Nooit had onze Anne Davis gedacht dat ze een stuk zou schrijven over het jaar dat er eigenlijk geen Kerstmis was. Maar daar stak een lelijk virus een stokje voor.
Geen echte kerst dit jaar, dat kan toch niet?
“In de zomer maakten we er nog grapjes over. Kerstmis na corona, gek hoor. We hadden er allerlei hilarische ideeΓ«n rond. De Kerstman met een masker op en kindertjes die niet bij hem op schoot mochten zitten. Pakjes die drie dagen onder de kerstboom moesten blijven liggen voor je ze open mag doen. Familiediners waarbij iedereen een meter van elkaar zat en handgel bij elk bordjeβ¦ De ballen die niet te dicht bij elkaar in de boom mochten hangen, wegens afstand houden, en handen wassen tussen twee gangen door.
En toen werd het herfst en ineens was het allemaal zo grappig niet meer. De zoon in Japan, die van de zomer al niet kon komen wegens corona, had ons verzekerd dat hij en zijn vrouw met Kerstmis bij ons zouden zijn, en dat leek me nog fijner dan de zomer. Kerstmis is toch een bijzondere tijd, zeker in Engeland. We maakten plannen, want voor leuke plannen is het nooit te vroeg, en telkens als ik de zoon miste, dacht ik: wacht maar, tot Kerstmis. Nog iets dat meespeelde: de echtgenoot wordt er niet gezonder op en ik was zo blij dat hij zijn zoon dit jaar kon zien, nu hij nog niet té moe en stram is⦠en nu hij er nog echt van genieten kan.
“Telkens als ik de zoon miste, dacht ik: wacht maar, tot Kerstmis”
En nu opeens IS er geen kerst na corona, tenminste niet in 2020. Er is nu kerst MET corona, en met grenzen die gesloten zijn en de zoon die zeker niet kan komen, want zelfs als de grenzen wΓ©l open zouden zijn, kan hij het risico niet lopen dat ze weer dicht gaan. Want dan kan hij niet terug naar zijn thuis en zijn leven ginder. We zullen hem missen, harder dan ooit, en het is echt geen troost dat er deze kerst wel eens véél mensen zouden kunnen zijn die hun geliefden moeten missen. Omdat ze met een bubbel zitten die te klein is voor iedereen die hen lief is, of omdat ze in quarantaine zijn.”
Anders voor iedereen
“Ineens heb ik geen zin meer in Kerstmis. Normaal was het al ingewikkeld dit jaar, omdat de hippiestiefzoon en zijn vriendin uit elkaar zijn, en omdat mijn relatie met de stiefdochter rond Kerstmis zo mogelijk nog moeilijker is dan de rest van het jaar. Omdat de vriend met wie we vroeger Kerstmis vierden, enkele jaren geleden rond de feestdagen overleed. Omdat ik Kerstmis van verleden jaar nog niet eens heb kunnen vieren met mijn metekind in Brugge. Trouwens, wat valt er te vieren, nu zoveel mensen hun toekomstperspectief verloren hebben? β2020 is zoβn akelig jaar geweest, laten we Kerstmis maar overslaanβ, zeg ik tegen de echtgenoot. Die dat prima vindt, want hij houdt niet van drukte en van kerstmaaltijden en cadeautjes die hij toch niet leuk vindt. Maar ik krijg er een leeg gevoel van. Geen Kerstmis, dat kan toch niet? Misschien moeten we toch iΓ©ts doen, samen. Maar het zal sowieso anders zijn. En dat is echt niet alleen bij mij het geval.
β’2020 is zoβn akelig jaar, laten we Kerstmis maar overslaan’, zeg ik tegen de echtgenoot. Maar ik krijg er een leeg gevoel vanβ
“Mijn vriend Kevin van de Pilatesgroep was steward voor British Airways. Tot de vliegtuigen ineens niet meer mochten vliegen en er heel wat personeel overbodig werd. Een ramp voor Kevin, want hij en zijn partner vlogen allebei en ineens was de toekomst heel onzeker geworden.
