Annick

“Een roadtrip langs bossen en bergmeren, en eindelijk weer eens Duits spreken… daar kijk ik zo naar uit” 


Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.

Herinneringen aan een onbezorgde jeugd

Morgen vertrekken Walter en ik naar Duitsland. We gaan een roadtrip maken langs de Deutsche Alpenstrasse en elke dag wandelen langs een van de prachtige bergmeren langs deze route. Ik sta altijd versteld van de uitgestrekte natuur in dit bosrijke land en ik verheug me er vooral op om weer een weekje Duits te spreken.

Inderdaad, ‘weer’, want het voelt altijd als een trip naar mijn verleden wanneer ik er kom. Toen ik geboren werd, woonden mijn ouders namelijk in Duitsland. Mijn moeder kwam even naar België om te bevallen, maar daarna woonde ik tot mijn veertiende op verschillende plaatsen in Duitsland. Achteraf gezien had ik toch een ietwat ongewone jeugd.

Als ‘legerkind’ vond ik het exotisch dat de ouders van een klasgenootje een droogkuis hadden

Toen ik jong was, vond ik het doodnormaal dat alle papa’s officier, onderofficier, of leerkracht waren. Mijn ‘Duitse’ jeugd speelde zich weliswaar vooral in het Nederlands af, want ik werd elke dag opgepikt door een legerbus om naar een Nederlandstalige school te gaan die in een kazerne lag. Het leven zoals het was, ik kende het niet anders.

Pas toen ik definitief in België kwam wonen, bleek dat de jongeren in mijn omgeving niet allemaal vaders hadden die in het leger zaten. Wat vond ik het exotisch toen bleek dat in mijn nieuwe klas een meisje zat van wie de ouders een droogkuis hadden. De vader van een jongen die ik leerde kennen, was directeur van een rolluikenfabriek. En de zoon van de burgemeester zat een bank voor mij.

Voor mij was dat toen ‘ongewoon’, maar zij keken ook naar mij alsof ik een exoot was. Vooral omdat ik – hoewel ik Nederlands sprak – hun dialect niet kende. In Duitsland had ik met kinderen uit heel Vlaanderen in een klas gezeten, en wij spraken onze eigen mix van alle dialecten, met een scheutje Duits en wat zelfverzonnen woorden, een BSD-taaltje.

Toen ik Duits ging studeren, had ik toch moeite om de ‘der-die-das’ regel onder de knie te krijgen

Dus toen mijn Antwerpse klasgenoten vroegen of ik mee ging ‘schetse’ antwoordde ik bedremmeld dat ik niet goed kon tekenen, terwijl ze gewoon een middagje gingen schaatsen…
Ondanks die occasionele spraakverwarring is het snel goed gekomen, want doordat ik zo vaak verhuisd was, was ik het gewend om terecht te komen in een nieuwe klas en snel vrienden te maken. Wat onze vaders deden, speelde daarbij geen rol. 


Naast dat Nederlans, sprak ik natuurlijk ook vloeiend Duits toen ik naar België kwam. Ik keek naar de Duitse televisie en we gingen naar Duitse winkels. Bovendien pik ik nogal snel talen op. Later ging ik ook Duits studeren. Daar bleek dat ik wel heel vlot kon spreken en vertalen, maar ook dat ik een eigen grammatica had ontwikkeld; ik heb nog hard mijn best moeten doen om de der-die-das van de naamvallen correct onder de knie te krijgen.


Nu gebruik ik mijn Duits nog maar weinig. Dus toen ik de afgelopen weken deze reis aan het voorbereiden was, maakte mijn hart af en toe een sprongetje. De communicatie verliep makkelijk en ik merkte tot mijn grote vreugde dat ik de taal nog niet verleerd was.

Volgens mij blijven de plaatsen waar je als kind woonde toch altijd in je hart zitten

Ik denk dat de plaatsen waar je als kind woonde toch ergens in je hart blijven zitten. Zoveel eerste indrukken en herinneringen worden daar gemaakt. Overal waar wij woonden in Duitsland waren we omringd door bossen. In die nog onbezorgde tijd speelden we altijd buiten. We trokken de natuur in tot diep in in het bos.

In de winter sleeden we elke dag op de heuvel voor onze deur, in de zomer bouwden we grote kampen. Ook de jeugdbeweging waar ik naartoe ging, zat in het bos. Er stonden een hoop legertenten op een open plek waar we verzamelden en de hele zomer lang spelletjes speelden. 


Als er iets is wat ik in het begin gemist heb in België, dan was het wel die grootsheid van de natuur. Vandaag, meer dan veertig jaar later, kijk ik dan ook heel erg uit naar Brötchen en Kuchen. En naar urenlang stappen in een postkaartlandschap.

Meer columns lezen?

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."