Annick
“Ik stap maar al te graag mee in de fantasiewereld van kleindochter Lucie”
Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.
Over de hilarische uitspraken van kleindochter Lucie
Leen stuurt me een grappig whatsappje. Ze zat met Lucie aan het ontbijt toen die vroeg: “Mama wat eet jij?” Wanneer Leen zegt dat ze havermout eet, kijkt Lucie naar haar bord en zegt: “Dat is niet zo spannend, hé.” Elke dag sturen Leen en Tom foto’s, filmpjes en anekdotes van Lucie en Odette door. We zien tekeningen, dansjes en volgen zo de grote veranderingen die er zijn in die eerste levensjaren. Tijdens de zomer volgden we mee hoe Odette van een kruipertje naar een lopertje evolueerde. De laatste weken maakt Lucie furore met haar hilarische uitspraken.
Walter en ik passen kort daarna een weekend op de meisjes. We lachen ons een kriek met wat Lucie allemaal zegt. Nu ze goed kan spreken, kan ze veel beter uitdrukking geven aan haar emoties en kunnen wij haar ook beter volgen. Ze laat weten wanneer ze honger of dorst heeft. Wanneer ze op het potje moet en wat ze daar gaat doen. En af en toe zegt ze zelfs: “Ik ben moe, dan moet ik een beetje rusten.”
Het hele weekend lang zeggen Walter en ik tegen mekaar hoe fijn het is om al die verschillende ontwikkelingsfases die we met onze kinderen meemaakten nu te herbeleven met de kleinkinderen. Er komt zó veel terug. Wanneer ik een konijn probeer te tekenen en daar niet echt in slaag, komt er hulp. “Dat is een beetje moeilijk voor jou, hé Bonnie. De beer gaat jou een beetje helpen.” Er ontplooit zich een hele fantasiewereld en ik stap er maar al te graag mee in.
Lucie begint steeds meer los te komen van haar eigen ‘ik’. Ze is nu drie en speelt vaak een rollenspel. “Ik ben de dokter en jij bent ziek.” Ze fantaseert en regisseert erop los. In het doen-alsof mixt ze scènes uit haar familieleven met dingen van op school, verhaaltjes in boeken en ons samenzijn. Ze bootst situaties na die ze heeft meegemaakt of op televisie heeft gezien. Het helpt haar om de wereld beter te begrijpen en situaties beter in te schatten.
Lucie is nu drie en speelt vaak een rollenspel. Ze begint steeds meer los te komen van haar eigen ‘ik’
Wanneer we samen koekjes bakken, staat haar kwebbeltje niet stil. Ze herhaalt alles wat ik zeg. “Nu moet je roeren” wordt “Nu moet ik roeren”. Of ze neemt zelf de leiding en zegt dat de koekjes echt al uit de oven moeten nadat ik net heb gezegd dat ze nog even moeten bakken. Ik kocht een bakpakket en we maken roze varkentjes en groene kikkerkoekjes. Vooral de varkentjes steken haar ogen uit.
Wanneer ze na tien keer likken eindelijk in haar koekje bijt, roept ze: “Bonnie, dit varkentje is verrukkelijk!” Verrukkelijk is een woord dat wij noch haar ouders ooit gebruiken, maar ik hoorde het in het televisieprogramma ‘Peppa Big’. Alles wat ze hoort, slaat ze op in haar kleine hoofdje en komt er op onverwachte momenten weer uit.
In de speeltuin gaat onze kleine actrice voluit. Op de houten tractor is zij de boer – van boerinnen moet ze niet weten – en moeten wij allemaal meerijden naar de boerderij. Maar opletten, want de weg is gevaarlijk! Wanneer ik ’s avonds een spelletje met haar speel is er plots een derde persoon. “Mijn Buikje mag ook meespelen”, zegt ze heel serieus.
Kinderen houden zo van herhaling. Wat ze horen, is bekend en bekend is veilig
Het hele spel lang houdt ze het vol. Buikje is de derde speler, hij krijgt zijn eigen kaartjes en ze geeft hem een hoog en schril stemmetje. Ik observeer en ben gefascineerd. Het gaat ook over jongens en meisjes en dat Wally een jongen is en Bonnie en Odette meisjes zijn en zij zelf ook. Wanneer ik vraag wat Buikje is, dan blijkt dat een jongen te zijn.
Aan het einde van de dag kiest ze gedecideerd het boek dat ik moet voorlezen. Ze kent het hele verhaal uit het hoofd en vult feilloos aan wanneer ik halverwege een zin plots stop met lezen. O wee als ik iets aan de tekst verander. Kinderen houden zo van herhaling. Hoe vaak zeggen ze niet: “Nog een keer!” Wat ze horen, is bekend en bekend is veilig. Wanneer het echt tijd is om te gaan slapen, vlijt ze zich vol vertrouwen tegen me aan en drinkt haar fles. Ik lees het boek voor de vierde keer en vraag haar of ze haar fles ‘verrukkelijk’ vindt. Ze richt zich op, kijkt me lang aan met haar koolzwarte ogen en zegt heel serieus: “Nee Bonnie. De fles is warm.”
Meer van onze columnisten:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!