Vrienden voor het leven: Sylvie en Thomaz waren buren en groeiden samen op
Een unieke vriendschap delen, dat levert hartverwarmende getuigenissen op. Over het diepste vertrouwen, samen lachen en huilen, en een zielsverwantschap die grenzen overstijgt.
Het begin van een mooie jeugd samen
Thomaz (42): “Een kikker, daarmee is het allemaal begonnen. Ik was twee en mijn vader had voor mij een opblaasbare stoel in de vorm van een kikker gekocht. Sylvie kon vanuit haar tuin in de onze kijken, en hoewel ze nog maar amper kon praten, riep ze naar mijn vader René: ‘Roné, Roné, ik wil daar ook op zitten.’ Dat was het begin van een héél mooie jeugd samen. Na school was mijn standaardvraag aan Sylvie: ‘Wat gaan jullie eten?’. Als het bij Sylvie lekkerder was, schoof ik bij hen aan.”
Sylvie (42): “Als er bij ons thuis een feest was, zette mama standaard een extra bord bij, want Tommeke kwam toch altijd opdagen.”
Thomaz: “Wij geraakten nooit uitgepraat. Tijdens de examens mochten we niet bij elkaar zitten, maar dan belden we soms drie uur aan één stuk. Tot mijn ouders een telefoonrekening kregen van 10.000 frank, vanaf toen nam mijn moeder de telefoon mee naar haar werk.”
Thomaz: Ik vroeg aan Sylvie wat ze gingen eten, en als het lekkerder was dan bij ons, schoof ik bij hen aan
Sylvie: “Onze herinneringen zijn ontelbaar. We typten songteksten uit de Joepie over, we oefenden met elkaar hoe we moesten kussen en organiseerden playbackshows voor de hele buurt. Dat zouden we vandaag nog durven doen.” (lacht)
Thomaz: “De funfactor is er bij ons altijd blijven inzitten, wij wekken dat bij elkaar op. Als ik een dag bij Sylvie ben geweest, doen mijn kaken pijn van het lachen.”
Sylvie: We organiseerden samen playbackshows voor de hele buurt
Sylvie: “Ik voel me geen 42 als ik bij hem ben, ik voel mij hoogstens zes. Tom heeft zijn naam laten veranderen in Thomaz, maar als wij samen zijn, is het nog altijd gewoon Tom en Sylvie, net zoals toen we klein waren. Bij Tom laat ik mijn rugzak van man, kinderen en verantwoordelijkheden achter en ben ik gewoon… mijzelf.”
Thomaz: “Die sterke basis is gelegd door samen op te groeien. Er waren wel andere jongens in de buurt, maar ik ging het liefste bij Sylvie spelen, want zij had barbies. Haar thuis was een veilige haven voor mij, daar kon ik mezelf zijn.”
Sylvie: “Dat is bij mij ook zo. Ik ben enig kind, en Tom was als een broer voor mij. Beter nog, want aan een broer kun je je ergeren. Aan Tom heb ik me nog nooit geërgerd. En misschien speelt dat man-vrouw-gegeven ook mee? Er is toch een andere chemie tussen ons dan tussen mij en mijn vriendinnen. Met hen gaat het vaker over thuis, de combinatie werk-gezin, de kinderen. Ook waardevol, maar anders.”
Thomaz: Er waren wel andere jongens in de buurt, maar ik ging het liefste bij Sylvie spelen, want zij had barbies
Thomaz: “Door mijn geaardheid is het ook een heel veilige vriendschap voor Sylvie. Over een week trekken wij naar Ibiza om onze veertigjarige vriendschap te vieren, en dan slapen wij gewoon in één bed.”
Sylvie: “Een tijd geleden stierf de grootmoeder van Tom. Tijdens de begrafenis dacht ik: ik heb zo’n kleine familie, wie gaat er voor mij zijn? En onmiddellijk besefte ik: Tom, hij gaat er voor mij zijn.”