Anne Davis over botox, laser en fillers: “Helemaal naturel ben ik ook niet”
Anne Davis ziet het in haar omgeving wel vaker, vriendinnen die ‘iets’ laten doen. Daarom vraagt ze zich af: hoe ver kun je gaan om de invloed van de jaren op je lichaam tegen te gaan?
Een allergie? Of toch iets anders…
Lang geleden, zeker al meer dan tien jaar, kwam er een vriendin bij me langs die net terug was van vakantie. Ik schrok toen ik haar zag: de huid rond haar mond, bijna tot aan haar kin, zag vuurrood met hier en daar ontstoken wondjes, alsof ze verbrand was. “Allergie”, zei ze een beetje kort, en ik besloot maar niet door te vragen over wát voor allergie, en ik bewonderde haar in stilte, omdat ze met zo’n gezicht de deur was uitgegaan. Ikzelf was in bed blijven liggen, met de dekens over mijn hoofd.
Ongeveer een jaar later, toen de allergie allang weg was, kwam het hoge woord eruit: ze was in het buitenland bij een kliniek geweest om de rimpels rond haar mond en op haar kin te laten weglaseren en ze was nogal stevig aangepakt. “Maar dat wist jij natuurlijk allang”, zei ze. “Jij ziet alles, en jij bent zo discreet…” Ik knikte maar wat en beloofde dat ik het aan níémand zou vertellen. En ik bewonderde haar ontrimpelde kin en mondomtrek. Nu, meer dan tien jaar later, is ze er nog altijd blij mee, en ze ziet er dan ook prima uit. Eén ding is vervelend: in de zon wordt de nieuwe huid niet zo bruin als de rest van haar gezicht, en dus vindt ze zelf dat ze soms op Homer Simpson lijkt. Maar met wat bruine crème is dat snel verholpen.
“Als je het nu had laten doen, had je het dan wél aan de mensen verteld?” vroeg ik haar onlangs. Want het taboe rond ‘iets aan jezelf laten doen’ is toch wel een heel stuk weggevallen. Maar dat wist die vriendin niet zo zeker. Ze bleef het lastig vinden: toegeven dat je niet zomaar van jezelf zo’n relatief gladde kin hebt. Want na tien jaar zijn er natuurlijk toch wel weer wat rimpeltjes bijgekomen. Maar ze heeft nooit meer iets laten laseren, alleen heeft ze een keer haar wenkbrauwen semipermanent laten tatoeëren, want ze is heel blond. Van die wenkbrauwen mocht iedereen het trouwens wél weten.
Misschien omdat dat een trendy beautyritueel was, geen echte schoonheidsingreep. Verder klagen zij en ik regelmatig over bovenarmen die flubberen, putjes in onze dijen en haren die op de ene plek verdwijnen (mijn benen, wat wel makkelijk is) en op de andere verschijnen (haar kin, dus ze heeft altijd een pincet bij zich), maar daar doen we verder niets aan. Een mens moet leren leven met de tekenen van verval die de natuur ons heeft toebedeeld. Of toch niet? Want ik doe Pilates om een beetje in vorm te blijven, en zij tennist, en haar ene arm flubbert dan ook minder dan de andere. Het grote verschil: zij draagt mouwloze topjes, ik niet. En ik benijd haar, alweer, om haar gebrek aan complexen.
Een facelift of niet?
Hoe ver moet je eigenlijk gaan, om het verstrijken van de jaren en het verzakken van je huid en je lichaam tegen te gaan? Hoewel ‘moet’ natuurlijk onzin is, niks moet. Maar mag alles dan, en word je er gelukkiger van? En mag of moet je er eerlijk over zijn?
