer lezen:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!