‘De eerste maand vond ik het nog wel leuk’, vertelt hij. ‘Eens even niks doen, tegen een beperkte betaling dan nog, dat zag ik wel zitten, vooral omdat we ook samen thuis waren. Maar na een tijdje werd ik het toch wel beu. Toen kreeg ik het aanbod om drie weken als butler te gaan werken, bij een rijke Amerikaanse familie die een enorm huis heeft in onze streek. Zoβn half paleis; het is nog gebruikt in de film βEmmaβ met Gwyneth Paltrow. Ik zag dat wel zitten: ik heb indertijd een horeca-opleiding gedaan en mijn ervaring als steward hielp ook, natuurlijk. Bovendien is het heel bijzonder om in zoβn schitterende omgeving te werken, vol antieke meubels en dure schilderijen en huizenhoge plafonds. Het was best bizar: omdat de familie veertien dagen in quarantaine ging, zagen we ze nooit maar we deden wel alles voor hen, van zilver poetsen tot kleding klaarleggen, echt helemaal Upstairs Downstairs. Ik boende eindeloze parketvloeren β een keer nam ik een stuk plint mee maar dat heeft niemand gemerkt β ik moest de open haard aanmaken en als ze gingen eten, moesten we telkens een gang op tafel zetten, ons dan terugtrekken, en wachten tot de familie de eetkamer weer verliet zodat we konden afruimen en de volgende gang brengen. Alles met mondmasker op en witte handschoenen aan. Ik sliep in zoβn echt dienstbodenkamertje boven, met een klein dakraampje. En ik genoot: ik ben dol op al die pracht en praal. Toen ze na drie weken weer vertrokken, besloot ik dat ik anders wilde gaan leven. Regelmatig dat soort klussen aannemen, en tussendoor andere dingen doen die ik fijn vind. Ik heb gemerkt dat ik met veel minder geld kan rondkomen dan ik dacht, en dat ik me daar gelukkig bij voel. En intussen keek ik uit naar kerst, als de familie weer terug zou komen. Of dat zal lukken, weet ik nog niet, en zelfs Γ‘ls ze komen, kunnen ze mij dan wel in huis nemen of moeten ze zelf hun vloeren boenen? Geen idee. Maar wat ik wΓ©l weet, is dat ik meer aankan dan ik dacht, en dat er altijd wel weer iets op mijn pad komt.’
“Ook voor mijn vriendin Mia wordt dit een bijzondere kerst. Na haar scheiding voedde ze haar dochter alleen op, en op een nieuwe liefde had ze absoluut niet meer gerekend. Die kwam er toch, in de vorm van Koen, weduwnaar met een zoon en een dochter.
