adoptiezussen
© Karl Bruninx

Zusjes in hart en ziel: deze adoptiezussen vertellen over hun bijzondere band

Door Sanne De Lee

Ze hebben dan misschien verschillende roots, maar delen wel onvoorwaardelijke liefde voor elkaar. Deze adoptiezusjes vertellen over hun unieke band.

Seda was slechts vijf dagen oud toen ze werd opgenomen in Leens gezin

Seda (26) en Leen (37). Seda heeft Turkse roots.

Leen: “Seda was amper vijf dagen oud toen ze bij ons kwam wonen. Ik was al elf jaar, en heb dat proces dus heel bewust meegemaakt. Ik weet nog dat ik het eigenlijk heel fijn en gezellig vond toen ze er was. Plots had ik een nieuwe, kleine zus om voor te zorgen.” (lacht)

Seda: “Dat zorgende typeert Leen enorm. Ik ken geen leven zonder haar. Door het grote leeftijdsverschil en het feit dat ze jong mama werd en alleen ging wonen, was mijn zus tegelijkertijd ook altijd al een soort moederfiguur. Ik kwam heel vaak bij haar over de vloer. Soms bleef ik zelfs het hele weekend logeren. En altijd stond ze voor me klaar. Nog steeds, trouwens.”

LEEN: “ER IS DAN MISSCHIEN GEEN BLOEDBAND, MAAR WE ZIJN WEL ECHTE ZUSSEN. WE HEBBEN SAMEN ZOVEEL MEEGEMAAKT, SEDA EN IK”

Leen: “Seda en ik hebben zelfs een gemeenschappelijk metekindje: Ellenore. Dat is het kindje van mijn biologische broer. Zij maakt de connectie tussen ons nog specialer. We hangen echt enorm hard aan elkaar. Ook al hebben we erg verschillende karakters.”

Seda: “Ja, dat ik Turks bloed heb, merk je wel. Ik ben een vurig type. (lacht) Ik ben echt een gevoelsmens en heb het hart op de tong. Maar omgekeerd brengt Leen mij altijd de nodige rust. We vullen elkaar dus echt goed aan.”

Leen: “We wonen al lang niet meer onder hetzelfde dak, maar het contact blijft: we horen elkaar bijna dagelijks. En elke week drinken we samen koffie. Dat is een heilig momentje om even bij te praten.”

SEDA: “IK HEB TURKS BLOED EN BEN EEN VURIG TYPE. MAAR LEEN BRENGT MIJ DE NODIGE RUST. WE VULLEN ELKAAR DUS GOED AAN”

Seda: “En alle feesten vieren we samen: Kerstmis, Sinterklaas, Pasen… noem maar op. Hopelijk kan dat snel weer, want ik vind dat echt belangrijk. Ik ben er van kleins af aan mee opgegroeid en vind het supergezellig. Maar tegelijkertijd verlies ik mijn Turkse roots niet uit het oog. Die dubbele identiteit is niet altijd makkelijk geweest, maar intussen heb ik een plek gevonden voor beide kanten in mijn leven.”

Leen: “Er is dan misschien geen bloedband, we zijn wel echte zussen. We hebben samen zoveel meegemaakt, Seda en ik. Mooie momenten, maar ook de lastigere. Die herinneringen delen we met niemand anders.”

Seda: “Helemaal mee eens. Leen is mijn zus en zal dat altijd blijven. Die onvoorwaardelijke liefde tussen ons zal nooit weggaan.”

Petra en Ellen herinneren zich de adoptie van Lisa nog alsof het gisteren was

Lisa (31), Ellen (34) en Petra (36). Lisa werd samen met haar biologische broer Jimy geadopteerd uit Kaapverdië.

Ellen: “Toen Lisa en Jimy in ons gezin kwamen, was ik vier jaar en mijn zus Petra zes. Hoewel onze ouders verteld hadden wat er ging gebeuren, was het voor mij geen fijne periode. Ik was nog erg jong, had nog veel vragen en ik herinner me dat ik zelfs even werd gepest omwille van de adoptie. Op school vonden ze het raar dat er ‘zwarte kindjes’ bij ons zouden komen wonen. Maar zodra ik Lisa en Jimy zag, waren al die negatieve gevoelens weg. Ik heb er nooit nog een seconde van wakker gelegen.”

Petra: “Ik herinner me hun komst nog alsof het gisteren was. Ons nieuwe zusje Lisa zat huilend in de zetel, met angst in haar ogen: wie zijn jullie? En ik dacht gewoon: oké, jij bent mijn zus, en nu gaan we spelen.”

PETRA: “ONS NIEUWE ZUSJE LISA ZAT HUILEND IN DE ZETEL, MET ANGST IN HAAR OGEN. EN IK DACHT: OKÉ, JIJ BENT MIJN ZUS, EN WE GAAN SPELEN”

Lisa: “Ik was toen bijna twee, Jimy was nog maar zes maan- den. Als kind heb ik er nooit bij stilgestaan dat we een andere kleur hadden. Dan wees ik mijn mama aan, en hadden mensen dat niet door en vroegen nog eens: ‘Waar is jouw mama?’ ‘Dáár!’, zei ik dan. ‘Dat zie je toch?’ ”(lacht)

Ellen: “We gingen altijd erg in de verdediging als mensen een opmerking gaven over hun huidskleur. Daar konden we echt boos om worden. Nog steeds, trouwens.”

Petra: “Oorspronkelijk zouden onze ouders enkel Lisa adopteren, maar toen ze hoorden dat Jimy haar broer was, besloten ze om hen allebei op te nemen in ons gezin.”

