Annick
Over al die helpende handen
“We hebben misschien bijna ons huis verloren, maar hebben er tegelijk de hele straat bij gewonnen”
Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.
Over al die helpende handen
Door de brand die het huis van onze buurman helemaal verwoestte, waarover ik vorige week schreef, liep ook ons huis heel wat schade op. Eerst moesten we toekijken hoe de brandweer ons huis probeerde te redden. Vervolgens moesten we de ravage opmeten. Ik hoef jullie niet te vertellen hoe slecht ik die nacht geslapen heb. Wanneer er erge dingen gebeuren, ben ik op het moment zelf meestal heel rustig en efficiënt. Ik verwerk tegenslagen met vertraging.
Dus nu de rook is gaan liggen, beef ik van emotie. De angst die ik tijdens en vlak na de brand kon onderdrukken om goed te blijven functioneren, komt nu met volle kracht naar boven. Ik spreek mezelf de hele tijd toe dat het veel erger had kunnen zijn, dat het ook ’s nachts had kunnen gebeuren. Dat we blij mogen zijn dat er geen gewonden zijn gevallen. Dat de buurman zijn huis wél kwijt is, ook al woonde hij er zelf niet en kende ik hem niet.
Een stoel, een glas water, of een thermos koffie… de behulpzaamheid die wij krijgen van onze buren is echt ontroerend
Waar ik me nu, de dagen erna, aan optrek, is dat we misschien wel bijna ons huis hebben verloren, maar dat we er tegelijk de hele straat hebben bij gewonnen. De behulpzaamheid en de lieve zorg die we van onze buren krijgen, is echt ontroerend. Ze komen ons allemaal zeggen hoe fijn ze het vonden dat we ons oude huis met zoveel liefde en zorg hadden opgeknapt. Dat ze het leuk vonden dat wij hier zo graag kwamen en dat het hen echt veel pijn doet dat dit ons nu overkomt.
Rita, de overbuurvrouw, is onvermoeibaar. Zij kwam tijdens de brand direct met een stoel aanzetten voor mama, die dat weekend bij ons had gelogeerd en dus mee was teruggekeerd. We mochten ook haar toilet gebruiken en ze bracht ons water. En de ochtend erna stond ze met een thermos koffie voor de deur. Brigitte, de andere overbuurvrouw die de sleutel heeft en alles heel goed in de gaten houdt, komt vragen of ze mee moet poetsen.
We wisten wel al dat ze ons aanvaard hadden in hun kleine gemeenschap, maar dat we zo geliefd waren – hun woorden –, dat hebben ze ons nooit eerder laten zien.
Olivier, onze ietwat stugge buurman van aan de andere kant, komt zijn spijt betuigen en de buurman daarnaast vertelt dat hij heel veel verdriet heeft en niet kon slapen. Kai stuurt een lang bericht dat hij gerust wil komen helpen met poetsen als de experts van de verzekering zijn langsgeweest. En dat hij droge stockageruimte overheeft, mochten we dat nodig hebben. Veronique van aan de overkant staat met tranen in haar ogen naar de schade te kijken en Cathérine stuurt me een filmpje dat ze maakte bij het begin van de brand. Van overal krijg ik foto’s en video’s voor de verzekering.
Walter en ik zijn een beetje overdonderd door al die liefde en aandacht. We wisten wel al dat ze ons aanvaard hadden in hun kleine gemeenschap, maar dat we zo geliefd waren – hun woorden –, dat hebben ze ons nooit eerder laten zien. We mogen echt alles vragen, ze staan te springen om ons te helpen. Die solidariteit ontroert me hevig.
Als de grootste miserie achter de rug is, ga ik ze allemaal uitnodigen in ons tuintje voor een apéro après-feu.
Het zijn die kleine tekens van vriendelijkheid waarmee ik vorig jaar na mijn ontslag ook geconfronteerd werd. Mensen die spontaan iets doen voor een ander, zonder dat die erom vraagt of het zelfs maar verwacht. Ik krijg berichtjes via Facebook van mensen uit ons dorp en uit de omliggende dorpen. Mensen die we niet kennen. Ze hebben in de krant gelezen wat er is gebeurd en betuigen hun medeleven.
Bij tegenslag probeer ik altijd naar de goede dingen te kijken. En ooit hoorde ik van iemand eens dit: “Wanneer je getuige bent van een ramp, zoek dan naar de helpers; er zijn altijd mensen die aan het helpen zijn.” Dat nu aan den lijve ondervinden, doet ontzettend veel deugd. Als de grootste miserie achter de rug is, ga ik ze allemaal uitnodigen in ons tuintje voor een apéro après-feu. Un grand merci à tous mes voisins!