Deze prachtige vlinders kun je spotten in de tuin
Een warme zonnige lentedag, en daar zijn de vlinders! Heerlijk hoe ze van bloem naar bloem fladderen. Wie weet spot jij wel een van deze prachtexemplaren in jouw tuin:
Herken jij deze vlinders?
Met zijn zwarte kleur en dikke feloranje en witte strepen kun je de populaire admiraalvlinder of atalanta niet missen! Atalanta’s zijn erg afhankelijk van brandnetels: ze leggen er hun eitjes op en de rupsen worden groot met de blaadjes. Deze zoetekauw lust ook wel een hapje fruit. ’s Winters vliegt hij naar het zuiden, om er te overwinteren.
Fladdert er een lichtbruine vlinder voorbij met een zwart oogje op de vleugels? Dat is het bruin zandoogje. Al kan het ook een oranje zandoogje zijn, het verschil is klein. Zandoogjes komen frequent voor in de tuin, en zijn dol op (sier)distels, oregano, de vlinderstruik… Hun eitjes leggen ze in lang gras – laat een stukje gazon groeien!
Meneer citroenvlinder is citroengeel, mevrouw houdt het bij bescheiden groenwit met een discreet stipje. Het is de allervroegste vlinder in de tuin, maar lastig te spotten, met z’n vlinders in de vorm van een blaadje. Eitjes legt hij op sporkehout (Rhamnus frangula), een populaire nectarbron voor tal van andere vlinders. Van alle tuinvlinders leeft de citroenvlinder het langst: bijna een jaar.
Met z’n flinke spanwijdte (tot 6 cm!), feloranje kleur en grote ‘ogen’ op de vleugels, valt deze veel voorkomende vlinder meteen op. Hij vliegt al vroeg, in maart, rond en prijkt steevast in de top drie van de vlindertellingen. Deze schoonheid is dol op nectar van vlinderstruiken en paardenbloemen, en houdt van zonnebaden op een molshoop. De rupsen zijn kieskeurige rakkers, ze lusten alleen maar brandnetelblaadjes.
De hele zomer lang kun je van deze sierlijke oranjebruine vlinder genieten. Hij is verzot op akkerdistels en koninginnenkruid, de rupsen vind je vaak op brandnetels of andere inheemse planten. Soms zitten de vlinders met tientallen bij elkaar! Na de zomer vliegen ze richting Senegal, over de Sahara heen, soms tot wel 5000 kilometer ver. En dat in amper twee weken.
Fladdert er een vlindertje met gekartelde vleugels rond, in een warm oranjebruin met donkere camouflagevlekken? Dat is geheid de gehakkelde aurelia. Deze populaire vlinder houdt van fruit, zoals aalbessen, of een (rot) appeltje, maar drinkt ook her en der nectar. Heb je hop in de tuin, dan zitten er bijna zeker rupsen van deze vlinder op. Wilgen, iep en brandnetels zijn ook populair.
Een stukje lang gras, meer heeft dit prachtige, kleine, lichtblauwe vlindertje niet nodig. Icarusblauwtjes zitten graag laag, op lekkere akkerdistels, boerenwormkruid, knoopkruid, jacobskruiskruid… Hun rupsen zijn kieskeuriger: die lusten alleen klavers, bij voorkeur rolklaver.
Wat een heerlijke, kleurrijke verschijning is deze grote, oranje vlinder met zwarte en gele vlekken! Vanaf maart zie je hem al rondfladderen. Hij is totaal niet kieskeurig qua nectarbron, maar z’n eitjes wil hij alleen op brandnetels afzetten. De rupsen kruipen lekker samen, in een groot spinselnest. De vlinders overwinteren vaak stiekem in het tuinhuis.
Met stip de meest exotische verschijning in de tuin! Als een echte kolibrie fladdert hij razendsnel bij een bloem, terwijl hij met zijn lange tong (2,8 centimeter!) diep op zoek gaat naar nectar. Op een doorsnee dag bezoekt hij zo tot 500 bloemen! Kolibrievlinders waren vroeger een zeldzaamheid, maar komen nu meer en meer voor. Het is eigenlijk een nachtvlinder, die ook actief is overdag. Hoe meer verschillende bloemen, hoe groter de kans op een kolibrievlinder in je tuin.
Wat een sensatie, om een koninginnenpage in de tuin te spotten! Van alle vlinders in Vlaanderen is deze geelzwarte schoonheid de allermooiste én de grootste, tot wel 7,5 centimeter groot. Statig vliegt hij van bloem naar bloem: kruiden en de vlinderstruik zijn populair. De fascinerende rupsen, in fluogroen met zwarte en oranje stippen en strepen, vind je in de moestuin, op het loof van wortels, venkel, pastinaak…
Het klein koolwitje is de meest voorkomende vlinder in onze tuinen. Geen wonder, hij lust nectar van heel veel verschillende bloemen. Echt klein is het niet, met z’n 5 centimeter spanwijdte, maar wel kleiner dan het groot koolwitje (6,5 centimeter). Al zijn ze nogal moeilijk uit elkaar te houden. De rupsen zijn dol op kolen, tot groot verdriet van veel moestuiniers.
Staan z’n vleugels open, dan krijg je een donkerbruine (of — in de zomer — oranje) vlinder met witte (of donkerbruine) vlekken te zien, met de vleugels toe verschijnt er ineens een landkaartenpatroon! Met schermbloemen als fluitenkruid, berenklauw, koninginnenkruid… krijg je landkaartjes op bezoek. En de rupsen? Tja, ook die eten echt alleen maar brandnetels.
Zo lok je vlinders naar jouw tuin!
- Vlinders houden van een beschutte tuin met veel hoogteverschillen; daar voelen ze zich veilig en kunnen ze op de uitkijk zitten. Een mix van hagen, een (fruit)boom, wat struiken, vaste planten en kruiden biedt de ideale variatie.
- Vlinderstruik, hemelsleutel, ijzerhard, koninginnenkruid en asters zijn topfavorieten. Ook de kruidentuin, met oregano als vlindertopper, is een echte nectarbar.
- Hoe meer kleurrijke en inheemse bloemen, hoe meer vlinders. Met een klein hoekje brandnetels heb je een geweldige kraamkliniek voor vlinders.
Uit: Libelle 16/2021 – Tekst: Laurence Machiels – Beelden: Getty Images
Meer over nuttige beestjes in je tuin:
- Deze nuttige insecten kunnen je helpen in de tuin
- Red de bij: dit kun je doen om de bijen in je tuin te helpen
- 5 dingen die je nog niet wist over vlinders
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de beste groentips en wooninspiratie!