Column Marcel: Over hoe geweldig grootouders wel niet zijn
Ik schaam me. Diep. Dat komt zo. Ik schrijf al geruime tijd voor dit mij inmiddels zeer na aan het hart liggende magazine, maar na wat speurwerk kwam ik erachter dat ik nog nooit over opaโs en omaโs heb geschreven. Nou ja, ze kwamen misschien eens zijdelings ter sprake, maar nog nooit schreef ik een hele column over hen. En dat spijt mij enorm. Ik vind het zelfs ronduit belachelijk. Al heb ik er wel een verklaring voor. Opaโs en omaโs zijn net als lucht, water en brood; ze zijn er eigenlijk altijd, maar je gaat pas inzien hoe noodzakelijk ze zijn als ze er even of – god verhoedde – nooit meer zijn.
Ik dacht eraan toen Carlijn, Sammie en ik voor het tweede weekend op rij bij mijn ouders bivakkeerden. Zij wonen in het noorden van Nederland, Carlijn en ik in Amsterdam en eens in de zoveel weken wordt het lawaai van de stad en onze buren ons te veel. Dan hebben we even rust nodig – ja mevrouw, ik ben ook al 45. Mijn vader haalt ons altijd op – wij hebben geen auto, want te duur en nog veel duurder om te parkeren in deze verder heel gezellige stad. Alleen dat al: hij rijdt een uur en drie kwartier in zijn eentje naar Amsterdam, eet een broodje bij ons en dan gaan we na het inpakken van de wagen met zโn vieren richting het huis van opa en oma. Hij klaagt daar nooit over, hij vindt het zelfs geweldig. Kan hij een beetje muziek luisteren en de wereld overpeinzen. Zegt hij.
Eenmaal terug in het noorden heeft mijn moeder altijd de koffie klaar – mรฉt gebakjes – het logeerbed is vers gewassen en als we willen, kunnen we direct in de sauna. Sammie gaat dan spelen met opa en oma of ze wandelen wat, of ze doen boodschappen. Carlijn en ik zijn even vrij dan, net als in de ochtenden; mijn moeder haalt Sammie uit bed zodat wij nog even door kunnen slapen. Het scheelt soms maar een halfuurtje, maar mannekes, wat een fijn halfuurtje is dรกt.
โMijn ouders zijn helden, zoals alle oma’s en opa’s dat zijn. Zonder hen had ik een flink probleem. Dat moest maar eens gezegd worden”
Dan kun je zeggen: dat is wat opaโs en omaโs doen, die vinden dat fijn, die vinden dat leuk en gezellig, daar hoef je je niet schuldig over te voelen. Dat weet ik wel, maar alleen al het feit dat ik in de tijd dat ik voor Libelle schrijf nog nรณรณit een column over opaโs en omaโs heb geschreven, geeft wel aan dat hier iets niet in de haak is. Want ik zeg jullie dit: zonder mijn ouders, Sammieโs opa en oma, had ik een flink probleem gehad. Een enorm probleem. Dat weekendje Antwerpen, laatst, bijvoorbeeld, dat was mooi niet doorgegaan, net als ons jaarlijkse Koningsdagfeest en het dancefestival waar Carlijn en ik zo graag naartoe gaan. Ook een โgewoonโ weekendje met zโn tweeรซn, thuis, zonder Sammie: lastig. Mijn ouders zijn niets minder dan helden, zoals zoveel opaโs en omaโs dat zijn. En dat moest maar eens gezegd worden.
Voor wie het zich afvraagt, trouwens: Carlijns ouders zijn ook helden, ze komen regelmatig op bezoek, maar ze zijn minder โuitgerustโ om nachtjes op te passen. Ze roken allebei vrij fors en kampen bovendien met wat fysieke ongemakken. Ze struikelen echter over elkaar heen om ons te vertellen hoe rot ze het vinden dat ze Sammie niet vaker zien en dat is eigenlijk al meer dan genoeg.
Waar het op neerkomt: opaโs en omaโs zijn stiekem nรณg beter dan ouders in het zichzelf wegcijferen als het op hun kinderen en kleinkinderen aankomt. En dat mag dan โnormaalโ gevonden worden, ik vind het allesbehalve normaal. Ik vind het geweldig.
Lees ook:
- Steungrootouders: voor als je kinderen geen grootouders hebben
- Nieuw wetsvoorstel beschermt grootouders bij scheiding
- Dossier: erven of schenken?