‘We hebben het heel rustig aan gedaan: mijn eerste man bleek iemand met twee gezichten. Voor de buitenwereld was hij charmant, maar thuis was hij een tiran. Toen ik eindelijk bij hem wegging, besloot ik dat ik me nooit meer zou laten vangen door charmante praatjes en goede manieren. Ik hoefde geen man meer. En toen kwam Koen, die even voorzichtig was als ik, en die stapje voor stapje mijn vertrouwen moest winnen, en me alle tijd gaf die ik nodig had. Het heeft lang geduurd voor we onze kinderen vertelden dat we een relatie hadden, en nog langer voor we, heel aarzelend, dingen met ons vijven gingen doen. Het is niet altijd gemakkelijk geweest, maar we hebben een zekere harmonie gevonden. Net voor de lockdown zijn we gaan samenwonen, en nu hebben we dus onze eigen bubbel. En dit jaar vieren we voor het eerst Kerstmis samen! Dat brengt dilemmaβs met zich mee: wie koopt de cadeautjes voor welke kinderen, en hoeveel geven we uit zodat het voor iedereen een beetje gelijk is? Maar één dilemma is voor ons opgelost: waar we Kerstmis vieren, en wie we uitnodigen. Mijn ouders zijn gelukkig dat ik Koen gevonden heb, zijn ouders beginnen aan me te wennen, maar de ouders van zijn overleden vrouw voelen het als verraad, dat Koen opnieuw begint. Ze blijven toch de grootouders van de kinderen, en ze horen erbij met Kerstmis. Ik zag er als een berg tegenop om de drie families bij elkaar te hebben, en ik wist al dat wΓ‘t ik ook op tafel zou zetten, voor de ex-schoonmoeder van Koen zou het nooit kunnen tippen aan wat Koens eerste vrouw produceerde. En nu, in deze onzekere tijden, is er besloten dat de ouderparen Kerstmis in quarantaine gaan doorbrengen. Koens vader heeft een hartaandoening en mijn eigen vader zit in de risicogroep wegens zijn leeftijd. En de ouders van Koens eerste vrouw zijn sowieso heel voorzichtig. Het is triest, maar het geeft ons de kans om onze eerste kerst thuis te vieren, met ons nieuw samengestelde gezin. Een klein geluk bij heel veel ongeluk natuurlijk, maar ik kijk ernaar uit.’
Het mooiste cadeau
“Kerst zal ook heel bijzonder zijn voor die vriend van ons, die al in de vroege dagen van corona in het ziekenhuis belandde. Hij was nog net geen vijftig, sterk en gezond, zoβn man die zweert bij homeopathie en die geen rommel of junkfood eet. Maar hij had de ergste symptomen die ze ooit gezien hadden, zei de dokter, en hij werd onmiddellijk in een kunstmatige coma gebracht. Elf dagen lag hij aan de beademing en zweefde hij tussen leven en dood. We dachten aan hem, elke dag, en hielden contact met zijn vrouw, die thuis in quarantaine zat en alleen telefonisch op de hoogte werd gehouden. En toen, heel geleidelijk, kwam er verandering. Hij mocht van de zware apparatuur af, hij leerde weer zelfstandig ademen, en later, toen de ergste infecties voorbij waren, leerde hij weer stappen op zijn griezelig dunne benen. Nu is hij thuis, bij zijn vrouw, en al is hij nog lang de oude niet, hij is er nog.
“Hij vertelt: ‘Ik zal misschien nooit meer zo fit zijn als ik vroeger was, maar ik heb aan deze periode ook goede dingen overgehouden. Ik weet nog de eerste keer dat ik de stem van mijn vrouw weer hoorde, aan de telefoon, die me aangereikt werd door een verpleegster in PPE. En de dag dat ik het ziekenhuis werd uitgereden in mijn rolstoel; hoe fel het licht buiten was, en hoe oogverblindend mooi de wereld. Elke dag als ik wakker word, kijk ik om me heen en ik weet dat ik nooit meer onverschillig met het leven zal omgaan. De steun van mijn vrienden, de constante aanwezigheid van mijn vrouw, die ik ook voelde toen we niet bij elkaar konden zijn β ik ben er zo dankbaar voor. Dat we dit jaar samen Kerstmis zullen vieren, zonder anderen erbij, vind ik niet erg. We zorgen voor kaarsjes en muziek en we maken misschien een korte wandeling, want ver kan ik nog niet stappen. Cadeaus geven we niet β daar is ook geen geld meer voor, want als zelfstandige muzikanten hebben we maanden niet gewerkt β maar we hebben samen het mooiste cadeau gekregen dat we ons maar kunnen voorstellenβ¦ het feit dat ik nog leef.’ Ik zal aan hem denken, aan die vriend, en me realiseren dat ik niets te klagen heb. En ik stuur hem de mooiste kerstkaart die ik vinden kan.”
