Annick

“We hadden een moeilijke start met overbuurvrouw Rita, maar nu zit ze voor altijd in ons hart”

Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.

Achter het masker van de gendarme

De eerste keer dat ik mijn Ardense buurvrouw Rita zag, stond ze me boos op te wachten in haar deurgat. Rita is een grote vrouw en haar deurgat is heel klein. Haar huisje staat schuin tegenover ons Ardennenhuis. Waarom ze boos was? Walter en ik waren eerder naar het containerpark geweest en hadden een zak groenafval vergeten in onze wagen. Toen we glas gingen wegbrengen naar de glasbak bij de begraafplaats in ons dorp, zagen we dat daar een plek was waar de groendienst de plantenresten van het kerkhof stortte.

Op dat moment hadden wij ons huis nog maar een paar weken en waren we nog volop aan het uitzoeken waar alle winkels en diensten zich bevonden. Dus, ons van geen kwaad bewust, hadden we ons kleine zakje groenafval daar bij de begraafplaats leeggemaakt. Ik had wel gezien dat er net op dat moment een auto passeerde, maar wist ik veel dat daar mijn overbuurvrouw in zat.

Grote vrouw in klein deurgat


Toen we terug aan ons pleintje kwamen en onze auto parkeerden, stond daar dus die grote vrouw (in dat kleine deurtje). Ik weet niet of zij zo groot léék omdat het deurgat zo klein was, of dat het deurgat zo klein leek omdat zij zo groot was. Ze was in ieder geval heel boos en begon tegen ons te roepen. Dat we dat niet mochten doen, daar afval storten, en dat ze naar de politie zou bellen als ze ons nog eens betrapte. Ik begreep maar half wat we zo verkeerd hadden gedaan, maar het klonk alsof we serieus aan sluikstorten hadden gedaan.

We glimlachten stijfjes, ons Frans was niet goed genoeg om een deftig antwoord te geven, en liepen zo snel mogelijk naar binnen. Iedere keer als we daarna naar onze wagen liepen, keken we of haar deur openstond, en ja, ze stond heel vaak open. Rita kwam soms naar buiten, maar ze zei nooit meer iets. In de periode daarna leerde ik de buurvrouw van Rita beter kennen, de lieve zachte Brigitte. Met Rita hadden we geen contact.

De dag van de brand was het Rita die alles beredderde, water kwam brengen en meehielp om alles binnen droog te maken

Maar ik hoorde van Brigitte dat Rita de ogen en de oren van de straat was. Rita had altijd alles gezien. Dat was overduidelijk waar, want de twee volgende keren dat Rita me aansprak, waren om te zeggen dat er nog licht brandde in de bovenste kamer en dat het dakraam nog openstond. Ondertussen waren we al zo ver dat we wuifden naar elkaar en ‘Bonjour!’ zeiden. Maar ik bleef toch een beetje op mijn hoede en had schrik om iets verkeerds te doen voor Rita.


Tot de dag van de brand. Het was Rita die alles beredderde, water uitdeelde en mee kwam helpen om binnen alles droog te maken. Het was Rita die de dag na de brand om acht uur aan onze deur stond met een thermos koffie en een brood. Zij hielp waar ze kon en zo geraakten we meer aan de praat. Rita blijkt een Vlaamse boerendochter te zijn. Ze komt duidelijk uit een familie van harde werkers. Haar Nederlands is niet meer zo goed, maar ze kent nog wel een aantal woorden. Ze is rad van tong, schrander, heeft een duidelijke mening en verkondigt die ook ongezouten.

Radijsjes of een zak komkommertjes?

Maar bovenal heeft Rita een hart van goud. Sinds we elkaar beter kennen, zorgt ze echt voor ons. We mogen volop meegenieten van haar moestuin en ze is altijd bereid om ons te helpen. Ik mag mijn hoofd niet buiten steken of ze vraagt of ik radijzen moet hebben. Wanneer ik naar de auto loop, brengt ze razendsnel een zak komkommertjes. Haar groenten zijn verrukkelijk en ik weet ondertussen dat ik haar geen groter plezier kan doen dan door ja te zeggen wanneer ze me iets wil geven. Walter is dol op haar radijzen, en ze bakte ook al eens wafels voor ons.

Ja, ze houdt iedereen in de gaten en heeft alles gezien wat er in onze straat gebeurt, maar ik weet nu dat Rita het beste voorheeft met de mensen


Die eerste, strenge indruk die ik van haar had, is intussen volledig weg. Ik weet dat er een gendarme in haar huist. Ik weet dat ze alles in de gaten houdt, maar ik weet ook dat ze het beste voorheeft met mensen die in haar hart zitten. Zo brengt ze elke dag warm eten naar haar schoonbroer die op het pleintje woont, rijdt ze kilometers rond om haar kleinzoon naar de universiteit te brengen en gaat ze in het huis van haar dochter zitten wanneer die weg is, om eventuele inbrekers te verjagen. Onlangs was ze uitzonderlijk een paar dagen weg, en hoorde ik dat ze haar broer was gaan helpen om de ouderlijke landerijen te gaan bewerken. Ze is onvermoeibaar, onze Rita met de kleine voordeur. En ze zit voor altijd in mijn hart.​​​​​​​

Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Meer leuke columns lezen?

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."