Openhartig: Ilse had een affaire met een collega en heeft dat nooit verteld aan haar man.
Ilse (43): “Voor mijn crisis, zoals ik die periode benoem, was ik gewoon. Gewoon Ilse. Thuisverpleegster in een groot team, vrouw van Filip, mama van twee zonen. Ik was niet ongelukkig thuis, er was geen grote leegte in mijn leven. Ik had mij nog nooit aangetrokken gevoeld tot een andere man en was geen flirter. Ik droeg altijd zwarte broeken en een effen trui, nooit een decolleté. En toch begon uitgerekend ik een affaire.”
Op papier was Raf helemaal mijn type niet. Maar die ene mail maakte iets in me los…
“Raf was een collega, hij was diegene die mij mijn shifts doorgaf. Omdat ik altijd op de baan was, hadden wij vooral contact via mail. Ik had hem maar een paar keer in het echt gezien. Sympathieke man, maar op papier totaal mijn type niet. Raf was robuust, behaard en vijftien jaar ouder dan ik. Ons mailverkeer was vriendelijk. Raf schreef altijd ‘fijne werkweek’ of ‘voorzichtig onderweg’. Op een keer stelde hij me een vraag: ‘Hoe gaat het eigenlijk met je? Jij neemt veel shifts over van zieke collega’s, trek je het nog wel?’ Ik weet nog exact waar ik geparkeerd stond toen ik die vraag zag, en ik weet nog dat ik een soort warmte voelde. Dat iemand die ik niet eens zo goed kende, bezorgd was om mij, dat vond ik bijna ongelofelijk.”
De grens overschreden
“Ik nam uitgebreid de tijd om die mail te beantwoorden, en uiteraard vroeg ik ook hoe het met hem ging. Hij antwoordde terug, en ik weet nog dat ik dacht: ik moet in mijn volgende mail opnieuw een vraag zetten, dan stuurt hij zeker iets terug. Die werkdag vloog voorbij, elke mail van hem voelde als een cadeautje, veilig verstopt in mijn telefoon. De vragen op het einde van elke mail die volgde, bleven komen, tot we er na een paar weken op vertrouwden dat de ander sowieso iets zou terugsturen. Dat was grens één die werd overschreden.”
Ik heb me vaak afgevraagd op welk punt ik had moeten terugdraaien, maar ik kon er niet mee stoppen.
“Onze mails werden een gewoonte, eentje die stopte rond 16.30 uur, wanneer ik naar huis ging. Ik heb mij de voorbije jaren vaak afgevraagd op welk punt ik had moeten terugdraaien, en ik denk dat dit een heel belangrijke grens was. Het doelbewust enkel overdag contact zoeken, dat zegt iets… Dat zegt dat je met iets bezig bent wat thuis niet geapprecieerd zou worden. Toch kon ik niet stoppen. Ik raakte in een mum van tijd verslaafd aan Rafs woorden én aan mijn antwoorden, want wat ik schreef, leek altijd net iets slimmer dan ik echt was. Raf werd op korte tijd mijn belangrijkste vertrouwenspersoon, de eerste naar wie ik iets stuurde als ik nieuws had.”
De onvermijdelijke afspraak
“Raf stuurde erop aan om af te spreken, maar ik was terughoudend. Heel eerlijk? Ik was vooral bang dat ons contact in het echt zou tegenvallen en alles zou stoppen. Ik was een vrolijker mens met hem in mijn leven, zelfs thuis, en dat wilde ik niet verliezen. Maar op den duur was het toch onvermijdelijk. Nadat hij op een maandagochtend schreef dat hij het hele weekend aan mij had gedacht, vroeg ik hem impulsief om elkaar die middag te zien voor een wandeling.”
Raf nam opeens mijn hoofd vast en kuste me. We betastten elkaar als twee tieners.
“Bloednerveus was ik, en nog altijd bang dat het onwennig zou zijn. Dat was het niet… We lieten elkaar bijna niet uitspreken, zoveel moest er verteld worden. Na een halfuur stopte Raf opeens, nam mijn hoofd vast en kuste me. Deze man, die ik ervoor nooit aantrekkelijk had gevonden, zette iets in gang waar ik geen controle meer over had. We betastten elkaar als twee tieners. Erna stond mijn hoofd op ontploffen. Een mix van euforie en paniek. Wat als mijn man iets aan mij zou zien? Maar de avond thuis verliep zoals altijd. Eten maken, zonen naar de voetbal, samen voor tv. Die nacht sliep ik niet. In mijn hoofd hoorde ik de hele tijd het veroordelende ‘Wat heb jij gedaan?’, terwijl in mijn buik de vlinders vrolijk fladderden.”