“Och meid, doe toch lekker een facelift”, zei een vrouw die ik al een hele tijd ken ooit tegen me. “Geen centje pijn en je knapt er enorm van op.” Nu is die vrouw in kwestie van nature al mooi, en ze is zo rijk dat het voor haar in alle opzichten echt geen centje pijn zou doen, en ze heeft alle tijd om in haar buitenverblijf te gaan herstellen van zo’n facelift, die ongetwijfeld uitgevoerd is door een topchirurg. Ik hoef geen facelift. Ik vind het griezelig, en ik ben Calvinistisch genoeg opgevoed dat ik geloof dat dergelijke ijdelheid bestraft wordt. Maar na onze ontmoeting heb ik toch even voor de spiegel gestaan en mijn huid heel strak naar achteren getrokken. Het stond raar, gelukkig maar. Het hoefde dus niet, die facelift.
Toen een vriendin fillers wilde voor de ‘marionettenlijnen’ in haar gezicht, besloot ik om mee te gaan
Een nicht van me heeft haar ogen laten doen, omdat haar oogleden steeds verder zakten. “Zo kan ik weer beter zien”, zei ze. Dat zal best, maar dat ze ook uiterlijk weer met een frissere blik door het leven gaat, zal best wel tellen. “Kun jij ook doen”, zei ze, want zakkende oogleden zitten in de familie. Maar eerlijk gezegd: ik vind zakkende oogleden niet lelijk, best een beetje zwoel, dus ook daar begin ik niet aan. Niet zolang ik nog prima zien kan, zij het met een leesbril.
Maar helemaal naturel ben ik toch niet. Een andere vriendin van me zei jaren geleden dat ze last had van de ‘marionettenlijnen’ in haar gezicht. Van die plooien die van je neusvleugels naar je mondhoeken lopen. Ze wilde fillers, en vroeg of ik mee wilde om het ook te laten doen. Ik had nooit aan fillers gedacht, maar ik had al een tijdje het gevoel dat ik er steeds droeviger ging uitzien, want dat doen ze, die marionettenlijnen. In een onflatterend licht had ik iets van een hush puppy, zo’n triest kijkende bassethond, maar dan met kortere oren. En toen er nét die dag iemand op straat riep dat ik niet zo droevig moest kijken, terwijl ik echt helemaal blij was vanbinnen, besloot ik dat ik mee zou gaan.
De vriendin maakte een afspraak voor ons allebei, en ik reisde op de afgesproken dag naar de afgesproken plek, en ontdekte dat de vriendin afgezegd had omdat ze toch niet durfde. Met de hush puppy in gedachten zette ik wél door, en ik moet zeggen: het resultaat was goed. Ik zag er stukken minder droevig uit en niemand had in de gaten dat ik iets had laten doen. De dokter verzekerde me dat de filler mijn eigen collageenproductie aan het werk zou zetten en inderdaad: een echte hush puppy ben ik nooit meer geworden.
Waarom zou je niet het beste van jezelf maken?
Ik moet bekennen dat ik niet spontaan aan iedereen over die filler vertel, maar ik ben er wél eerlijk over als het ter sprake komt. Want waarom zou je niet het beste van jezelf maken? Als je maar weet waar je de lijn trekt, en niet denkt: o, nu dit nog, en dan dat nog… en dan niet meer kunt ophouden. Ikzelf wil niet verder gaan, denk ik. Aan Botox zou ik bijvoorbeeld niet snel beginnen, al weet ik dat dat door een goede arts zo subtiel gedaan kan worden dat niemand er iets van ziet. Een beetje zoals haarstukjes bij mannen. “Dat zie je toch altijd!” wordt er wel gezegd. Nee, dat zie je alleen als het haarstukje niet goed past, of niet mooi is geknipt. Misschien zijn er duizenden mannen met haarstukjes van wie je het nooit zou vermoeden, omdat ze zo perfect zitten. Met Botox zal dat ook wel zo zijn: er zijn mensen die jong ogen, dankzij subtiele Botox die je niet ziet.
Byebye rimpels
Ooit interviewde ik een cosmetisch arts en hij zei dat de lijntjes om mijn mond door een combinatie van factoren kwamen: ik had lang gerookt, maar ik had vooral een beweeglijke mond. Als je een beweeglijke mond hebt en veel vertelt, komen er blijkbaar sneller rimpels dan wanneer je gewoon een beetje mompelt. Die dokter had een voorstel: als hij aan weerszijden van mijn mond wat Botox deed, dan kon ik niet meer zo beweeglijk praten en dan werd alles vanzelf rimpellozer. Maar ik heb graag een beweeglijke mond. En die rimpels daar, die zijn mijn straf, voor jarenlang roken. Voor mijn voorhoofdsrimpels heb ik een pony.
