Bonen uit de moestuin: zaaien, oogsten en opeten
Aan de slag gaan met de oogst uit je moestuin: wat fijn! Met de tips van Wim Lybaert zaai jij als een pro én maak je binnenkort de lekkerste gerechten met je eigen groenten. Lees hier Wims beste weetjes over boontjes:
Bravo, boontjes!
Wim Lybaert: “Boontjes mogen mei niet zien, maar zodra de lentekoude en nattigheid voorbij zijn, kweek je bonen zonder omkijken. Struikbonen groeien het snelst, maar klimbonen geven meer opbrengst per vierkante meter.”
Snelpluk
Wim Lybaert: “Begin snel te plukken – ook als de boontjes nog (te) klein lijken – en pluk elke twee tot drie dagen. Doe je dat niet, dan stopt de plant haar productie van nieuwe bloemetjes en boontjes. Laat op het einde van de oogst wat bonen hangen, voor zaad voor volgend jaar of als droogboon voor de winter.”
“Knip na de oogst de bonenstruiken af, maar laat de wortels zitten. Die geven nog wekenlang gratis stikstof af aan de grond.”
Meer dan groen
“Er zijn zoveel bonenvariëteiten die je niet zo makkelijk in de winkel vindt. Van knalgeel tot paars gestreept: de variatie is eindeloos en ze zijn allemaal even lekker!”
Zo begin je eraan
- Zaad tot oogst van struikbonen: 2 maanden
- Zaaien: mei tot half juli
- Oogsten: midden juli tot half oktober
- Bewaren: koel en donker, bijvoorbeeld in een frisse kelder (10 tot 15 °C), in een emmer. In de koelkast kun je ze een paar dagen houden.
Boontjes in de keuken
Wim Lybaert: “Je hebt zo van die perfecte huwelijken in de moestuin: tomaat met basilicum, jonge aardappelen met rozemarijn, worteltjes met koriander … en boontjes met eenjarig bonenkruid. Ieder jaar probeer ik mijn bonenkruid zo te kweken dat de oogst perfect samenvalt met die van de boontjes.”
• “De Fransen zijn de kampioenen van de prinsessenboontjes: zij laten ze nooit te dik of te groot worden en kunnen ze het lekkerst klaarmaken. Niet verwonderlijk dat de Engelsen prinsessenbonen respectvol ‘French beans’ noemen. Wij spreken vaak over sperziebonen, wat van minstens evenveel respect getuigt: sperzieboon komt van ‘aspergeboon’, precies omdat ze zo fijn en lekker als asperges zouden zijn. Het maakt meteen duidelijk hoezeer deze soort in de smaak viel, in tegenstelling tot de ‘boerse’ tuinbonen.”
• “Prinsessenboontjes kun je niet rauw eten. Blancheer, stoom, kook of roerbak ze even, maar zorg er wel voor dat ze nog een lekkere bite hebben. Platgekookte boontjes zijn zonde.”
6x boontjes op het menu
Moestuinlectuur
Overgenomen uit Libelle Lekker 4/2020
Lees ook:
- Prinsessenboontjes: 20x smullen van boterzachte boontjes
- 3x het belang van bonen
- Deze tuinkruiden mogen niet ontbreken in je keuken
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de beste groentips en wooninspiratie!