Planten stekken: zo begin je eraan
Planten stekken is niet alleen erg leuk, het is ook een goedkope manier om bij je thuis een groene oase te creëren. We leggen je hieronder haarfijn uit hoe je eraan begint.
Wanneer kun je het best planten stekken?
Een stek die in het groeiseizoen van de plant is geknipt, wortelt het snelst. Planten stekken doe je dus het best in het voorjaar en de zomer, een winterstek heeft meer tijd nodig om te wortelen.
Kies de sterkste, rijkelijkst bloeiende of lekkerst geurende moederplant uit, want alle kleintjes groeien uit tot een volledig identieke plant. En ga voor de gaafste stekken: gebruik geen aangetast blad.
Welk materiaal heb je nodig?
- scherp mes
- snoeischaar
- glazen flesjes
- aardewerken potjes
- stekgrond
- plastic zak of stolp
En dan nu: aan de slag!
Een stek wordt gemaakt van delen van een plant waar de groei in zit. Bij de ene plant is dat het blad, bij de andere plant zit de groei in de stengel of juist in de wortel. Als het niet duidelijk is, volg dan deze regels:
- Zelfstek van planten waar je de nieuwe planten duidelijk al aan ziet groeien.
- Bladstek van planten met vet, rond blad of die in rozetten groeien.
- Waterstek van planten met zachte stengels die snel groeien.
- Wortelstek van planten die woekeren en de bodem bedekken.
1. Zelfstek
Sommige planten maken zelf jonge nieuwe planten. Van een graslelie, pannenkoekenplant of aardbei hoef je alleen maar de kleintjes af te knippen en in een pot met potgrond te zetten.
Zo doe je het
- Snij de jonge uitlopers met een scherp mes of snoeischaar van de moederplant af.
- Prik met een potlood een gaatje in een pot met potgrond en steek de stek erin. Duw het gaatje dicht.
- De jonge wortels kunnen zelf nog niet genoeg water opnemen. Dek de stekken daarom af met een plastic zak of stolp, en zet ze zeker uit de zon. Zodra de bladeren overeind blijven staan, is het stekken geslaagd.
2. Bladstek
Vetplanten bewaren veel reservevoedsel in het blad. Stekken wordt zo heel simpel: één enkel blad (van bijvoorbeeld Sedum, Crassula, Echeveria of Kalanchoe) of rozetje (van bijvoorbeeld huislook – Sempervivum) vormt de basis van een compleet nieuwe plant.
Zo doe je het
- Snij een blad van de plant en laat dit een dag liggen om wat in te drogen. Bij vetplanten die rozetten maken, snij je een rozet af.
- Steek de blaadjes voor een kwart in de grond. Of maak met een potlood een kuiltje in de grond waarin je de rozet steekt. Gebruik voor vetplanten een grondmengsel met wat meer zand erin, zodat het water snel weg kan zakken. Cactusgrond of stekgrond met extra zand erdoor is ideaal.
- Giet een scheut water rond het stekje en druk de vochtige grond goed aan.
- Zet de pot op een warme, lichte plaats uit de zon, en controleer regelmatig of de grond niet uitdroogt. Besproei met de plantenspuit; daarmee kun je zelden te veel water geven.
- Na een paar weken verschijnen onder of bovenop het blad nieuwe bladeren: dit wordt de jonge plant die later kan worden opgepot. Laat het oorspronkelijke blaadje aan de jonge plant zitten, ook al ziet het er slap en verrimpeld uit: het vormt het water- en voedselreservoir voor de baby!
3. Waterstek
Dit is de makkelijkste manier om te stekken. Met planten die van nature hard groeien of die zachte stengels hebben, lukt dit het beste. Een takje klimop, munt, basilicum, begonia, balkongeranium of de kamerplant Epipremnum wordt zo in een wip een nieuwe plant. Soorten met harde, dikke stelen wortelen moeilijk in water.
Zo doe je het
- Knip jonge scheuten, die al stevig aanvoelen, af onder een ‘knoop’, een verdikking op de hoofdstengel waar de zijstengels beginnen. Daar zitten de meeste groeihormonen.
- Haal de onderste bladeren van de stengel, laat ongeveer twee derden aan de stek zitten.
- Vul een glazen flesje met water en hang de stekken erin, waarbij alleen het onderste deel onder water staat. Ververs het water elke week. Let op dat er geen blaadjes in het water hangen, daarvan wordt het water groen en kunnen je scheutjes rotten.
- Zodra de wortels zo’n 3 cm lang zijn, is het tijd om de stek op te potten. Hoe langer je wacht met inpotten, des te moeilijker het voor je plant wordt om zich aan de grond aan te passen.
4. Wortelstek
Ook planten die worteluitlopers maken, zoals munt, oregano, floxen of herfstanemonen, kunnen makkelijk gestekt worden.
Zo doe je het
- Haal de planten met kluit en al uit de pot. Breek voorzichtig de wortels los en draai ze uit elkaar.
- Knip stukken van zo’n 2 cm van de wortels, net na een ‘knoop’ of een verdikking.
- Vul een pot met stekgrond, leg de wortelstekken hier plat in en dek ze af met een 1 cm dik laagje grond.
- Besprenkel de grond met water en dek de potten af met plastic of zet ze in een kweekkasje. Stekken met 4 blaadjes zijn toe aan een eigen pot.
Ook goed om te weten:
- Omdat stekken wel water verdampen, maar nog geen wortels hebben om water op te nemen en dus snel zouden uitdrogen, dek je de potjes af met een plastic zak of stolp, of zet je ze in een kweekbak. Zie je dat er zich waterdruppels onder vormen? Haal het plastic eraf, laat even open staan om te verluchten en dek de stek weer af.
- Breek bloemen en bloemknoppen weg. De stek moet wortels maken, geen bloemen.
- Aardewerken potten warmen op in de zon en geven de warmte door. Daar houden jonge wortels van, ze zullen snel een stevige wortelkluit vormen.
- Kweek je vetplantblaadjes op in een eierdoosje, daarin zullen de nieuwe worteltjes nog beter ademen.
- Vrouwentongen (Sanseveria) laten zich zelfs uit een stuk van het blad opkweken. Snij een blad in stukken van 7 à 10 cm en ‘plant’ ze in potgrond. Na een drietal maanden komen er scheuten aan en heb je nieuwe planten. Zorg dat de plastic zak die je over je plantjes hangt, de blaadjes niet raakt, want daarvan kunnen ze rotten. Prik er een paar stokjes tussen om de zak te liften. En maak er wat gaatjes in voor de luchtcirculatie.
- Dip je stekje voor je het in de grond plant in een lepeltje kaneel of honing, zo maken die kwalijke schimmels en rottende bacteriën minder kans.
- Groeit je stekje maar traag? Druppel wat vloeibare voeding voor kamerplanten in het water, dat stimuleert de worteltjes.
Nog meer experimenteren met planten stekken? In het boek ‘Stekken en meer’ verklapt Judith Baehner van Het Groenlab nog meer inspirerende tips & tricks. Te koop bij o.a. Standaard Boekhandel voor € 16,50.
Tekst: Laurence Machiels en Marie Tromp
Deze groene tips zijn ook iets voor jou:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de beste groentips en wooninspiratie!