De rimpels rond mijn mond zijn mijn straf, voor jarenlang roken. Voor mijn voorhoofdsrimpels heb ik een pony
Natuurlijk zijn er vrouwen genoeg die er niet over zouden píékeren om kleine herstellingswerken te laten doen. Die zeggen dat ze hun rimpels verdiend hebben, met lachen, met leven, met verdriet en plezier. Gelijk hebben ze, al geloof ik vrouwen die zeggen dat ze blij zijn met hun rimpels nooit helemaal. Ik geloof de vrouwen die zeggen dat ze vrede hebben gesloten met hun rimpels, en hun nek die niet meer zo strak is, en de kleine ontevreden kwabbetjes bij hun kaken. Ik geloof de vrouwen die zeggen dat ze de natuur geen geweld willen aandoen, en ik ben blij voor hen, want dat scheelt een stuk in de zorgen en in de portemonnee. Ik geloof níét dat we allemaal jonger moeten lijken dan we zijn, en ik geloof al helemaal niet dat minder rimpels meer geluk betekenen, hooguit een beetje meer zelfvertrouwen. En verder geloof ik vooral in doen waar je je goed bij voelt, en maat houden in alles.
Er zijn prachtige vrouwen met massa’s rimpels, hoewel die waarschijnlijk ook prachtig waren voor ze rimpels hadden. Er zijn ook onprachtige vrouwen met een rimpelloos gezicht, aan wie je niet meer kunt zien of ze lachen of huilen, door de Botox. Er zijn vrouwen die zoveel aan zichzelf hebben laten verbouwen dat ze niet eens meer op zichzelf lijken en mannen die er ráár uitzien na een niet zo geslaagde facelift en die veel knapper waren mét rimpels. Dat zijn dan vaak Hollywoodsterren, die nu eenmaal onder zware druk staan. Er zijn ook heel veel mensen, mannen en vrouwen, sterren en gewone stervelingen, die er gewoon opvallend goed uitzien voor hun leeftijd, en die hier en daar wat kleine onderhoudswerken hebben laten uitvoeren, maar die beweren dat ze gewoon fantastische genen hebben. Jammer, want daar krijgen wij anderen dan alleen maar complexen door, omdat onze genen die de boel glad en strak houden, het hebben opgegeven na de veertig, of anders toch zeker na de menopauze.
Onze genen die de boel glad en strak houden, hebben het blijkbaar opgegeven na de veertig, of anders toch zeker na de menopauze
Een kleinere cup
Wat is er eigenlijk mis mee, met de natuur een handje helpen en daar gewoon voor uitkomen? Als onze tanden geel of grijs worden of uitvallen, doen we daar toch ook iets aan, met kronen of implantaten of een gebitje? Als ons haar grijs wordt en we vinden het maar niks, dan verven we het toch ook gewoon? En niemand die de boel voor de gek wil houden. Ik heb nog nooit een vrouw van zeventig met een platinablond kapsel horen beweren dat dat haar natuurlijke kleur is. Dat is toch niks om je voor te schamen?
Trouwens, al zeg ik nu dat ik nooit een facelift wil, een mens moet nooit nooit zeggen. Stel dat over een jaar of tien de hush puppy zou terugkomen, compleet met hangoren, en iemand zou zeggen: “Ik geef jou een facelift cadeau en het gaat helemaal geen pijn doen en het is zéker geslaagd.” Wie weet of ik dan nog nee zou zeggen? Maar het staat niet bovenaan op mijn verlanglijstje.