Ellen: “Eentje voor mij en eentje voor Petra, zo leek het wel. Want vanaf moment één waren Lisa en ik twee handen op één buik, en Jimy en Petra ook.”

ELLEN: “WE KONDEN ECHT BOOS WORDEN ALS MENSEN EEN OPMERKING GAVEN OVER LISA’S HUIDSKLEUR. NOG STEEDS, TROUWENS”

Lisa: “Eigenlijk is het alsof wij alle vier voorbestemd waren om elkaars pad te kruisen! Want we hebben onderling veel gelijkenissen. Zo zijn Ellen en ik recht voor de raap, terwijl Jimy en Petra meer de zorgende, knuffelige types zijn.”

Petra: “We hangen echt als een clan aan elkaar. Als kind brachten we alle vrije momenten door met vier. En als pubers hadden we de typische ruzies over elkaars kleren inpikken. (lacht) Vooral ik maakte me daaraan schuldig.”

Lisa: “Met ouder te worden, zijn we elk wat meer ons eigen ding gaan doen. Maar nog steeds hangen we hard aan elkaar. Als er iets met één van ons gebeurt, dan sluit de clan zich als een beschermende cocon om die persoon heen.”

LISA: “EIGENLIJK LIJKEN WE OP ELKAAR. ELLEN EN IK ZIJN RECHT VOOR DE RAAP, PETRA EN ONZE BROER JIMY ZIJN MEER ZORGENDE KNUFFELTYPES”

Ellen: “Dat merk je ook heel hard nu mama ziek is. We zijn meteen in actie geschoten om een beurtrol op te zetten zodat ze geen dag alleen of zonder hulp hoeft te zitten.”

Lisa: “Onze ouders hebben ons die waarden echt van kleins af aan bijgebracht. Geen onderscheid tussen ons vier, er zijn voor elkaar, nooit met ruzie vertrekken. We kunnen echt niet zonder elkaar en zijn ook heel beschermend.”

Ellen: “Mijn man moest er in het begin even aan wennen dat we zo hecht zijn. Niet moeilijk: vooraleer je erin komt, moet je eerst goedkeuring krijgen van de rest. (lacht)
Maar ik vind het alleen maar een voorrecht.”

Toen ze veertien was, ging Birgit haar adoptiezus Kayleigh mee ophalen in China

Kayleigh (15) en Birgit (29). Ze hebben nog drie zussen: Rhiannon (25) en de tweeling Kajsa en Majken (22). Kayleigh werd geadopteerd uit China.

Birgit: “Mama en papa zijn altijd heel open geweest over de adoptieprocedure van Kayleigh. Op een bepaald moment kregen we een foto te zien van een piepklein Chinees meisje. ‘Dit wordt jullie nieuwe zusje’, vertelden ze. Ik was toen veertien. We zijn Kayleigh zelf gaan ophalen in het Chinese weeshuis. En toen ze eenmaal thuiskwam, was het alsof ze er altijd al was geweest.”

Kayleigh: “Zelf herinner ik me daar natuurlijk niets van: ik was nog maar een paar maanden oud. Of ik het ooit raar heb gevonden om er anders uit te zien dan mijn zussen? Eigenlijk niet… We zijn sowieso allemaal heel andere types.”

Birgit: “Ja, zelfs de tweeling lijkt niet zo hard op elkaar! Uiteraard zijn we er ons altijd van bewust geweest dat Kayleigh andere roots heeft, maar ik zal nooit tegen iemand zeggen: ‘Mijn zus is Chinees.’ Nee, mijn zus is mijn zus. We hebben een heel sterke band, net als andere zussen.”

BIRGIT: “KAYLEIGH HEEFT ANDERE ROOTS. MAAR IK ZAL NOOIT TEGEN IEMAND ZEGGEN: ‘MIJN ZUS IS CHINEES’. NEE, MIJN ZUS IS MIJN ZUS”

Kayleigh: “We zijn een heel hecht gezin. En als jongste heb ik de grootste luxe: waar ik ook mee zit, er is altijd wel een zus bij wie ik terechtkan. (lacht) Het voelt heel veilig met zoveel zussen om je heen. Wat er ook gebeurt, we zullen altijd voor elkaar klaarstaan.”

Birgit: “Helemaal waar. En we springen voor elkaar in de bres. Als ik iemand een opmerking hoor maken over ‘de Chinezen’, zal ik die persoon altijd vriendelijk terechtwijzen. En daarnaast vind ik het gewoon een verrijking om als gezin zo’n bijzondere band te hebben met een ander land.”

KAYLEIGH: “WE ZIJN EEN HEEL HECHT GEZIN. WAAR IK OOK MEE ZIT: ER IS ALTIJD WEL EEN ZUS BIJ WIE IK TERECHTKAN”

Kayleigh: “Grappig genoeg is de connectie met Azië altijd aanwezig binnen ons gezin. Zo zijn mijn ouders al een paar keer naar Azië gereisd. En ook mijn zussen reizen vaak naar Aziatische landen.”

Birgit: “Onbewust voelen we ons inderdaad aangetrokken tot die regio. Rhiannon ging zelfs al alleen naar China.”

Kayleigh: “Zelf voel ik die aantrekkingskracht – nog – niet. Ik heb niet zo de behoefte om naar mijn geboorteland te reizen. Maar áls ik het ooit doe, dan wel met mijn zussen. Zonder hen zou het niet hetzelfde zijn.”

Uit: Libelle 53/2020 – Tekst & productie: Sanne De Lee – Foto’s: Karl Bruninx

Meer openhartige familieverhalen:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."