Annick

“Ik bel mijn mama elke dag en dat voelt nooit als een verplichting. Ik kijk uit naar onze gesprekjes”

Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.

Over de band die altijd sterker wordt

Het jaarlijkse zomeruitje van mijn moeder naar de Ardennen is dit jaar niet in het water gevallen, maar in het vuur. Door de brand in ons huis en alle schade die daarbij hoort, hebben we geen matrassen. Walter en ik kamperen voorlopig op een inderhaast gekochte matras op de grond, in afwachting van wat de experten gaan beslissen en hoe we worden vergoed.

Er zijn valse plafonds afgebroken en in sommige kamers hangt nog altijd een penetrante brandgeur. De familievakanties met mama, Lucie en de jongens, de logeerpartijtjes met vrienden gaan deze zomer voorlopig niet door. Dat is jammer voor iedereen, maar toch vooral voor mama. Ons Ardennenhuis is een heel haalbare bestemming voor haar, ze heeft er haar kamer, haar stoel in de tuin, er is een Rummikub en we doen alles in haar tempo.

Mijn moeder is slecht ter been, maar ze heeft er zich mee verzoend en dat brengt rust


Mijn moeder was vroeger een echte globetrotter, maar verre reizen zijn niet meer voor haar weggelegd. Ze is te slecht ter been, haar heup en rug spelen haar parten en ze heeft constant pijn. De pijn verbijt ze dapper, maar ze heeft het best moeilijk met het feit dat ze niet meer mobiel is. Al voel ik dat ze zich er toch meer mee verzoent. “Ik heb mijn tijd gehad zeker”, zei ze laatst tijdens onze dagelijkse videocall. “Dat is heel spijtig, maar het is nu eenmaal zo.”

Zoiets zou ze een jaar geleden nooit over haar lippen gekregen hebben. En ik ben blij voor haar, want met die aanvaarding komt misschien ook een zekere rust. Als we het geluk hebben om onze ouders oud te zien worden, staan we ook allemaal op de eerste rij om te zien welke kwaaltjes ouderdom met zich meebrengt.

Blij met kleine dingen

Net daarom werd ik laatst zo vrolijk van een interview dat ik las met de Koreaanse psychiater dr. Rhee Kun Hoo. Hij schreef een boek met de schitterende titel ‘Als je toch honderd wordt, kun je net zo goed gelukkig zijn’. Ik ben het meteen gaan halen, heb het ingepakt en aan Walter gegeven de avond dat we met ons tweeën op restaurant zaten om zijn pensioen te vieren.

Het hele boek is één grote uitnodiging om, ondanks alles, positief naar het leven te blijven kijken. De schrijver is zelf negenentachtig en ondanks een hele reeks fysieke klachten en kwalen voelt hij zich goed. Er staan geen grote wijsheden in dit boek, maar hij schrijft over het plezier van simpel leven, iets wat ik elke dag meer voel. Er is voor alles een tijd en ik heb lang heel hard geleefd. Nu kan ik zo blij worden van simpele kleine dingen. Misschien is dat een manier om niet per se gelukkig maar wel zeer tevreden ouder te worden?


Ik bladerde net even door het boek en las een quote die me deed glimlachen. Het is een oud Koreaans gezegde: “Leer je tandvlees gebruiken als je geen tanden meer hebt.” Leren leven met gebreken, het is een mooie uitdaging. De aanvaarding van mama is er ook een voorbeeld van. Waar ze vroeger soms klaagde dat ik er te weinig was voor haar, is ze nu blij met onze dagelijkse videocall.

Soms vraag ik me af of ik haar niet moet sparen, maar mama wil niet dat ik mijn zorgen achterhoud

Ze begrijpt beter dat ik vaak gesandwicht zit tussen werk, familie en sociaal leven. Maar ik bel haar wel elke ochtend op Messenger. Zo zien we mekaar, terwijl we honderduit kletsen. We wisselen de nieuwtjes van de vorige dag uit, praten over de kinderen en de kleinkinderen. Zij vertelt over haar zus. Soms bespreken we wat er in de krant staat en we hebben het zelfs al eens over de voetbaluitslagen. We kunnen veel van onze bezorgdheden over het leven bij elkaar kwijt. Soms vraag ik me af of ik haar niet een beetje moet sparen, want we kunnen allebei weleens wakker liggen en piekeren.

Maar ze is altijd verontwaardigd als ze merkt dat ik iets heb achtergehouden. Er zijn mensen die het overdreven vinden dat ik haar elke dag bel. “Wat, elke dag?!” Maar het voelt niet als een verplichting, ik kijk uit naar die gesprekjes. Het gebeurt maar heel af en toe dat ik er een oversla. Wanneer ik niet aan mijn computer geraak omdat ik vroeg onderweg ben met de wagen, zal ik haar toch altijd even opbellen. Zo horen we elkaar elke dag, al is het maar voor even. Gelukkige Antwerpse Moederdag, mama!

Meer leuke columns lezen?

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."