Blij met mijn nieuwe voornaam: 7 lezeressen vertellen waarom ze hun voornaam lieten veranderen
Je krijgt ‘m bij je geboorte en daarmee is de kous af, toch? Niet voor deze lezeressen. Zij gaan al jaren door het leven met een andere roepnaam, of lieten zelfs hun voornaam officieel veranderen.
Als je officiële voornaam je nooit echt lekker zat…
1. Na een jaar in het buitenland besloot Maaike May te worden
May staat symbool voor de persoonlijke groei die ik daar in Amerika doormaakte
May (24): “Na mijn zesde middelbaar heb ik een jaar in de Verenigde Staten gewoond. Daar hadden ze veel moeite met mijn naam: ‘Maaike’ werd al gauw ‘Mike’ en dat hoorde ik toch niet zo graag. (lacht) Daarom besloot ik me May te laten noemen. Dat leek nog wel op mijn echte naam én bekte ook goed in het Engels. Vreemd genoeg is die bijnaam blijven plakken toen ik terug naar België kwam. Mijn vrienden vonden het een coole bijnaam en ik had er ook niets op tegen. Stilaan begon iedereen me ‘May’ in plaats van ‘Maaike’ te noemen, waardoor ik mezelf steeds meer met die naam begon te identificeren.
Vorig jaar heb ik dan, vrij impulsief, besloten om mijn naam officieel te laten aanpassen naar ‘May’. Ik heb ‘Maaike’ nooit echt een mooie naam voor mezelf gevonden, maar het ging dieper dan dat. Dat jaar in de Verenigde Staten was een heel bepalend jaar voor mijn persoonlijke ontwikkeling: ik ben er achttien geworden en uitgegroeid van een jong meisje naar een zelfstandige vrouw.
‘May’ staat symbool voor die ‘volwassen’ versie van mezelf, zo zie ik het echt. Voor ik naar het gemeentehuis trok, ben ik wel even bij mijn ouders gaan polsen of zij mijn beslissing niet te kwetsend vonden. Zij hebben me bij mijn geboorte per slot van rekening met veel liefde ‘Maaike’ genoemd… Gelukkig reageerden ze allebei heel begripvol.
In het gemeentehuis schrok ik wel van het kostenplaatje: in Brussel kost zo’n naamsverandering toch al gauw vijfhonderd euro. Dat heeft me even doen twijfelen, maar uiteindelijk zag ik het als een investering in mezelf. Uiteindelijk is een naam waar je je goed bij voelt iets heel belangrijks, toch? En ik heb nog geen moment spijt gehad van dat geld: ‘May’, dat is gewoon wie ik vandaag ben.”
2. Madelonne wil met haar nieuwe voornaam afstand nemen van haar vader
Eindelijk heb ik de naam die mama me al bij mijn geboorte wilde geven
Madelonne (33): “Sinds vijf maanden ga ik officieel als ‘Madelonne’ door het leven en niet langer als Kristel. Ik heb ook een aanvraag lopen om mijn achternaam te laten veranderen naar die van mijn moeder, maar die procedure duurt veel langer. Nochtans is het allemaal met die achternaam begonnen, want ik wilde niet langer de naam van mijn vader dragen. Toen ik daarmee bezig was, dacht ik plots: waarom ga ik ook niet meteen voor een nieuwe voornaam?
Je moet weten dat ik al jarenlang een slechte relatie heb met mijn vader. Hij was nooit een aanwezige papa, maar de laatste jaren kijkt hij niet eens meer naar me om. Die afwijzing, keer op keer, dat doet zo’n pijn. Ben ik misschien niet goed genoeg voor hem? Ik heb hem die vraag al weleens voor de voeten gegooid, maar hij weigert de confrontatie met me aan te gaan…
Onze slechte relatie heeft zo zijn sporen nagelaten op mijn zelfbeeld. Elke keer als ik mijn achternaam moet zeggen, voel ik opnieuw die pijn en dat verdriet. Daarom heb ik besloten het heft in eigen handen te nemen en me – alvast op formeel vlak –van mijn vader los te maken. En daar moest dus ook een nieuwe voornaam bij. Bij mijn geboorte wilde mama me eigenlijk ‘Madelonne’ noemen, maar mijn vader stond dat niet toe.
Op deze manier gun ik mama toch nog haar naam… Na meer dan dertig jaar is het wel een hele aanpassing om me plots Madelonne, of kortweg Maddy, te laten noemen in plaats van Kristel. Ik merk dat mensen in mijn omgeving zich nog regelmatig vergissen. Zelfs mijn eigen man noemt me vaak nog per ongeluk bij mijn oude naam… Voorlopig vraag ik mijn vrienden en familie alvast om me ‘Madelonne’ te noemen, maar voor mijn werk hou ik het nog even bij ‘Kristel’. Gewoon, omdat het zo’n grote aanpassing is en ik liever wacht tot mijn achternaam ook officieel veranderd is. Mijn mailadres begint ook nog altijd met ‘Kristel’, dat ga ik maar aanpassen zodra mijn volledige naamsverandering rond is.