Epistels vol verlangen en schuldgevoel
“Raf en ik begonnen vaker af te spreken. Eerst elke maandag, na een paar weken bijna elke middagpauze. We eindigden altijd in de auto, waar we allebei uit elkaar spatten van opwinding. In onze mails hadden we het bijna uitsluitend nog over ons. Epistels vol verlangen en schuldgevoel waren het. Maar tegelijk met die stroomversnelling sloeg wat eerst mooi was om in iets ranzigs. Want Raf wilde afspreken in een hotel. We waren nog nooit echt intiem geweest met elkaar, en hij drong daar steeds vaker op aan.”
Ik wilde niet afspreken in een hotel, omdat het dan echt een affaire zou lijken. ‘Maar Ilse’, zei Raf, ‘dat is het ook.’
“Naar een hotel rijden, zag ik me gewoon niet doen. We kregen er discussies over, en toen Raf vroeg waarom ik het niet wilde, zei ik dat het dan écht op een affaire zou lijken. “Het ís ook een affaire, hé, Ilse”, riep hij. En hoe raar het ook mag klinken, die zin schudde mij wakker. Waar was ik mee bezig? Drie maanden had ik alleen maar de goeie kanten gezien van wat mij overkwam. Ik had meer energie, kleedde mij vrouwelijker, ik had het gevoel dat ik van een leven in zwart-wit naar een leven in regenboogkleurtjes was overgestapt.”
Een abrupte breuk
“Opeens zag ik hoe ‘on-Ilse’ dat was. Ik was altijd de familiemadam geweest, de trouwe echtgenote, de uitstekende verpleegster. Wie wás die vrouw die in een auto met aangedampte ruiten zat te kussen met een vijftien jaar oudere man? Die thuis loog en bij patiënten plots niet snel genoeg buiten kon zijn? Ik brak abrupt met Raf, hij was heel boos. Wat volgde, was afschuwelijk. Het afkicken was keihard. Het constant in verbinding staan met iemand anders, de voortdurende aandacht, de spanning, ik miste het allemaal zo erg dat ik soms geen lucht kreeg.”
Na het afkicken kwam nog een moeilijke fase: leren leven met het schuldgevoel.
“Één keer heb ik Raf huilend gebeld, maar hij was afstandelijk, dus ik heb nooit meer contact gezocht erna. Hij gaf me nog wel mijn shifts door, maar dat gebeurde heel sec. Na het afkicken kwam nog een moeilijke fase: leren leven met mijn schuldgevoel en thuis het vuur weer aanwakkeren. Want ook al heeft mijn man nooit iets gezegd, hij moet hebben gevoeld dat ik er maandenlang niet met mijn hoofd noch lichaam bij was. Het was hard. Van een verliefdheid terug in een lange relatie stappen, dat voelde in het begin als een verlies. Ik heb toen heel veel gehuild.”
Alleen míjn probleem
“Ondertussen zijn we zes jaar verder. Ik heb leren leven met wat ik heb gedaan, en ik ben er ergens trots op dat mij dat alleen is gelukt. Ik heb mijn man niet belast met iets dat enkel bij mezelf zat. Want zo zie ik het, als iets wat vooral míjn probleem was. Onbewust miste ik blijkbaar toch aandacht en spanning. Nu doe ik veel meer mijn best om avontuur in onze relatie te stoppen. Filip en ik zijn dit jaar een huttentocht in Zwitserland gaan maken, we volgen elke week salsales. En ik ben mij anders blijven kleden. Er zat dan toch een vrouwelijkere kant in mij. Op werkgebied heb ik voor een volledige ommezwaai gekozen: ik ben volledig zelfstandige geworden. Ik zal nooit trots zijn op wat ik heb gedaan, maar ik denk wel dat ik er een evenwichtigere vrouw door ben geworden.”
Nog meer openhartige verhalen lezen?