Over hoe koken een uiting van pure liefde is
“Moemoes soep was waarschijnlijk te vet naar huidige normen, maar krachtvoer was het in ieder geval”
Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.
Koken is een blijk van liefde
Ik sta in de keuken en voel me echt gelukkig. Mijn jongste zoon komt terug uit het buitenland en ik haal hem straks op aan de luchthaven. Daar word ik sowieso blij van. Maar toen ik hem gisteren vroeg wat hij wilde eten, antwoordde hij: ‘Mamakeuken’. Er trok meteen een warme gloed door mijn lichaam. Lekker koken is voor mij een manier om mensen te tonen dat ik ze graag zie. Of dat nu om vrienden gaat, om de kinderen, of om Walter, ik ben iemand die graag mensen blij maakt met eten. Het feit dat dat gewaardeerd wordt en dat ‘mamakeuken’ een begrip is, maakt me oprecht blij.
Ik heb warme herinneringen aan dat kleine huisje, waar het zo lekker naar eten geurde
Koken is een blijk van liefde, en bij mijn twee zonen ging die liefde vroeger ook heel erg letterlijk door de maag. Hoe onlosmakelijk koken en liefde vaak met elkaar verbonden zijn, bleek ook onlangs op de cover van Libelle: ‘De lekkerste klassiekers, met liefde gemaakt’. Het ging toen over oma’s recepten. Veel mensen hebben immers liefdevolle herinneringen aan de keuken van hun grootmoeders, of aan gerechten uit hun kindertijd. Bij mij is dat niet anders.
Mijn oma was een soepgodin. In het huisje van mijn grootouders stond nog een echte kolenkachel en daarop stond meestal een grote pot soep te trekken. Met een flink stuk vlees of kip erin, dat traag meegaarde, zodat de soep na een paar uur helemaal doordrongen was van een rijke smaak. Moemoes soep was waarschijnlijk te vet naar huidige normen, maar krachtvoer was het in elk geval. De hele familie was er verzot op, en als kleinkind heb ik alleen maar goede en warme herinneringen aan dat kleine arbeidershuisje waar het altijd heerlijk geurde naar eten.
Toen mijn zonen klein waren, was een bord soep dé manier om hen groenten te laten eten
Mijn moeder nam later die traditie over, en ja hoor, ook ik serveerde mijn eigen kinderen elke dag een bord verse soep. Ik noem hen nog altijd soepboerkes, want ze aten en eten nog altijd echt heel graag soep. Toen ze klein waren, was het de ideale manier om hen groenten te laten eten, toen het tieners waren, was soep perfect om de eerste grote honger te stillen. Maar ondanks alle potten die ik al maakte, de volle, rijke smaak van mijn ‘moemoesoep’ kan ik niet evenaren. Daar zitten die uren op de stoof zeker voor iets tussen.
Mijn eigen moeder maakt dan weer verrukkelijk stoofvlees. Als de kinderen en ik bij haar gingen eten, vroegen we er steevast naar. Een andere traditional van mijn moeder zijn haar ‘momopatatjes’, een ietwat vreemde combinatie van wortelpuree met gekookte kalkoen, die ze altijd klaarmaakte voor mijn kinderen. Járen hebben ze dat gegeten als ze zonder mij naar hun oma gingen.
Ineens had ik heimwee naar zo’n Chinees restaurant, naar de warmhoudplaten met theelichtjes
Nu kookt mijn moeder minder en gaat ze vaker met ons op restaurant. Iets wat wij vroeger alleen deden bij speciale gelegenheden. Zomaar midden in de week op restaurant gaan, dat gebeurde haast nooit. Al was daar één uitzondering op: ‘een Chineeske doen’, dat kon altijd!
Toen ik onlangs op een dinsdagavond bij mijn moeder op bezoek ging, gingen we nog eens Chinees halen. Aan tafel overviel me een nostalgisch gevoel. Ik dacht terug aan mijn eerste ervaringen in zo’n donker Chinees restaurant met mijn ouders, mijn fascinatie voor de warmhoudplaten met theelichtjes, en de mop dat mijn vader altijd frieten bestelde. Eten roept bij mij vaak veel herinneringen op. Herinneringen die met liefde te maken hebben.
Straks zal Milo er zijn. Ik ga hem verwennen met een lekkere, gevulde pompoen. En niet te vergeten: een bord dampende soep.