Jolien
“De Britten, die nog meer aan hun moestuintjes zijn verknocht, noemen april niet voor niets de ‘hungry gap’”
Elke maand kijkt Libelle Lekker-redactrice Jolien, opgegroeid op de boerderij van haar ouders, met verwondering en passie naar de seizoenen en wat ze te bieden hebben. Welke producten zijn op dit moment op hun best, waar vind je ze en wat doe je ermee in de keuken?
Sluimerwten, nu al?
“Terwijl ik nog volop aan het zaaien ben, komen de planten bij mijn grootouders in de serre al tot aan hun schouders. Hoe is dat in hemelsnaam mogelijk? Kunnen ze toveren? Hebben ze een deal met Frank Deboosere, waardoor ze plaatselijk meer zon krijgen? Ze grijnzen: ‘die sluimerwten zaaien we rond kerst, en beschutten we met een dik deken tegen de kou. Als in januari de zon schijnt, wordt het warm in de serre en beginnen ze te kiemen.’
Trots geven ze me een handvol erwten mee. Op weg naar huis vraag ik me af hoe het komt dat ze zo vooruitziend zijn. Is het door de oorlog, of het feit dat ze altijd afhankelijk waren van wat ze zelf kweekten? Is het omdat ze wéten dat het in april armoe troef is? Want wie het lijstje met seizoensgroenten bekijkt, kan vaststellen dat het dan kort is. Heel kort.”
Het lijstje in april is kort, maar het zijn wel heel lékkere groenten!
Hungry gap
Geen maand met minder lekkers in het seizoen dan april. De wintergroenten hebben het beste van zichzelf gegeven, en zullen we nu een half jaar moeten missen. En voor zomergroenten is het nog te vroeg.
De Britten, die nog meer aan hun moestuintjes verknocht zijn dan wij, noemen deze periode niet voor niets de ‘hungry gap’. Zelfs mijn lief merkt de korte opsomming onder de maand april op. Maar hij relativeert snel: ‘Het zijn wel heel lékkere groenten. Bloemkool, asperges, spinazie: die kan ik elke dag eten.’
Asperges komen hier nu vaak twee keer per week op tafel. Decadentie die ik compenseer door ook soep te serveren van jonge brandnetels die ik pluk in het bos. Eén slok en je energiepeil krijgt een boost van jewelste. Verder staat er rabarber uit de tuin op het menu, en natuurlijk de sluimerwten van mijn grootouders. Ik behandel die peultjes alsof ze van goud zijn.
‘Op kleindochters wijze’
Mijn moeder lacht als ze ziet hoe ik met mijn pas gekregen heiligdom omga. Als kind heb ik die erwten meermaals vervloekt. Mijn grootouders hadden een grote tuin, en vier zonen. Elke week kwamen ze langs om een deel van de oogst uit te delen. Er stond dus standaard een zak erwten op ons te wachten (en later op het seizoen snijbonen, dat vonden we nóg erger). Mijn broers en ik vlogen dikwijls buiten met ons bord, en mochten pas terug binnen als we die verdomde erwten hadden opgegeten.
Nu omarm ik ze als een relikwie uit een vervlogen tijdperk. Al serveer ik ze zelden, zoals toen, met een gefruit uitje. Ik maak ze klaar ‘op kleindochters wijze’. Met veel citroen en verse kruiden (dille!), of ik breng ze in de wok op smaak met sojasaus en laat ze rond noedels draaien. Ze maken mijn ‘hungry gap’ in al hun zoete en krokante eenvoud een pak smaakvoller.
Al kijk ik stiekem – net als vroeger – uit naar het moment dat ik krieltjes mee naar huis krijg. Want dan barst het feest pas écht los.”
Lees meer:
- “Eén zwaluw maakt de lente niet, maar een lammetje doet dat wel”
- 10x lekker met asperges
- Brandnetels: wat kun je er allemaal mee doen?
Wil je trouwens graag op de hoogte blijven van alle moestuin to do’s voor elk moment? Dan is onze Moestuin-nieuwsbrief een échte aanrader: een 2-wekelijkse selectie van artikels boordevol tips, recepten en inspiratie waarmee je meteen aan de slag kunt. Schrijf je hier in!