Annick
“Ik heb mijn man weer aan het koken gekregen, en dat dankzij Libelle! Zijn stoemp smaakt verrukkelijk”
Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.
Walter kookt weer, met dank aan dit blad! Mijn man kán ook goed koken, hij heeft het lang gedaan. In de periode voor wij een koppel waren, maakte hij zelf zijn kostje klaar. Iedere keer als ik bij hem ging eten, was het zeer lekker.
Hij kookt anders dan ik. Ik kook intuïtief, hij bereidt alles zorgvuldig voor, snijdt zijn ingrediënten op voorhand heel precies en neemt er zijn tijd voor. Hij bekijkt koken meer als iets scheikundigs. Hij heeft boeken liggen die geen recepten bevatten, maar uitleggen welke smaken en kruiden bij elkaar passen. Hij houdt ervan om dat soort informatie te ontleden en toe te passen.
Meer tijd
Ik heb daar het geduld niet voor en experimenteer meer. Toen we net samenwoonden, kookte Walter nog af en toe. Maar omdat eten klaarmaken voor mij zo’n ontspanning is, werd het al snel de normaalste zaak dat ik eten maakte. Ik geniet van de rust in mijn keuken na een hectische werkdag, en kook snel, efficiënt en gezond.
Heel af en toe, wanneer ik echt geen zin heb, vraag ik Walter om de potten over te nemen, maar dat gebeurt zelden. Vaak belanden we op zo’n avond dan toch op restaurant. Maar sinds zijn pensioen heeft mijn man veel meer tijd. En laat dat nu zijn wat hij nodig heeft om te koken.
We spreken af dat we om de beurt gaan koken, en dat Walter dan telkens een stoemprecept uitprobeert
Een paar weken geleden: de Libelle ligt open op de receptenpagina, met als titel ‘8x heerlijk winters scoren met stoemp’. Walter ziet het en begint te bladeren. “Wat als ik deze stoemprecepten nu eens allemaal zou maken?”, vraagt hij. Ik vind het prima. We spreken af dat we om de beurt gaan koken, en dat hij dan telkens een stoemprecept uitprobeert – kwestie van niet alle dagen stoemp te eten…
Op de eerste stoempavond zijn we in de Ardennen. Walter heeft boodschappen gedaan en staat in de keuken, ik kruip met een boek voor de open haard. Wat gek eigenlijk dat we dit niet vaker hebben gedaan, bedenk ik me, want ik vind het heerlijk. Het geeft een andere dimensie aan mijn avond, een extra uurtje vrije tijd. Bovendien komen er lekkere geuren uit de keuken.
“Klaar!”, roept hij. En wat ik aantref, overtreft mijn verwachtingen. De pastinaakstoemp met pens zag er al goed uit in het recept, maar het feit dat hij het heel secuur heeft gevolgd en er dus ook pastinaakchips en gehakte hazelnoten op mijn bord liggen, maakt het helemaal af. Het smaakt verrukkelijk!
Ik geef uitvoerig complimenten en Walter, die vaak niet zo snel tevreden is met dingen die hij zelf doet, moet toegeven dat zijn eerste kooksel meer dan geslaagd is. Twee dagen later wordt de volgende geserveerd, en ja hoor, ook de boerenkoolstoemp uit de oven met spekjes blijkt een succes. Hij maakt de stoempen zelfs in volgorde zoals ze zijn gepubliceerd. Om de twee dagen, als we alle twee thuis zijn tenminste.
Kruidenverwarring
Er is één klein minpunt aan het delen van de keuken. In Brussel heb ik een fantastisch kruidenrek. Acht rijen hoog staan talloze potjes met zowel alledaagse als exotische kruiden. Ik heb ze met zorg gerangschikt volgens mijn eigen kooklogica. Rode kruiden, gele kruiden en de veelgebruikte groene kruiden staan op schouderhoogte. Hoe hoger of lager een potje in het rek, hoe exotischer de kruiden en hoe minder vaak ik ze gebruik.
Aangezien de keuken lange tijd mijn domein was, heb ik dit kruidenrek zelf bedacht en gevuld. Ik ken de volgorde zo goed dat ik blindelings naar het juiste potje grijp. Maar nu is er een tweede kok in huis, en zo komt het dat ik per ongeluk sumak in een stoofschotel doe in plaats van gerookte paprika, en kurkuma in plaats van komijn.
Ik kijk voortaan wat er in de kruidenpotjes zit. Ik wil hem niet ontmoedigen door over kruiden te zeuren”
Walter heeft mijn potjes van plaats verwisseld. “Je ziet dat toch?”, vraagt hij verbaasd. Hij begrijpt niet dat ik blind naar mijn potjes grijp en strooi, omdat ik al jaren exact dezelfde volgorde aanhoud en dus niet op de potjes kijk om te zien wat erin zit. Dat doe ik voortaan dus wél, want ik wil hem niet ontmoedigen door over kruidenpotjes te zeuren.
En ondertussen hou ik de Libelles nauwlettend in de gaten. Dit blijkt een fantastische manier om mijn man aan het koken te krijgen! Maar het moeten wel recepten zijn waar hij zelf zin in heeft.