βMijn vriendin in Engeland heeft intussen zo’n vuurkorf gekocht, en straks steken ze die aan en eten toch een kerstdiner, buitenβ
“Mijn oudste vriendin hier in Engeland heeft een zoon die nΓ©t afgestudeerd was als dokter toen Covid-19 zijn intrede deed in ons land. Zijn officiΓ«le proclamatie heeft hij niet meer mogen meemaken: hij kreeg een document waarop stond dat hij geslaagd was, en kon meteen aan de slag in het ziekenhuis. Waar hij natuurlijk ook op de corona-afdeling moest werken. Omdat hij zijn eigen appartement wil kopen, woont hij nog even bij zijn moeder thuis. Of liever: bij zijn moeder in de tuin. Want hij weigert om haar bloot te stellen aan eventuele virussen die met hem mee naar huis komen, hoe voorzichtig hij ook is. Dus woont hij in het zomerhuis bij haar, en ze zien elkaar alleen buiten. Wat prima ging in de zomer: toen konden ze op veilige afstand van elkaar samen eten in de buitenlucht, en lange gesprekken voeren met twee meter tussenruimte. Nu, in de winter, is dat lastiger. Zij kookt, en zet het eten bij hem voor de deur, en als ze willen bijpraten, doen ze dat per gsm. Maar intussen heeft zij zoβn vuurkorf gekocht, en straks, als het Kerstmis is, steken ze die aan, en dan eten ze toch samen een kerstdiner, buiten. En hopen op betere tijden.”
Klinken op betere tijden
“Kerstmis zal anders zijn, voor heel veel mensen. Voor mensen die afscheid hebben moeten nemen van een dierbare, die hun job verloren hebben door corona, of die hun huwelijk stuk zagen gaan door de stress. Mensen die hun kind het huis uit zagen gaan, en trouwen, en die nu niet meer samen in één bubbel zitten. Mensen die mensen moeten missen.”
βIk denk aan al die prachtige Kerstmissen die we al gehad hebben, met vrienden en de kinderen. DΓ‘t wil ik vieren, dit jaarβ
“Ik denk aan mijn vriendinnen, van wie er sommigen weduwe zijn. Voor hen zal Kerstmis een tijd vol weemoed zijn, nog moeilijker gemaakt door het isolement en de algehele somberheid van corona. Ik denk aan die ene vriendin met haar doodzieke man, en aan die andere, die haar man naar een instelling heeft moeten brengen wegens Alzheimer. Aan die vriend die de skireis van zijn leven had gepland, met vrienden in Canada, en die niet kan gaan in deze vreemde tijden. Hij zal nu thuis vieren, en zijn vrienden bellen, en misschien hopen op een beetje sneeuw, gewoon bij ons. Geen skitrip, maar misschien wel een sneeuwballengevecht met de buurman, veilig op afstand. Ik denk aan de dochter van een andere vriendin, die een kersverse baby heeft, en die waarschijnlijk uitgeput maar gelukzalig, met een schouder vol babyspuug, onder de kerstboom zal zitten. Misschien vindt ze het wel rustig, een kerst zonder familiedrukte. En ik denk aan al die prachtige Kerstmissen die de echtgenoot en ik gehad hebben, met vrienden en kleine kinderen en grotere kinderen en ik weet dat niemand ons die nog kan afnemen. Dat wil ik vieren, dit jaar. En samen zullen we klinken op betere tijden.”
Uit: Libelle 49/2020 – Tekst: Anne Davis
Meer van Anne Davis:
- Anne Davis: “De mensen zeggen soms: je zoon komt wel terug. Maar ik weet beter”
- Anne Davis over haar meer dan 1000 columns voor Libelle: “Nog altijd denk ik: kan ik het wel?”
- Anne Davis over botox, laser en fillers: βHelemaal naturel ben ik ook nietβ
Volg ons opΒ Facebook,Β Instagram,Β PinterestΒ en schrijf je in op onzeΒ nieuwsbriefΒ om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!