Ik hoop zo dat het me kan helpen om het verleden achter me te laten
Mijn beslissing brengt een hele hoop aanpassingen met zich mee, maar dat heb ik ervoor over. Want ik hoop zo dat het me kan helpen om het verleden achter me te laten. Voortaan wil ik alleen nog maar de dochter van mijn moeder zijn en niets meer met mijn vader te maken hebben. In het gemeentehuis moest ik uitleggen waarom ik mijn voornaam wilde veranderen, dat ging blijkbaar niet zomaar. Gelukkig kreeg ik meteen de toestemming toen ik mijn verhaal uit de doeken deed. Dat gaf me moed: ‘Zie je wel, ik sta recht in mijn schoenen.’
En nu is het dus nog wachten op mijn nieuwe achternaam. Pas dan kan ik al mijn gegevens – mijn identiteitskaart, mijn e-mailadres… – officieel laten aanpassen. Ondertussen heb ik al wel een gepersonaliseerde nummerplaat besteld met ‘Maddy’ erop, zoveel betekent deze nieuwe start voor mij. Een naam lijkt misschien maar een formaliteit, maar als er zoveel emoties bij komen kijken als bij mij het geval is, voelt dat écht niet zo.”
3. Bijna niemand weet dat Bas eigenlijk Anne-Marie heet
Alleen de directeur van mijn school is me altijd koppig ‘Anne-Marie’ blijven noemen
Bas (63): “De officiële naam op mijn geboorteakte is ‘Anne-Marie’, maar iedereen noemt me bij mijn roepnaam, ‘Bas’. Mijn moeder gaf me als baby een troetelnaampje: Hassebasje, een ander woord voor een borreltje. Mijn grootouders hadden een café, dus waarschijnlijk komt die naam daar vandaan. Later werd ‘Hassebasje’ dan ‘Basje’, en nog later ‘Bas’. Hier in België kijken mensen weleens vreemd op als ze horen hoe ik écht heet, maar in Nederland, waar ik geboren ben, is zo’n roepnaam eigenlijk heel gewoon. Mijn broer Alexander kende iedereen bijvoorbeeld ook onder zijn roepnaam, ‘Klaas’.
Net omdat ik al mijn hele leven lang als ‘Bas’ wordt aangesproken, vóél ik me ook echt een Bas. Al waren er ook wel uitzonderingen, hoor, die me koppig ‘Anne-Marie’ bleven noemen. Mijn schooldirecteur, bijvoorbeeld, vond ‘Bas’ maar niets. In de gangen riep hij altijd met opzet heel luid ‘Anne Marieeee!’ om me te plagen. Anne-Marie klinkt me ondertussen heel vreemd in de oren, maar toch heb ik nooit overwogen om mijn naam officieel te laten veranderen. Daarvoor til ik er niet genoeg aan… Als iemand me Anne-Marie wilt noemen, zal ik daar ook echt geen drama van maken. Al kan het wel zijn dat ik niet meteen reageer, gewoon omdat die naam me niets zegt.” (lacht)
4. In de jaren 50 werd de Engelse variant van Dorines naam nog niet aanvaard
Stelde ik me vroeger nog braaf met ‘Do-ri-ne’ voor, dan zeg ik nu resoluut: ‘Hallo, ik ben Doreen’
Doreen (63): “Iedereen noemt me al jaren Doreen, maar eigenlijk heeft ik officieel Dorine. In 1957, toen ik geboren werd, wilde de ambtenaar die Engelse versie niet aanvaarden en dus werd het de Franse variant, ‘Do-ri-ne’… Nochtans hadden mijn ouders een goede reden om me ‘Doreen’ te noemen. Mijn vader was militair en woonde tijdens de oorlog lange tijd in Engeland. Hij vormde toen al een koppel met mijn moeder, maar daar over het kanaal leerde hij een meisje kennen met wie hij het goed kon vinden.
Na zijn legerdienst keerde hij terug naar België, en naar mijn moeder. Op een dag waren ze samen aan het wandelen aan zee, toen mijn moeder koude handen kreeg. Mijn vader stelde voor om ze te warmen in de zakken van zijn jas, maar daar zat nog een foto in van zijn Britse meisje, Doreen… Daar op het strand heeft hij mijn moeder dan maar alles verteld. Mijn moeder was niet kwaad, integendeel: ze vond zijn verhaal net ontroerend. Zo ontroerend zelfs, dat ze hun tweede dochter – ik dus – Doreen genoemd hebben.
