Een trombose in je been? Dit zijn de symptomen

Het klinkt best eng, zo’n trombose in je been, en dat kan het ook zijn als het onbehandeld blijft. Maar dan moet je wel eerst de symptomen herkennen. Hoe je dat doet, lees je in dit artikel.

Wat is een trombose?

Een trombose is een bloedklonter (’trombus’ in het Latijn) die een ader gedeeltelijk of volledig afsluit. Daardoor kan je bloed niet meer goed doorstromen. Het komt vooral voor in de kuit, het dijbeen of het bekken, maar uitzonderlijk ook in een ader van de arm, schouder of borstkas.

Soms ervaar je geen symptomen en gaat de trombose onopgemerkt voorbij, maar een trombose kan wel degelijk erg gevaarlijk zijn. Dat is het geval als een deel van de bloedklonter loskomt en met het bloed naar het hart stroomt. De klonter kan immers in kleinere bloedvaten terechtkomen en vastraken in je longen. Op dat moment ontstaat een levensgevaarlijke longembool die onmiddellijk medische behandeling vereist.

Wat zijn de oorzaken?

De oorzaak van een trombose, al dat niet in het been, is meestal niet eenduidig. Het is vaak een combinatie van verschillende oorzaken:

• een verhoogde neiging van het bloed om te stollen;
• een beschadigde bloedvatwand;
• een vertraagde bloedsomloop: veroorzaakt door langdurige bedrust, immobilisatie (bv. een gipsverband) of langdurig stilzitten (bv. een vliegtuigreis);
• slagaderverkalking;
• een recente operatie of beenbreuk;
• het gebruik van oestrogenen (bv. de anticonceptiepil);
• een zwangerschap: verhoogde kans op een trombose tot zo’n vier weken na de bevalling;
• erfelijkheid: als een familielid in de eerste graad ooit een diepe veneuze trombose of longembool had, loop je een verhoogd risico op de aandoening;
• overgewicht;
• kanker;
• roken.

Wat zijn de symptomen?

Deze symptomen doen zich bijna altijd voor bij een trombose in het been:

• een zwelling die vrij snel optreedt;
• een zwaar gevoel;
• pijn in je been;
• rode of blauwachtige verkleuringen.

Er kan ook sprake zijn van:

• een lichte temperatuursverhoging;
• een strakgespannen, rode, glanzende huid, waarbij de aders oppervlakkig op het been liggen.

Minder voorkomende klachten zijn:

• een wit been;
• het gevoel van een zweepslag op de kuit;
• pijn die toeneemt bij het stappen en afneemt bij stilstaan.

Weet wel dat deze symptomen ook op andere aandoeningen kunnen wijzen, zoals een breuk, een infectie van de huid, gewrichts- en spieraandoeningen of een oppervlakkige aderontsteking. Toch is het belangrijk om bij twijfel naar je huisarts te bellen, om het risico op een gevaarlijke embolie uit te sluiten.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

De diagnose van een trombose is soms moeilijk te stellen. Daarom worden er dikwijls verschillende onderzoeken gedaan:

• echografie of duplexonderzoek: hierbij wordt gekeken naar de snelheid en richting van de bloedstroom en het zicht van het bloedvat;
• D-dimeerbepaling: een bloedonderzoek waarbij gezocht wordt naar specifieke deeltjes die vrijkomen bij stolselvorming;
• angiografie: hierbij wordt met contrastvloeistof gekeken naar de doorstroming van je bloed;
• longscan: bij het vermoeden van een longembolie.

Hoe wordt een trombose behandeld?

Van zo gauw de diagnose gesteld is, start de arts een behandeling met antistollingsmedicatie op. Die zorgt ervoor dat de trombose niet verder kan groeien en voorkomt dat er nieuwe stolsels ontstaan. Je lichaam zorgt er zelf voor dat het stolsel wordt opgelost. Tijdens zo’n behandeling worden vaak ook steunkousen aangeraden, waarbij de bloedafvoer uit het been wordt gestimuleerd. Steunkousen zouden ook beschermen tegen het posttrombotisch syndroom waarbij je nog een tijdje last kunt hebben van je been.

Hoe lang je de medicatie moet nemen, en of je eventueel bijkomende behandelingen nodig hebt, hangt af van persoon tot persoon en van de oorzaak van de trombose.

Hoe kun je het voorkomen?

Er zijn een aantal eenvoudige manieren waarmee je het risico op een trombose kunt verkleinen.

• Beweeg voldoende, vooral tijdens een lange auto- of vliegreis. Onderbreek je autorit of sta recht in het vliegtuig om even door de gangen te wandelen. Doe regelmatig beenoefeningen: strek en buig je enkels, en draai er cirkels mee.
• Draag tijdens het langdurig stilzitten comfortabele, loszittende kledij en losse schoenen.
• Maar soms kunnen ook steunkousen tromboses helpen voorkomen. Vraag altijd raad aan je arts als je voor een lange reis staat. Hij kan eventueel een antistollingsmiddel inspuiten als je tot een risicogroep behoort.
• Ook bloedverdunners of andere medicatie kunnen helpen om een trombose te voorkomen, maar neem ze nooit zomaar op eigen houtje in: ze kunnen maag- en darmklachten veroorzaken. Neem daarom altijd contact op met je huisarts.

Bronnen: Dr. Elise Rummens via CM, Trombosestichting.nl

Ook interessant:

• Spataders: 15x vragen en antwoorden
• Met deze tips zet je makkelijk meer stappen
• Kun je niet stilzitten? Dan heb je misschien het rusteloze-benen-syndroom

Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!