Waardplanten voor vlinders: waarom zijn ze zo belangrijk?
Wat is het heerlijk om vlinders in de tuin te zien! We zetten heel wat bloemen en bloeiende struiken om ze te lokken, maar om ze ook in de tuin te houden, volstaat dat vaak niet. Wat moet je dan wel doen? Simpel, zet de juiste waardplanten in je tuin, en hoe wilder, hoe beter. We leggen het je graag uit.
Wat is een waardplant?
Tal van vlindersoorten zijn sterk afhankelijk van één of meerdere planten. Dat komt omdat de rupsen heel kieskeurige eters zijn en zich vaak alleen maar voeden met die ene specifieke plant(ensoort). Zo’n plant wordt een waardplant genoemd. En het spreekt voor zich dat wanneer die waardplant verdwijnt, het aantal vlinders ook drastisch vermindert. Daarom is het belangrijk dat we in onze tuinen de juiste waardplanten voor vlinders zetten (en laten staan).
Waardplanten voor vlinders: is dat nodig?
Ja, absoluut! Iedereen ziet graag veel vlinders in de tuin rondfladderen, maar komt liever geen rupsen tegen. En sommige waardplanten zijn wij als onkruid gaan bestempelen, waardoor we ze volop verwijderen uit de tuin. Helaas is dat ‘onkruid’ van onschatbare waarde voor vlinders en bijen.
Zo’n waardplant is een gastplant waarop vlinders hun eitjes afzetten. Ze gaan daarbij heel kieskeurig te werk en hebben vaak maar één plant die voldoet aan hun eisen. Wanneer de eitjes uitkomen, moeten de rupsen zich direct kunnen voeden met die plant.
Brandnetels zijn een perfect voorbeeld. Heel wat mensen doen hun uiterste best om dat ‘onkruid’ uit hun tuin te houden. Maar ze staan er niet bij stil dat ze zodoende de toekomst van de atalanta, dagpauwoog en kleine vos in het gedrang brengen. Die drie vlindersoorten leggen namelijk uitsluitend hun eitjes op brandnetels. Zonder brandnetels, dus ook geen atalanta, dagpauwoog of kleine vos meer.
Een vlindervriendelijke tuin bevat dus niet alleen veel verschillende bloemen vol nectar voor volwassen vlinders, maar ook een aantal waardplanten voor de rupsen ervan. Die gaan hand in hand.
Welke vlinder verkiest welke plant?
- Atalanta: brandnetel
- Boomblauwtje: heide (struikhei), hulst, klimop, kattenstaart, vlinderstruik, vuilboom en wegedoorn
- Bont zandoogje: overblijvende grassoorten zoals pijpenstrootje en witbol
- Distelvlinder: verschillende distelsoorten, brandnetel en kaasjeskruid
- Citroenvlinder: vuilboom en wegedoorn
- Dagpauwoog: brandnetel
- Gehakkelde aurelia: brandnetel, wilg en iep
- Koninginnenpage: fijnbladig loof zoals dat van wortelen, venkel en dille
- Koolwitje: koolsoorten en kruisbloemigen zoals judaspenning, Oost-Indische kers en gele mosterd.
- Kleine vos: brandnetel
- Icarusblauwtje: klaversoorten zoals hopklaver en rupsklaver
- Landkaartje: brandnetel
- Oranje zandoogje: grassoorten zoals gewoon struisgras
Hoe wilder, hoe beter
Heel wat vlindersoorten hebben er absoluut baat bij dat je een stukje van je tuin laat ‘verwilderen‘. Laat het gras en de klavers maar in bloei komen, laat de brandnetels op een beperkt stukje groeien, en geef paardenbloemen de ruimte om te bloeien. Door mee te doen met de actie ‘Maai Mei Niet‘ van Knack help je de natuur al een heel stuk verder. Minder werk voor jou, maar een enorme meerwaarde voor de vlinders.
Meer bloemen in de tuin
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de beste groentips en wooninspiratie!