Waar ik wel ooit naar geïnformeerd heb, is een borstverkleining, want sinds de menopauze is mijn boezem aan wildgroei gaan doen. Ik heb een flinke cupmaat, en al heb ik geen last van snijdende schouderbandjes of rugpijn of wat dan ook, en al kan ik met een beetje verstandig zoeken perfect in gewone kleren, ik wil graag een paar maatjes minder. Als ik bij pilates van opzij in de spiegel kijk, zie ik alleen boezem en een afhangend shirtje dat verbergt dat ik best een leuke taille heb. Als ik een wijde trui draag, zie ik eruit alsof ik twaalf maanden zwanger ben, en bij bloesjes moet ik altijd een veiligheidsspeld om de knoopjes op hun plaats te houden.
Vlotte wikkeljurkjes, dé redding van vrouwen met een grote boezem, staan me helemaal niet vlot en aansluitende jurkjes die overal goed passen wegens stretch, hebben op mijn iets porno-achtigs. Soms kijk ik naar celebrity’s die ettelijke cupmaten meer hebben dan ik, en dan vraag ik me af: waar zit het verschil tussen hen en mij, dat zij er wél goed uitzien? O ja, een wespentaille. En een zwanenhals. En een jong hoofd. Bovendien dragen ze geen vlotte wikkeljurkjes, maar zuinig gesneden bikini’s, en dat geeft toch een ander effect. Dus toen ik las dat er een borstverkleining gedaan kan worden door liposuctie, leek me dat wel wat. Blijkbaar bestaan borsten die na de menopauze flink groeien, vooral uit vet, en dat kan weggezogen worden als je huid stevig genoeg is.
Soms kijk ik naar celebrity’s die ettelijke cupmaten meer hebben dan ik, en dan vraag ik me af: waar zit het verschil tussen hen en mij, dat zij er wél goed uitzien?
Zoenlippen en Braziliaanse billen
Ik ging naar Londen, voor een gratis consult bij een chirurg, om eens te horen wat er kon, en wat dat dan wel zou kosten. De wachtkamer zat vol met dure vrouwen met Guccitassen en Chaneljasjes, en ik voelde me niet op mijn plaats, met mijn Kindle-voor-op-de-trein in een opvouwbaar boodschappentasje. Maar de chirurg was bijzonder vriendelijk. Hij bekeek mijn probleem en verklaarde dat mijn cupmaat er één was waarmee veel vrouwen ná de liposuctie tevreden buiten stapten. Maar als ik wilde, kon hij wel wat doen, want mijn huid was veerkrachtig genoeg, en dan zou hij minder rekenen, omdat er in elk geval stukken minder af moest. Ik vroeg hem wat hij zou doen als ik zijn vrouw was. “Ik zou haar meteen naar huis sturen”, zei hij.
Kijk, daar werd ik gelukkig van. Die chirurg had goed aan me kunnen verdienen, als ik ooit écht het geld en de moed bij elkaar had geraapt. Maar hij was gewoon eerlijk, en ik ging tevreden naar huis, na een fijn dagje Londen. Ik heb een trui gekocht, want ik had natuurlijk heel veel geld bespaard nu de liposuctie niet doorging. En het leuke: sinds ik van mijn pancreas geen wijn meer mag drinken, is het boezemprobleem toch al een beetje geslonken. Zo zie je maar weer, soms wil je de natuur een handje helpen, en dan doe je het niet, en dan helpt de natuur jou een handje.
Dus kleine herstellingswerken of niet? Iedereen moet en mag zelf kiezen, en wie wil, mag erover praten, en wie niet wil, mag zwijgen. Zolang je geen te gekke dingen doet, zolang je je leven niet in gevaar brengt door naar iemand te gaan die niet de juiste kwalificaties heeft, en zolang je je niet diep in de schulden steekt omdat je per se zoenlippen en Braziliaanse billen wilt, is er niets aan de hand. Als je het maar voor jezelf doet, en niet voor een man die zo nodig met een jong ogend ding de straat op wilt. En als je het maar niet doet onder druk van de buitenwereld. Want één ding weet ik zeker: ik zou nooit tegen iemand zeggen: “Meid, neem toch lekker een facelift.” Daar wordt zelfs de meest tevreden mens alleen maar onzeker van.
Uit: Libelle 19/2020
Lees meer van Anne Davis:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!