“Één moment van kortsluiting veranderde alles. Ik ben er zeker van: mijn broer wilde niet dood”
Vier jaar geleden stapte Matthias, de broer van Leen, uit het leven. Niemand van de familie kan zijn dood echter plaatsen, en dus zijn ze ervan overtuigd dat zijn wanhoopsdaad een ‘buiten-jezelf-doding’ is.
Een nare droom
Leen (40): “Mijn broer Matthias was een echte idealist. Urenlang kon hij praten over hoe we van onze wereld een mooiere plek moesten maken. Hij geloofde dat iedereen zelf verantwoordelijk was voor zijn eigen geluk. ‘Kijk vooruit, blijf niet bij de pakken neerzitten.’ Dat net hij vier jaar geleden besloot om uit het leven te stappen, kan ik nog altijd niet plaatsen.
Een dinsdagochtend was het, toen ik plots telefoon kreeg dat Matthias, mijn kleine broer, weg was, voor altijd. Mijn eerste reactie was: ‘Dat kan niet.’ Matthias, die altijd voor de ambiance zorgde onder zijn vrienden. Matthias, die nog zoveel dromen en plannen had. Matthias, die binnenkort papa zou worden van zijn derde kindje… Even flitste het door mijn hoofd dat ik in een film meespeelde, dat alles in scène was gezet. Pas toen ik hem roerloos zag liggen, zijn ogen voorgoed gesloten, sijpelde het tot me door dat het geen nare droom was, maar echt.
Het verdict was duidelijk: Matthias had zich van het leven beroofd. Voor zijn wanhoopsdaad had hij nog geprobeerd iets op papier te zetten, een soort afscheidsbriefje, maar verder dan het woord ‘einde’ was hij niet geraakt. De hele familie bleef achter met een onwerkelijk gevoel. Onze Matthias, zo ongelukkig dat hij zichzelf van het leven had beroofd? Dat konden we gewoon niet geloven. Mijn broer had een vriendin, twee prachtige kinderen, veel vrienden… Voor mij was het zonneklaar: Matthias wilde niet sterven, hij wilde leven. Ondertussen bleef ik de dagen voor zijn dood in mijn hoofd maar afspelen. Had ik iets aan hem gemerkt tijdens onze laatste ontmoeting? Nee, Matthias was zichzelf geweest. We hadden afscheid genomen zoals altijd, zonder veel poeha. Als hij echt van plan was geweest om er een eind aan te maken, had hij me toch op zijn minst een knuffel gegeven?
Mijn broer had twee prachtige kinderen, een vriendin, veel vrienden… We konden het gewoon niet geloven dat hij wilde sterven
Omdat ik Matthias’ dood maar niet kon plaatsen, ging ik op zoek naar andere mogelijke verklaringen. Op het internet stootte ik op het fenomeen van een ‘buiten-jezelf-doding’: een wanhoopsdaad die iemand pleegt ‘buiten zichzelf om’, in een vlaag van verstandsverbijstering dus. Misschien had Matthias die maandagavond wel zo’n kortsluiting in zijn hoofd gekregen? Dat zijn zelfdoding een weloverwogen daad was geweest, kon ik simpelweg niet aanvaarden. En daar stond ik niet alleen in, want níémand had iets zien aankomen. Zijn gezin, zijn beste vriend, onze moeder… Niemand had ook maar één signaal opgevangen van de chaos in Matthias’ hoofd.
Mild zijn voor elkaar
Het idee van een buiten-jezelf-doding konden we allemaal veel beter plaatsen. Met dat eerste stukje van de puzzel in handen durfde ik de vrolijke, optimistische broer die ik dacht te kennen, eens tegen het licht te houden. Ja, hij was gelukkig, maar onze jeugd was na de tumultueuze scheiding van onze ouders niet altijd onbekommerd geweest. Matthias was ook vreselijk perfectionistisch: hij wilde het goed doen op zijn job, maar ook een geweldige papa zijn. Was die combinatie hem te veel geworden?
Pasklare antwoorden vond ik niet en zal ik, volgens mijn man, misschien ook nooit vinden. Intussen is het al meer dan vier jaar geleden dat we Matthias verloren, maar de pijn blijft. Soms vraag ik me af of het feit dat hij impulsief gehandeld heeft, het net moeilijker of makkelijker maakt om zijn dood te verwerken. Ik weet het niet… Af en toe overvalt het me nog, dat gevoel van ‘had ik maar’. Had ik maar vaker gevraagd aan Matthias of alles wel oké was. Had dat toch een verschil kunnen betekenen?
Af en toe overvalt het me, het gevoel dat ik vaker had moeten vragen of alles wel oké was…
Maar uiteindelijk brengen zulke gedachten je geen stap verder. Dan ga ik liever op zoek naar troost, want ik weet dat ik er was op de momenten dat Matthias me nodig had. Hij kon op mij rekenen en ik op hem, dat wisten we van elkaar. En ook nu nog, vier jaar na zijn dood, blijf ik hem dicht bij mij houden. Zelfs mijn jongste dochter, die mijn broer nooit gekend heeft, praat met veel liefde over ‘Nonkel Matthias’. Dat geeft me zo’n warm gevoel.
We geloven oprecht dat Matthias dit niet gewild heeft, en dat verbindt onze familie met elkaar
Het verlies van mijn broer heeft onze familie voorgoed getekend, maar ik vind het mooi dat we vandaag allemaal hetzelfde verhaal schrijven. We geloven oprecht dat Matthias eigenlijk nog verder wilde leven. Ook mijn schoonzus legt de dood van Matthias zo uit aan haar kinderen: ‘Papa is er niet meer, maar hij heeft dat niet gewild.’ Dat vind ik zo mooi, zo liefdevol van haar. De buitenwereld lijkt dat moeilijker te aanvaarden. Soms vragen mensen zich af of hij zijn afscheid toch niet gepland heeft. Dat doet pijn, maar dat we als familie, allemaal, rotsvast geloven dat het om een buiten-jezelf-doding gaat, verbindt ons met elkaar. Het verlies van mijn broer heeft me geleerd dat we vooral mild moeten zijn voor elkaar. Gun iedereen zijn stukje troost, dat zou ons verlies net dat tikkeltje draaglijker maken.”