Nu ja, dat wilden ze… maar officieel werd het dus Dorine. Nochtans heeft niemand me in mijn naaste omgeving zo ooit genoemd. Alleen op school of op officiële gelegenheden werd ik plots weer ‘Dorine’. Met het ouder worden, ben ik mezelf mijn ‘echte’ naam, ‘Doreen’, wel steeds meer gaan toeëigenen. Stelde ik me vroeger bij een eerste kennismaking nog met mijn officiële naam voor, dan zeg ik nu resoluut: ‘Hallo, mijn naam is Doreen.’ En dat voelt goed, want diep vanbinnen was ik altijd al een echte Doreen…”
5. Lien was haar verwarrende jongensnaam meer dan beu
Op zomerkamp werd ik als Jordi steevast bij de jongens te slapen gelegd
Lien (29): “Ik heb altijd een gloeiende hekel gehad aan mijn officiële naam: welk meisje heet er nu Jordi, dat is toch een echte jongensnaam? En ik was lang niet de enige die dat vond. Ik weet nog dat ik op mijn twaalfde op zomerkamp ging en dat mijn bed op de kamer van de jongens bleek te staan. Of mijn eerste stagedag in het ziekenhuis toen iedereen verbaasd opkeek toen ik kwam aanwandelen: ‘We dachten dat je een jongen zou zijn!’.
Om van de eindeloze plagerijen op school nog maar te zwijgen. Tegen mijn moeder heb ik dan ook altijd gezegd dat ik mijn naam ooit zou laten veranderen. Toen ik meerderjarig werd, heb ik dus geen moment getwijfeld. Ook over mijn nieuwe naam heb ik niet lang moeten nadenken: ik vond ‘Lien’ altijd al een prachtige naam. Van de ambtenaar moest ik wel nog de officiële toestemming krijgen van mijn ouders. Mijn moeder heeft de hare meteen gegeven, maar mijn vader sputterde toch wat tegen: ‘Overdrijf je nu niet een beetje?’ Uiteindelijk heeft hij toch getekend, omdat ik koppig voet bij stuk bleef houden. Het is was mijn naam, mijn leven.
Op de Grote Dag, 1 september 2011, heb ik dan een feestje gegeven voor al mijn vrienden en familie en zelfs suikerbonen uitgedeeld. (glimlacht) Dat vond ik wel een leuk symbolisch gebaar. Op 1 september denk ik nog altijd terug aan de dag dat ik mezelf heb laten ‘herdopen’. Want het blijft een van de mooiste dagen van mijn leven…”
6. Sinds haar geslachtsverandering laat Tom zich officieel Maaike noemen
Tom zal wel altijd een deeltje van mezelf blijven, ook met mijn nieuwe lichaam
Maaike (32): “Vier jaar geleden heb ik officieel de transitie gemaakt van man naar vrouw, maar eigenlijk bevond ik me al veel langer op de weg van ‘Tom’ naar ‘Maaike’. Rond mijn vijftiende merkte ik dat op jongens in plaats van meisjes viel, maar ergens voelde ik dat het verhaal daarmee niet af was. Dat er méér aan de hand was en dat ik me gewoon echt niet goed voelde in mijn jongenslichaam.
Ik had toen nog geen idee dat er een officiële naam bestond voor dat gevoel, want de term ‘transgender’ was destijds nog niet zo ingeburgerd als vandaag. Ik ben lang met die verwarrende gevoelens blijven rondlopen, tot ik zelfs in een depressie sukkelde. Ik weet nog dat ik op televisie een reportage zag over transgenders en onbedaarlijk moest huilen. Wat daar verteld werd, voelde zó herkenbaar, maar tegelijk was ik doodsbang om die gevoelens toe te laten. Het idee dat ik zelf ooit die stap zou zetten, vond ik zo gigantisch en zo vreselijk eng.
Een paar jaar geleden heb ik me dan toch laten opereren. Bij die transitie hoorde natuurlijk ook een nieuwe naam. Ik was al een tijdje aan het twijfelen tussen ‘Laura’ en ‘Sofie’, toen ik plots ‘Maaike’ tegenkwam. Ik wist meteen: ‘Dát is het’.
De eerste tegen wie ik openlijk durfde te vertellen dat Tom voortaan Maaike zou heten, was mijn meter. Ik was heel bang voor haar reactie, maar eigenlijk heeft ze haar ‘metedochter’ meteen met open armen ontvangen. Mijn ouders hadden het helaas moeilijker met mijn beslissing. Ondertussen hebben ze Maaike wel aanvaard, maar het afscheid van hun ‘jongen’, hun ‘Tom’, viel hen duidelijk zwaar.
