Annick
“Ik heb geen vaste werkuren meer, dus die sporturen zou ik makkelijk kunnen halen. En toch doe ik het niet”
Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.
Over de druk die je jezelf oplegt om te sporten
Mijn linkerarm kan ik nog een klein beetje optillen, mijn rechterarm is één grote pijnscheut. Met mijn benen gaat het verrassend goed, voorlopig. Deze week volgde ik mijn eerste pilatesles en vandaag kreeg ik van mijn huisarts te horen dat het voorlopig de laatste zal zijn.
Het begon heel goed. Eergisteren nam ik de tram vanuit het centrum naar Schaarbeek. Er scheen een lekker najaarszonnetje. De verbinding bleek simpeler en sneller dan gedacht, dus ik was te vroeg. Een van mijn medesportsters ook en we hebben meteen een leuke babbel. Één voor één sijpelen de – vooral – dames binnen. We leggen onze matjes klaar en de muziek start. De leraar is een vrolijke kerel die tegelijkertijd heel heldere instructies geeft, iedereen motiveert om een extra tandje bij te zetten en alternatieven biedt voor de mensen die minder goed mee kunnen. Zoals ik dus.
Sommige oefeningen lukken wonderwel. Ik denk dat ik de vruchten pluk van de buikspieroefeningen die ik deze zomer een paar weken lang elke ochtend heb gedaan op een matje in ons huis in de Ardennen. Het voornemen om dit ook in Brussel te doen is helaas een stille dood gestorven. Ik kan min of meer mee in de les wanneer het over benen en buik gaat, maar armspieren is een ander paar mouwen.
Niet dat ik verwachtte dat mijn conditie zo goed zou zijn, want naast wandelen doe ik te weinig sport. Walter en ik stappen ieder weekend onze tien kilometer aan een gezwind tempo. Maar we wandelen alleen in de Ardennen, en dus te weinig. In Brussel doe ik mijn boodschappen te voet, op drie à vier kilometer ben ik rond. Echt gaan wandelen komt er niet van in de stad – zogezegd omdat ik te ver moet lopen om mooi groen te vinden. Een flauw excuus, want als ik echt zou willen, kan ik ook een toertje doen in de omgeving. Het komt er gewoon nooit van.
Echt gaan wandelen komt er niet van in de stad – zogezegd omdat ik te ver moet lopen om mooi groen te vinden. Een flauw excuus
In mijn jonge jaren was ik heel sportief, ik speelde basketbal, heb paard gereden, gejogd en aan spinning gedaan. Maar ik geraakte meer en meer opgeslokt door mijn werk, en sport viel weg. Of ik was te moe, of het was te laat of er moest een deadline af. Stom, want ik sport echt graag eenmaal ik bezig ben. En daar wringt het schoentje. Ik begin er niet aan.
Zelfs het trucje om sport in je agenda in te bouwen lukt niet bij mij. Als ik zie dat ik om 13 uur in de fitness moet zijn, negeer ik die boodschap straal. Met als zelfverzonnen excuus dat ik net zo lekker aan het schrijven ben of dat er iets echt nog dringend af moet. Een misplaatste werkethiek en flauwe uitvluchten. Een uur sport doet deugd, ik weet dat ik daarna meer energie heb en dat mijn werk zou vlotten. En toch…
Nochtans ben ik in andere zaken echt geen uitvluchten-zoeker. Vervelende klussen laat ik niet liggen, minder leuke opdrachten voer ik nauwgezet uit, maar als ik er voor moet zweten, is er altijd wel een reden om niet te gaan. Ik maak heel makkelijk twee uur vrij om wat te gaan knoeien in de keramiekstudio, maar opstaan en in een joggingbroek schieten om te sporten blijft negen van de tien keren bij een geweldig voornemen.
Als ik zie dat ik om 13 uur in de fitness moet zijn, negeer ik die boodschap straal en verzin een excuus
Soms doe ik ’s ochtends zelfs mijn sportkleren aan en leg ik mijn turnmat klaar. Om dan toch te beginnen aan andere dingen. Vorige week is die mat twee dagen blijven liggen zonder gebruikt te worden. Ik loop er gewoon over in plaats van wat push-ups te doen. Ik heb nu geen vaste werkuren meer en kan mijn dagen zelf indelen. De sporturen in mijn agenda zou ik makkelijk kunnen halen. En. Toch. Doe. Ik. Het. Niet.
Daarnet ging ik bij de huisarts langs omdat mijn armen zo’n zeer doen. Ik heb twee ontstoken armspieren en het begin van een frozen shoulder. Ze schreef twee briefjes, eentje voor kine en eentje om niet meer naar de pilatesles te gaan. En typisch, nu ik even niet mag sporten op doktersvoorschrift vind ik het meteen heel jammer. En neem ik me voor om als ik weer gezond ben, elke dag oefeningen te doen. Ik leg mijn matje alvast klaar.
Meer van onze columnisten:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!