Welke sport is waar goed voor?
Sommige sporten zijn goed om conditie te kweken, andere sporten helpen je af te vallen. Er zijn eigenlijk twee grote verdelingen te maken : enerzijds de duursporten, anderzijds de krachtsporten. Duursport is sport die vooral je uithoudingsvermogen vergroot. Je zet je spieren op een bepaalde manier aan het werk, waardoor je de inspanning een lange tijd kan volhouden. Via deze manier val je snelst af. Roeien, fietsen, joggen, schaatsen of zwemmen zijn voorbeelden van duursport. Krachtsporten zijn de trainingen waarmee je vooral extra spierweefsel ontwikkelt. De bewegingen bij deze sporten zijn zwaarder dan die van duursporten. Krachttraining, bodybuilding en gewichtheffen zijn voorbeelden van krachtsporten. Een combinatie van beide soorten sport is het doeltreffendst als je kilo’s kwijt wil.
- Joggen: regelmatig een toertje joggen is goed voor je conditie en voor je hart en bloedvaten. Het grote voordeel van joggen is dat je het overal kan doen. Tijdens het lopen kan je genieten van je favoriete muziek via je ipod of je boodschappenlijst alvast opstellen in je hoofd.
- Zwemmen: zwemmen is duurtraining. Hoe harder je zwemt, hoe meer conditie je kweekt. 40 minuten flink doorzwemmen tijdens het baantjes trekken kan je vergelijken met stevig doorfietsen of hardlopen. Het voordeel bij zwemmen is dat je lichaam gedragen wordt door het water en daardoor niet met de beweging belast wordt.
- Fietsen: ook fietsen is duurtraining. De kans op blessures bij fietsen is klein, omdat je gewrichten geen zware klappen te verduren krijgen. Rij dus eens met de fiets in plaats van met de auto naar het werk, of maak op zondag met het gezin een gezellige fietstocht.
- Fitness: Heel veel fitnessoefeningen zijn vooral bedoeld om meer spieren te kweken en daardoor een beter figuur te krijgen. Cardiotraining helpt om vet op bepaalde plaatsen weg te krijgen. Lopen op een loopband, fietsen op een hometrainer en roeien op een roeimachine zijn goed voor het opbouwen van conditie en voor het verbranden van vet!
- Paardrijden: Nee, het paard doet niet al het werk. Bil- en kuitspieren worden bij paardrijden erg goed getraind. Je hebt een paar stevige beenspieren nodig om in draf en galop te blijven zitten of om het paard de andere kant op te sturen. Een uur intensief paardrijden komt ongeveer overeen met een uur stevig doorfietsen.
- Wandelen: Wandelen kan je overal, het kost niks, je hebt er niemand voor nodig en er is een heel kleine kans op blessures. Regelmatig wandelen zorgt ervoor dat de bloeddruk verlaagt, en het verkleint de kans op suikerziekte. Om meer energie te verbruiken tijdens een wandeltocht kan je met stokken wandelen (Nordic Walking).