Mijn mama blijft me zelfs nu nog vaak ‘Tom’ noemen, als we gewoon onder ons tweetjes zijn. Het gekke is dat ze me in het openbaar wel met ‘Maaike’ aanspreekt. Maar eigenlijk vergeef ik haar dat met heel mijn hart. Zij en mijn vader hebben zoveel geduld en begrip getoond tijdens mijn transitie, het minste wat ik kan doen is hen die tijd nu ook gunnen. Ik besef zelf ook dat ik mijn vorige naam nooit helemaal van me zal kunnen afschudden. Dat inzicht heeft mijn transitie, geloof ik, ook makkelijker gemaakt: ik weet dat ‘Tom’ altijd een deeltje zal van mezelf zal blijven, zelfs met mijn nieuwe lichaam…”
7. Mieke had altijd al een hekel aan haar officiële geboortenaam
Marie-Thérèse is zo vreselijk stijf en streng, terwijl ik net een lachebekje ben
Mieke (66): “Mijn moeder was al negenenveertig toen ik geboren werd. Ze had de hoop op een kindje al lang opgegeven, dus je mag me gerust een mirakelbaby noemen. Ook mijn grootmoeder was in de zevende hemel dat er alsnog een kleinkindje onderweg was en wilde heel graag meter worden. Op één voorwaarde: dat haar metekind haar naam zou dragen, Marie-Thérèse. Mijn ouders stemden toe, maar eigenlijk heeft iemand me ooit zo genoemd. Voor iedereen was ik gewoon Mieke. De enige die koppig ‘Marie-Thérèse’ bleef zeggen, was mijn grootmoeder…
Met de jaren verdween ‘Marie-Thérèse’ daardoor steeds meer naar de achtergrond. Op de bank waar ik lang gewerkt heb, wisten ze zelfs niet beter dan dat ‘Mieke’ mijn echte naam was. Toen daar een keer iemand binnenkwam die vroeg naar ‘ene Marie-Thérèse’, zeiden ze doodleuk: ‘Sorry, maar er werkt hier niemand met die naam.’ (lacht) Zelf was ik ondertussen ook helemaal klaar met ‘Marie-Thérèse’. Ik vond die naam zo stijf en streng, terwijl ik net een lachebekje ben, een echt ‘Mieke’ dus.
Twee jaar geleden las ik in de krant dat het veel makkelijker werd om je naam officieel te laten wijzigen en ik dacht: het is nu of nooit. De dag dat mijn naamsverandering officieel werd goedgekeurd, heb ik een flesje champagne gekraakt. Voor mij was dat echt iets om te vieren. En dat gevoel is gebleven: als ik in het ziekenhuis wordt afgeroepen als ‘Mieke’ in plaats van ‘Marie-Thérèse’, veer ik meteen fier rechtop!”
Wil je een andere naam? Zo pak je het aan
Hoe vraag je het aan?
Vroeger moest je voor een nieuwe voornaam een aanvraag indienen bij de overheidsdienst Justitie. Het kon tot wel anderhalf jaar duren eer je aanvraag werd behandeld en bij goedkeuring moest je 490 euro betalen. Vandaag verloopt die hele procedure gelukkig een pak sneller en (meestal) goedkoper. Een bezoekje aan de burgerlijke stand van jouw gemeente, met de juiste documenten, volstaat. Welke documenten dat precies zijn, vind je terug op de officiële website van je gemeente. Wordt je aanvraag goedgekeurd, dan ‘ontvang’ je je nieuwe voornaam al na een paar dagen!
Zijn er bepaalde voorwaarden?
Je nieuwe naam mag niet verwarrend of schadelijk zijn. Een typische meisjesnaam als ‘Lisa’ voor een jongen wordt bijvoorbeeld niet aanvaard. Ook namen die belachelijk, hatelijk, absurd of choquerend zijn (bv. ‘Hitler’ of een naam met alleen maar medeklinkers) mogen niet.
En hoeveel kost het?
De kostprijs van een nieuwe voornaam varieert van gemeente tot gemeente, want die mogen het bedrag helemaal zelf kiezen. In Gent kost het je bijvoorbeeld niets, terwijl je in Brussel nog altijd 490 euro betaalt. De wet voorziet wel een paar uitzonderingen: transgenders betalen maar 10 procent van het gewone tarief en personen van vreemde origine met een Belgische nationaliteit kunnen gratis een nieuwe voornaam aanvragen.
Uit: Libelle 02/2021
Meer openhartige verhalen:
- 4 lezeressen openhartig over hun jeugdliefde: “Ons verhaal is verteld, maar de magie is nooit verdwenen”
- Mijn verhaal: Bjorn zijn jeugd werd overschaduwd door een angststoornis
- 3 lezeressen getuigen over hun bijna-doodervaring: “Het heeft me een soort rust gebracht. Er komt nog een stuk hierna, dat weet ik zeker”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!