7 gouden sushiregels
09 okt 2015
Vanavond sushi op het menu! Wij leggen je uit hoe je deze Japanse lekkernij als een 'pro' opsmult.
Op de foto: de London Box van de Sushi Shop, β¬ 45 / 38 stuks.
1. De stokjes
Sushi eet je met stokjes. Stop de sushi in één keer in je mond, want je mag hem niet terugleggen. Als je klaar bent, leg je de stokjes evenwijdig op het sojasausbakje.
2. De nigiri
De bekendste sushi is de nigiri sushi: een plakje vis op een bolletje rijst. De vis kan rauw of gekookt zijn.
3. De maki
De basis van sushi is niet de rauwe vis, wel de kleverige rijst. Vaak vind je ook vegetarische maki. Dan worden de norivellen – gemaakt van gedroogd zeewier – opgevuld met rijst, avocado en komkommer.
4. De sashimi
De flinterdun gesneden stukjes rauwe vis worden geen sushi maar wel sashimi genoemd.
5. De sojasaus
Geen sushi zonder sojasaus. Let wel, die dient om te dippen en niet om je sushi mee te besprenkelen. Dip enkel de vis – en niet de rijst – in de sojasaus. Zo komt de smaak het best tot zijn recht.
6. De wasabi
Graag wat extra pit? Bestrijk je sushi dan met wasabi, een pittige pasta waarvan de smaak balanceert tussen gember en mierikswortel. Meng ‘m niet met de sojasaus, want de smaken heffen elkaar op.
7. De gember
De stukjes gemarineerde gember dienen om tussen de verschillende soorten sushi de mond op te frissen en de smaken te neutraliseren.