Omgaan met verdriet: 8 vragen aan rouwspecialist Manu Keirse
We kunnen er niet omheen: afscheid nemen hoort bij het leven. Maar dat is niet altijd even makkelijk. Hoe kun je omgaan met verdriet? En zijn we daar als samenleving wel genoeg op voorbereid? We stelden al onze vragen aan specialist Manu Keirse.
Wat is rouwen?
Manu Keirse: “Rouwen is verdriet beleven bij het afscheid nemen van een dierbaar iemand of een dierbaar iets. Het is het proces van omgaan met verdriet dat je moet doorleven. Dat kan heel uiteenlopend zijn, door een breuk van een relatie, het verlies van je werk, een verlies van een verwachting, een echtscheiding of bijvoorbeeld het overlijden van iemand. Alles wat je dierbaar is en wat je kunt verliezen, brengt een rouwproces op gang.”
Bestaan er verschillende vormen van verdriet?
“Wenen is natuurlijk niet de enige manier om verdriet naar buiten te brengen. Dat kan in alle mogelijke reacties en emoties. Denk maar aan extreme vermoeidheid, boosheid of schuldgevoelens. Er bestaat zoiets als de instrumentele rouw en de intuïtieve rouw. Ze noemen het eerste wel eens de mannenrouw en het laatste de vrouwenrouw, maar dat komt eerder door onze opvoeding. Tegen jongens zegt men al sneller: ‘Kom, grote jongens huilen toch niet’. Waardoor mannen vaker geneigd zijn zich bijvoorbeeld op hun werk te storten. Maar ook dat is een evenwaardige manier om te rouwen. Er bestaat niet zoiets als ‘dé manier van omgaan met verdriet’ of ‘dé rouw’.”
Kun je het verdriet volledig verwerken?
“Ik spreek nooit over rouw verwerken of verdriet verwerken, want het betekent dat het ooit achter de rug moet zijn. Afval verwerk je, maar verdriet verwerk je niet. Denk bijvoorbeeld aan een vrouw van 88, die haar eerste kindje verloor op haar 22. Op 88-jarige leeftijd kunnen de tranen nog steeds stromen, bijvoorbeeld op haar sterfbed wanneer ze denkt aan haar kind dat niet bij haar is. Verdriet is als een schaduw, het gaat met je mee door je leven en je kunt het nooit achterlaten. Soms voel je het meer en soms voel je het minder, maar op bepaalde kruispunten in je leven kan dat verdriet dus zeker nog naar boven komen.”
Kun je je voorbereiden op verlies?
“Ja, door in de eerste plaats te aanvaarden dat verlies bij het leven hoort. Mensen realiseren zich vaak niet dat alles wat leeft, sterft. Daar moet je je ook van bewust zijn en daar moet je ook afstand van kunnen nemen. Ik hoor kinderen soms zeggen: ‘Ik hoop dat mijn ouders nooit doodgaan’, maar dat is een van de meest onrealistische dingen die je kunt denken. Iedereen gaat dood en we maken het onszelf alleen maar moeilijker door ons daar niet bewust van te zijn. Je ziet het ook bij mensen die hun hele leven als een wagon vasthangen aan de locomotief die hun partner is. Als die locomotief plots stopt met rijden, staat hun hele leven stil.”
Zijn we te weinig bezig met de dood en het verdriet dat ermee gepaard gaat?
“Zeker. Mocht ik minister van onderwijs zijn, dan maakte ik er een verplicht vak van. Van kleuteronderwijs tot de universiteit. Kinderen zijn ermee bezig en stellen zich daar vragen over. Ik krijg vaak te horen ‘Is het normaal dat mijn kind met de dood bezig is? Moet ik naar een psychiater?’. Natuurlijk niet, het is helemaal normaal. Door de angstige reacties van volwassenen, leren kinderen jammer genoeg dat ze bang moeten zijn voor de dood.
