Annick
“Ik wil op een natuurlijke manier ouder worden. Grijs haar hoort daarbij. En leuke kapsels”
Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.
Over het belang van een kapper die je begrijpt
Een van mijn bezorgdheden toen ik acht jaar geleden van Antwerpen naar Brussel verhuisde, was dat ik een nieuwe kapper zou moeten vinden. Zo gaat dat als je verkast. Het is moeilijk om raad te vragen over de kwaliteit van een kapper omdat iedereen andere wensen heeft en zeker ander haar.
Ik ben bijvoorbeeld gezegend met heel veel, heel dik en heel eigenwijs haar dat verschrikkelijk snel groeit. Dat is fantastisch, zeker als je zoals ik graag van kapsel verandert en soms plots beslist dat je toch weer een carré wilt nadat je de hele zomer met een ultrakorte pixie hebt rondgelopen.
Met de kwaliteit van mijn haar is niets mis. Maar er is wel één voorwaarde: mijn haar ligt alleen goed als het goed geknipt is. Er zit een weerborstel bij mijn voorhoofd en doordat mijn haar zo dik en zwaar is, valt het daar snel heel plat. Soms heeft mijn haar zin om een hele dag naar voren te steken. Alleen een hele goede snit kan deze dos in bedwang houden. En die goede snit is ook nodig omdat mijn haar dus echt heel snel groeit.
Haar groeit gemiddeld een centimeter per maand. Bij mij is dat het dubbele. Dat heeft voordelen, maar dus ook nadelen. Mijn natuurlijke haarkleur was diep donkerbruin. Al van mijn dertigste zit er grijs tussen. Kleuren was de oplossing. Ik was er handig in en kon het thuis zelf doen. Omdat mijn haar zo snel groeide, verfde ik om de twee weken mijn wortels bij. Ik haatte het. Het was een knoeiwerk met stinkende producten. Jaren heb ik dat gedaan.
Omdat mijn haar zo snel groeide, verfde ik om de twee weken mijn wortels bij. Ik haatte het
Ik was nog geen vijftig en iedere kapper raadde me af om al naar mijn natuurlijke grijze kleur te gaan. Op de duur zat ik iedere dag naar een witte lijn op mijn kruin te staren en voelde ik me heel vulgair als ik een uitgroei had. Ik ging naar een mij onbekend en duur salon dat de reputatie had heel goed te kunnen kleuren en zei dat ik niet meer wilde verven. Zij raadden me aan om van donkerbruin naar grijs te gaan via blond. Ik heb een halve dag in dat salon gezeten, een fortuin betaald en kwam buiten als een blondine.
Mijn jongste zoon Milo kreeg een lachstuip toen hij me zag, Walter moest even slikken en mijn vrienden zeiden iets als “Mja, speciaal”. Ik herkende mezelf niet in de spiegel. Het is ook een wonder dat mijn haar die behandelingen toen overleefd heeft. Eén jaar ben ik blond geweest. En elke dag zat ik naar een zwarte lijn op mijn kruin te staren, want mijn uitgroei was natuurlijk niet minder, alleen was het nu omgekeerd en keek ik naar de donkere haren in plaats van naar de witte.
Eenmaal in Brussel verliep het blonderen bij verschillende kappers met weinig succes. De ene keer was mijn haar beige, de andere keer gelig en een kapper zei: “Wit! Dat is hip.” Ik weet niet wat hij met mijn haar heeft gedaan, maar het was inderdaad wit. Heel wit haar zal heel mooi zijn als je achttien bent, maar een vrouw van ondertussen vijftig met wit haar ziet er stokoud uit.
Wim Helsen zag me en zei “Jouw haar is lefgrijs.” Dat was een kleur die ik niet kende
Alweer een andere kapster wilde het wit meer naturel maken. Toen ze mijn haar afspoelde, was het licht oranje, raakte de kapster lichtjes in paniek en zat ik zes uur in een kapsalon. Toen was de maat vol. Alweer zocht ik een andere kapper en zo kwam ik bij Fred terecht. Hij wond er geen doekjes om. Laten uitgroeien en het dan heel kort knippen was volgens hem de enige manier om naar natuurlijk grijs te gaan. Die dag kocht ik een pet. Het was aan het begin van de zomervakantie. Twee maanden later had ik een heel kort grijs kapsel. Lichter van voor dan vanachter, maar best wel mooi grijs.
Er verandert wel wat als je grijs bent. Je bent een vrouw met grijs haar. Vooral voor jonge mensen ben je dan een oudere dame. Maar met een kapper als Fred, die elk leuk kapsel dat ik bedenk perfect kan matchen met mijn haar, kan me dat niet deren.
Ooit zat ik in een programma van Wim Helsen. Hij zag me en zei “Jouw haar is lefgrijs.” Dat was een kleur die ik niet kende. “Het is ook geen kleur,” zei hij, “jij hebt gewoon het lef om voor grijs te gaan.” Het voelt bij mij alleen niet aan als lef. Ik word ouder en wil dat graag op een heel natuurlijke manier doen. Grijs haar hoort daarbij. En leuke kapsels.
Dit lees je vast ook graag:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!