Oost-Indische kers: pittig plantje om lang van te genieten
Wat fleurt je tuin, salades en hapjes op en bloeit er zorgeloos op los in je tuin? Oost-Indische kers! Leuk, lekker en makkelijk: dat klinkt als een tuintopper. Lees er hier alles over.
Oost-Indische kers past in elke tuin
De meeste mensen planten aanvankelijk Oost-Indische kers om bladluis, slakken en andere ongewenste gasten uit de moestuin te houden, maar zijn nadien verrast door de schoonheid én veelzijdigheid van de plant.
Je kunt de prachtige ranken van de Tropaeolum majus doorheen je (moes)tuin laten slingeren of je kunt ze laten klimmen. Opgebonden stengels kunnen zelfs drie tot vijf meter de hoogte inklimmen.
Maar er zijn evenzeer ook kleinere en compactere soorten (Tropaeolum minus) die het perfect doen in pot op je terras of balkon.
Oost-Indische kers kan alle tinten oranje hebben, maar er zijn ook varianten met intens rode of dieppaarse bloemen. Welke kleur je ook kiest, ze brengen hoe dan ook leven in je tuin. En dat vanaf juni tot ver in oktober.
Oost-Indische kers zaaien en plukken
Of je nu plantgoed koopt of zelf zaait, succes is vrijwel altijd gegarandeerd want Oost-Indische kers vraagt niet veel buiten een plekje in de zon. Hoewel de plant als eenjarig wordt bestempeld, is de kans heel groot dat hij elk jaar opnieuw opduikt want Oost-Indische kers zaait zichzelf makkelijk uit.
- Voorzaaien kan vanaf maart en april. De zaadjes ontkiemen ongeveer na tien dagen.
- Meteen buiten zaaien of zaailingen uitplanten kan vanaf half mei. Zorg voor een zonnige plek.
- Pluk de bloemen geregeld, dan bloeit de plant langer door.
Interessant voor de tuin: in de plant zit de stof mysorin. Dat zorgt ervoor dat onder andere slakken en kleine koolwitjes op afstand worden gehouden. Oost-Indische kers wordt dan ook vaak naast gevoelige groenten als kool, bonen en broccoli gezet.
Wonderplantje in de keuken
Dankzij de kruidige smaak heet de plant Oost-Indische kers, want de mensen legden vroeger de link met Indië waar de meeste specerijen vandaan kwamen. Niets is minder waar, want de plant komt uit de andere kant van de wereld: Zuid-Amerika. Kers komt dan weer van het Duitse woord Kresse, wat een verzamelnaam is voor eetbare planten met een scherpe smaak.
Je kun de plant oogsten en alle delen gebruiken in de keuken. Zowel het blad als de bloem zijn lekker in salades. De zaden kun je inmaken als kappertjes.
Alle soorten Oost-Indische kers zijn eetbaar en smaken licht peperig en scherp. De plant is heel gezond. Het bevat veel vitamine B,C en E, plus mineralen als zwavel, jodium, ijzer, fosfor en kalium. Naar het schijnt bevordert zowel bloem als blad de spijsvertering en vetverbranding.
Is de plant uitgebloeid, dan verschijnen grote zaden, drie bij elkaar aan elke steel. Als je de zaden meteen plukt, kun je er ‘kappertjes‘ van maken:
- Pluk enkel zaden aan de steel en laat ze een nachtje weken in gezouten water
- Giet ze de volgende dag af en spoel ze goed af
- Breng een pannetje met 100 ml wittewijnazijn of appelazijn aan de kook, en voeg aromaten toe zoals peperbollen, mosterdzaad en rozemarijn
- Zodra het kookt mogen de zaden erbij. Laat ze ongeveer 1 minuutje koken, zeker niet langer!
- Doe de zaden in een gesteriliseerd bokaaltje en giet er het azijnmengsel bij tot het helemaal gevuld is
- Hoe langer je het potje laat staan, hoe meer smaken er in de ‘kappertjes’ zullen trekken. Laat het smaken.
Als Oost-Indische kers op de taart:
Meer interessante planten:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de beste groentips en wooninspiratie!