Het is natuurlijk ook niet zo gek dat we daar bang voor zijn. We zijn bang voor dingen die we niet kunnen beheersen, dingen waar we niets over weten. Iedereen sterft maar één keer, je doet het nooit een tweede keer. De meeste mensen die leren autorijden, zijn bang de eerste keer dat ze aan het stuur zitten. Maar doodgaan, dat doe je maar een keer. Men zegt soms: ‘Goh ja, je moeder was toch 86 jaar, ze heeft een mooi leven gehad’. Maar dat doet er niet toe. Je begraaft je moeder maar één keer en dat heeft een impact.”
Zijn we anders gaan rouwen door de jaren heen?
“Ja, zeker wel. Het tijdsgebeuren speelt daar ook een grote rol in. Een frappant voorbeeld: in het jaar ’63 is president Kennedy doodgeschoten. Jackie Kennedy kwam de weken die volgden heel waardig, zonder ook maar één traan in de media. Wereldwijd werd ze daarvoor bewonderd. Twintig jaar later sterft Lady Diana en de koninklijke familie werd wekenlang bekritiseerd omdat ze geen traan lieten in het openbaar. De mentaliteit was dus al erg veranderd.
De samenleving is dus niet ongevoelig voor verdriet, maar de samenleving weet niet hoe ze gevoelig met verdriet kan omgaan. Je ziet dat mensen met verdriet vaak worden ontweken. We gaan er in een boog omheen, want we hebben niet geleerd hoe we het moeten aanpakken.”
Zoeken we te snel toevlucht tot therapie om te kunnen omgaan met verdriet?
“Rouwtherapie bestaat voor mij niet. Ik krijg heel veel telefoons van mensen die zeggen: ‘Ik heb veel verdriet, kan ik in therapie komen?’. Dan zeg ik altijd: omgaan met verdriet vereist geen therapie. Therapie kan inderdaad helpen als je ziek bent. Maar je hebt geen therapie nodig omdat je kapot bent van verdriet.
Belangrijker is om te bekijken: is er een goede huisarts bij wie je terechtkunt? Zijn er mensen in je omgeving waar je naartoe kunt met je verdriet? Mensen moeten de kans krijgen om meerdere keren hun verhaal te doen bij mensen die er ook echt naar willen luisteren. Met warmte en genegenheid komen ze er stilaan vanzelf weer door.
Mensen die echt vastlopen en zich niet meer kunnen engageren in het leven nadien, hebben inderdaad wel iemand nodig die hen daarbij verder helpt. Maar ik noem dat geen therapie. Je geeft de mensen hun eigen kracht terug om weer verder te kunnen.”
Hoe kun je iemand net steunen in zijn of haar verdriet?
“Het moeilijkste is natuurlijk de stap zetten. Als ik mensen aanraad om naar iemand toe te stappen, zeggen ze vaak: ‘ik durf niet’. Als ik vraag waarom, dan is het antwoord ‘omdat ik niet weet wat ik moet zeggen’. Maar jij hoeft niets te zeggen. Bedenk voor jezelf: wat zou die persoon, vanuit z’n verdriet, aan mij te zeggen hebben? En luister daarnaar.
Luisteren naar verdriet is natuurlijk niet eenvoudig. Kom daarom niet binnen met de vraag ‘Hoe is het?’. Want hoe kun je daarop antwoorden als je vol verdriet bent? Veel beter kun je de vraag stellen ‘Vertel eens hoe je de voorbije dagen bent doorgekomen?’. En het enige wat jij dan moet doen, is luisteren.”
Manu Keirse in het kort
Manu Keirse is klinisch psycholoog, hoogleraar verliesverwerking aan de KUL, doctor in de geneeskunde en gespecialiseerd in patiëntenbegeleiding, rouwverwerking en palliatieve zorg. Hij schreef meer dan 30 boeken over verschillende vormen van verdriet en verlies. Zijn boek ‘Helpen bij verlies en verdriet. Volledig nieuwe editie’ is een gids voor het gezin en de hulpverlener. Een aantal van zijn lezingen zijn op YouTube te horen.
Lees hier nog meer over omgaan met verdriet:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!