“Als twaalfjarige deed ik het hele huishouden: Ik kookte en zorgde dat mijn zusje op tijd op school was”

Door Sara Dekens

Doordat de moeder van Ian psychologische problemen had, kwam de zorg voor zijn zusje al vroeg op zijn schouders terecht.

Ian (25): “Het heeft lang geduurd, maar vandaag kan ik met trots zeggen dat het goed met me gaat. Ik ben fier op wie ik geworden ben; op hoe verantwoordelijk en zorgzaam ik ben. Heel mijn jeugd stond in het teken van ‘zorgen voor’. In de eerste plaats voor mijn mama, die chronisch ziek was, maar ook voor mijn jongere zusje, die ik voor een stuk grootgebracht heb toen mama het niet kon.

Ik neem mijn mama niets kwalijk. Ik weet dat ze heeft gedaan wat ze kon, gezien de omstandigheden. Het was een heel heftige periode en het heeft me gemaakt tot wie ik ben. Ik kijk er nu met een warm gevoel op terug. Zorgen voor iemand die dicht bij je staat, is het mooiste wat er is.

Al van in mijn jonge jeugdjaren was mama ziek, met betere en minder goede momenten. Ik was amper twaalf toen ze het voor het eerst mentaal moeilijk kreeg. Ze werd zelfs even opgenomen in de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis. Toen ze na een ongeluk met drie hernia’s tot gevolg ook fysiek erg achteruitging, had ze nog meer hulp nodig. Mijn ouders waren gescheiden, op mijn vader konden we niet rekenen. Mijn zusje en ik stonden er dus grotendeels alleen voor.

Het allermoeilijkst om te dragen, was het mentale aspect. Als mama het moeilijk had, steunde ze op mij alsof ik haar therapeut was

Ik probeerde alles zo goed en zo kwaad als het kon van mama over te nemen. Ik deed het huishouden, ging naar de winkel en maakte eten. Ik hielp mijn zusje met haar huiswerk en zorgde ervoor dat ze op tijd op school raakte. Op een bepaald moment kon mama zich zelfs niet meer alleen wassen en had ze ook hierbij mijn hulp nodig.

Het was veel, dat fysieke zorgen voor, maar het allermoeilijkst om te dragen, was het mentale aspect. Als mama het moeilijk had, steunde ze op mij alsof ik haar therapeut was. Ze vertelde me alles, van de financiële problemen die we hadden tot haar donkerste gedachten – dingen die een kind niet moet horen.

Voor mij was dit de normale gang van zaken. Het was mijn jeugd, mijn waarheid. Zelfs als ik klasgenoten hoorde vertellen over wat ze in het weekend deden, besefte ik amper dat mijn leven niet alledaags was. Ik praatte er ook niet over. Met wie had ik dat moeten doen? Mijn vrienden leefden in een andere wereld, en de volwassenen rondom mij die wisten waar ik elke dag mee worstelde, begrepen me niet of konden niet bieden wat ik nodig had.

Nu denk ik er soms over na, hoe het had kunnen zijn als ik wél door de juiste personen omringd was geweest. Of als ik zelf had beseft dat een kind niet verantwoordelijk hoeft te zijn voor het gezin; dat je zoiets niet alleen moet dragen. Ik heb een deel van mijn kindertijd gemist. Ik had kunnen spelen en ravotten, sporten, op stap gaan… Als er iemand was geweest die de zware verantwoordelijkheid die op mijn schouders rustte, had kunnen verlichten.

Iemand die bijvoorbeeld de papierwinkel overnam en onze financiële problemen had kunnen aanpakken, die mijn moeder in de gaten kon houden en de juiste psychologische begeleiding kon voorzien op de momenten dat het nodig was.

Dank je voor alles

Gelukkig heb ik de hulp die ik toen miste intussen wél gevonden. Bij heel hechte vrienden, maar zeker ook bij mijn therapeut, die me leerde hoe ik de pijn, de verontwaardiging en de boosheid die ik zo lang had opgekropt, eindelijk kon toelaten. Ik leerde omgaan met mijn emoties, ook dankzij de verhalen van lotgenoten die ik leerde kennen via Samana, de mantelzorgvereniging waarmee ik enkele jaren geleden in contact kwam.

Met deze mensen kon ik openlijk praten over mijn jeugd, zonder schuld of schaamte, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Zij lieten me zien dat ik niet alleen was, en dat gaf me kracht. Ik leerde ook op een andere manier met mijn mama praten, als twee gelijken. Ze vertelde me hoe zij deze heftige periode ervaren heeft en erkent dat ze – ongewild – verantwoordelijk was voor het feit dat ik nooit een zorgeloze jeugd heb gehad.

Daar heeft ze het nu nog moeilijk mee. Onlangs stuurde ze me een berichtje. Ze had een nachtmerrie gehad, en in haar droom voelde ze hoe ik haar als kind kwam troosten. ‘Dank je’, stond er, ‘voor alles wat je voor me hebt gedaan, terwijl je eigenlijk zorgeloos en liefdevol had moeten opgroeien’.

Ik heb een goede band met mijn zus en ben trots op de persoon wie ze geworden is

Ook met mijn zus heb ik een goede band en ik ben trots op de persoon die ze geworden is. Ik zie haar geregeld. Als ze zich dan niet naar behoren gedraagt, vraag ik haar grappend wie haar heeft opgevoed. Nu kunnen we erom lachen. Ik heb veel moeten opgeven door voor hen te moeten zorgen, maar het feit dat mama dit erkent, betekent veel voor me.

Het maakt ook dat ik vol vertrouwen naar de toekomst kijk. Op een dag wil ik ook graag kinderen, maar dat zal enkel gebeuren als mijn leven stabiel genoeg is. Ik wil dat mijn kinderen in een warme omgeving opgroeien, en ik wil hen geven wat mijn zus en ik gemist hebben. Ik hoop dat mijn mama op een dag oma kan zijn, en mijn zusje een fiere tante.”

Van 21 tot en met 25 oktober is het de Week van de jonge mantelzorger. Meer info op jongemantelzorgers.be

Dit kan je ook interesseren:
“Armoede draait om geld, ja. Maar het draait nog veel meer om het sociale isolement dat het met zich meebrengt”
Mijn verhaal: Kimberley groeide op in armoede en geraakt niet uit de vicieuze cirkel

Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."