Moestuincolumn: “Ik sluit een pact met mezelf: ik wil enkel koken met ingrediënten van lokale boeren.”
Ook in augustus kijkt Libelle-redactrice Jolien, opgegroeid op de boerderij van haar ouders, met verwondering en passie naar wat een nieuwe maand deze keer te bieden heeft. Deze zomer ontdekt ze de lokale lekkernijen in Frankrijk.
Lokale lekkernijen
“We zijn op vakantie met de auto. Achter ons hangt een oud caravannetje dat de komende drie weken dienstdoet als tijdelijk huis. Om het extra avontuurlijk te maken, sluit ik een pact met mezelf. Ik wil op ons campingvuurtje enkel koken met ingrediënten van lokale boeren. Ik wil proeven van wat de streek te bieden heeft, en me laten leiden door wat we onderweg tegenkomen.
Er zijn mensen die als ontspanning mooie stenen zoeken, gaan geocachen of Pokémon vangen, en er zijn mensen, zoals ik, die op zoek gaan naar lekker eten. Het komt op hetzelfde neer: het plezier van een schattenjacht. Met als beloning de bevrediging van ons oeroude jager-verzamelaarsinstinct.
“Mensen zoals ik gaan als ontspanning op zoek naar lekker eten.”
De eerste dagen gaan vlot. Onderweg passeren we verschillende bordjes met ‘ferme’ op, waarbij ik telkens als een bezetene tegen mijn lief, chauffeur van dienst, roep om te stoppen. We spreiden ons picknickkleed uit bij een meertje en smullen van knapperig pain au levain, lokale Tomme-kaas en sappige cavaillon.
Maar dan hebben we pech. Een boerderij met eitjes, maar de boer is niet thuis. Een pruimenboomgaard, maar de vruchten zijn nog niet rijp. Mijn alarmbellen gaan af. Vrienden die ons vervoegen, vragen bezorgd of ze iets moeten meebrengen van de plaatselijke Carrefour. Ik weiger beleefd, en doe wat een koppige jager-verzamelaar in dit tijdperk doet: raad zoeken op het internet.
Bienvenue à la ferme
Per toeval bots ik op de website ‘Bienvenue à la ferme’, de Franse tegenhanger van onze rechtvanbijdeboer.be. Vlakbij zou er een hoevewinkeltje zijn. We treffen er een enthousiaste vrouw die de groenten verkoopt die haar vader verbouwt. Ze heeft ook zelfgemaakte pasta, van het graan uit de vallei waar we net doorreden. We slaan een voorraadje in en raken aan de praat. Ze vertelt hoe haar vader, net als andere boeren in de streek, te weinig geld kreeg voor zijn graan, en besloot een coöperatieve op te richten.
“Ik glunder bij de gedachte dat ik weet waar het graan gegroeid heeft en wie de pasta heeft gemaakt.”
Nu malen ze hun eigen meel, waar ze brood en pasta van maken. Ze tipt nog een melkboerderij wat verderop met gezouten boter en verse room. Het wordt een feestmaal. Ik heb nog nooit zo aandachtig van pasta geproefd als die avond. Hij is grijs van kleur, en in mijn verbeelding smaakt hij naar de grond van hier. Ik glunder bij de gedachte dat ik weet waar het graan gegroeid heeft en wie de pasta heeft gemaakt.
Wie lokaal koopt, leert een streek op een andere manier kennen: wat er groeit, wie de gewassen verbouwt, wie ze verwerkt en wie ze verkoopt. Je leert de mensen kennen die er wonen, en hun leven. Eenvoud is de grootste luxe, denk ik, terwijl ik verder eet van mijn bord dampende pasta. Soms moet je op vakantie gaan om dat weer te beseffen.
MEER MOESTUINVERHALEN VAN JOLIEN
- “Noem mij gerust een aardbeiensnob, het móét zelfs!”
- “Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ik wil planten en met mijn handen in de aarde wroeten”
- “De Britten, die nog meer aan hun moestuintjes zijn verknocht, noemen april niet voor niets de ‘hungry gap’”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!